Het was een drukke dag voor Paul Kortekaas. Eerst schoof hij aan bij Johan Remkes om namens de Triodos uit te leggen hoe de stikstofproblemen het hoofd geboden kunnen worden. Daarna mocht hij zijn standpunten uitleggen bij Nieuwsuur (Rabo durfde niet). En toen moest hij HieirnSalland ook nog over zijn dag en zijn standpunten vertellen 😉
Door minder stikstof uit te stoten, moeten ook andere systemen van boer tot bord veranderen, stelt Kortekaas. De landbouw moet in controle komen met de natuur, werken vanuit de kracht van de natuur. Dan heb je het bijvoorbeeld over de kwaliteit van de bodem, die je niet uit moet putten, maar juist krachtig van zichzelf moet maken. Uiteindelijk moet de hele samenleving die transitie betalen. Maar over de hele linie hoeft dat niet te betekenen dat het leven er duurder van wordt. Want daar waar het eten er bij de kassa van de supermarkt duurder op wordt, wordt aan de andere kant bijvoorbeeld het schoon houden van water om er drinkwater van te maken een stuk goedkoper.
Kortekaas bepleit de weg naar een ecologisch en sociaal veerkrachtig landbouw- en voedselsysteem. Daar moeten overheid, bedrijfsleven (inclusief de financiële sector) én burgers hun verantwoordelijkheid pakken. Dus niet alleen de boeren. “Het lukt alleen als we elkaar helpen, positieve initiatieven steunen en uitbreiden en eerlijk durven te zijn over dat wat niet langer kan.”
De stikstofcrisis staat niet op zichzelf
“De stikstofcrisis is niet een op zichzelf staand probleem en ook geen probleem van boeren alleen. Na jaren waarin efficiëntie, geloof in marktdenken als oplossing voor alle problemen, zelfregulering en eigen verantwoordelijkheid de boventoon voerde, zien we nu dat dit wereldbeeld geen antwoorden biedt op de grote ecologische en sociale problemen waar we vandaag de dag mee te maken hebben. Voor decennia is ons maatschappelijk denken en doen sterk beïnvloed door de overtuiging dat vooral de groei van Bruto Binnenlands Product bijdraagt aan economisch succes en sociale vooruitgang. Echter, meer dan 50 jaar terug waarschuwde de Club van Rome al dat we tegen de grenzen van groei aan zouden lopen en we zien dat vandaag terug. De negatieve effecten van groei in de vorm van ongelijkheid, vernietiging van ecosystemen waaronder klimaatverandering bepalen nu ons dagelijks nieuws en de politieke agenda. Om deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden zullen we ons moeten laten leiden door een ander kader, dat vervolgens doorwerkt in hoe we onze economie inrichten, hoe we beleidskeuzes maken en hoe we als maatschappij samenleven.”
Voor Kortekaas betekent dat in plaats van zoveel winst proberen te maken, bewegen naar een samenleving waar er voor iedereen kansen zijn om mee te doen. Geen aandeelhoudersbelangen naar belang van de maatschappij. Van monocultuur naar diversiteit en van uniform naar pluriform. Daar moet haast mee gemaakt worden. “We kunnen de verandering geen dag meer uitstellen. We bevinden ons in het beslissende decennium om de verdere opwarming van de aarde en biodiversiteitsverlies tegen te gaan, om genoeg schoon water, schone lucht en een gezonde bodem te waarborgen. Zodat we in een leefbaar land kunnen wonen voor huidige en toekomstige generaties.”
Boeren zijn niet de oorzaak
“De manier waarop wij op dit moment voedsel produceren en consumeren beschadigt ecosystemen, sociale gelijkheid en onze gezondheid. Daarom is een ingrijpende verandering nodig in de manier waarop voedsel wordt geproduceerd en geconsumeerd. Decennialang is de strijd tegen honger leidend geweest. Maar de negatieve gevolgen daarvan wegen niet langer op tegen dit doel. Moderne voeding- en landbouwsystemen dragen bij aan klimaatverandering, veroorzaken een afname van bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit, dragen bij aan welvaartsziekten en zorgen voor een ongelijke verdeling van welvaart waarbij boeren, hier en in ontwikkelingslanden, vaak het onderspit delven.
Boeren zijn niet de oorzaak van het probleem. Ze zijn de sleutel tot de oplossing en hebben een bepalende rol in de omschakeling naar een duurzaam en veerkrachtig voedselsysteem. Een voedselsysteem waarin gezonde voeding wordt geproduceerd, betaalbaar voor iedereen, in samenwerking met de natuur en waarin boeren voldoende betaald krijgen voor alle diensten die zij leveren. En dat is niet alleen de productie van gezonde voeding. De toekomstbestendige boer zorgt immers tevens voor een gezonde bodem, biodiversiteit, schoon water en ons schitterende Nederlandse landschap. Om deze transitie mogelijk te maken is er verandering nodig op economisch, sociaal-cultureel en institutioneel niveau.
Hoe dan?
Volgens Triodos Bank zou de transitie in grote lijnen de volgende uitkomsten zeker moeten stellen:
1) Evenwichtige ecosystemen zijn de basis voor veerkrachtige voedselproductie
Het is essentieel dat landbouw mét in plaats van tegen de natuur werkt. Landbouw moet in staat zijn zowel ecosystemen als mensen te onderhouden. Dit houdt in dat voedsel zoveel mogelijk lokaal moet worden geproduceerd en geconsumeerd. De principes van biologische landbouw zijn hierbij leidend (gezondheid, ecologie, eerlijkheid en zorg). Voor de gangbare landbouw is de transitie naar regeneratieve landbouw een wenkend perspectief dat uitgangspunt moet zijn bij het handelen van de boeren, de afnemers, de financiers, de overheid en consumenten.
2) Een gezonde samenleving op basis van een duurzaam, voedzaam en divers dieet
De uitdaging is niet alleen om genoeg voedsel te produceren, maar vooral om die van voldoende kwaliteit te laten zijn. Daarom moeten we de overgang maken naar duurzame diëten, die een lagere impact op ecosystemen hebben, de juiste voedingsstoffen bevatten en toegankelijk en betaalbaar zijn. Uiteindelijk zal dat moeten leiden tot een overwegend lokaal en plantaardig dieet: 80 procent plantaardige ingrediënten, 20 procent dierlijke producten. Het systeem waar Triodos voor staat telt minder dieren. Daarnaast hebben consumenten recht op betekenisvolle informatie over de voedingswaarde en impact van de voeding die ze kopen.
3) Inclusieve welvaart door transparantie en een eerlijke verdeling van inkomen
Evenwichtige machtsverhoudingen, transparantie en een eerlijke verdeling van inkomsten zijn nodig om alle betrokkenen in de waardeketen te laten verdienen waar zij recht op hebben. Boeren moeten de kans krijgen om te schakelen van intensieve naar regeneratieve landbouw. Machtsconcentraties in de keten moeten worden doorbroken. Bedrijven en supermarkten zullen bij moeten dragen aan eerlijke prijzen in de keten. Daarnaast zullen we fundamenteel anders moeten kijken naar de waarde van grond en door wie de prijs van de grond bepaald wordt.
De boer
De transitie vindt plaats op het erf van de boer, daar komen vele uitdagingen samen. Decennialang is er op dat erf geleerd dat schaalvergroting en intensivering de route zijn om een gezond bedrijf te voeren. De transitie naar een andere manier van werken brengt veel onzekerheid en dus vergt het moed en doorzettingsvermogen. Zal extensiveren of omschakelen genoeg zijn om het bedrijf voort te kunnen zetten? Ja, dat kan. Er zijn al vele boeren die werken aan biologisch, plantaardige en lokaal geproduceerde voeding. Zij laten elke dag zien dat een alternatief levensvatbaar is, hoewel er ook meer veranderingen nodig zijn. Het delen van kennis en ervaring onderling is zeer waardevol en boeren die verenigen helpen elkaar. Er zijn steeds meer verschillende opties, manieren en vormen om te boeren. Voor innovatieve ondernemers zijn er diverse toekomstpaden voor nieuwe plantaardige productie ten behoeve van bijvoorbeeld de eiwittransitie, voor grondstoffen voor bio-based bouwen of vormen van agrobosbouw.
Het is daarom essentieel dat er langdurige onafhankelijke steun is voor boeren die zich verder willen verduurzamen. Zowel op sociaal, economisch en bedrijfstechnisch niveau. Onderdeel hiervan is dat er maatwerk en duidelijkheid komt voor boeren die al extensieve of natuurinclusieve vormen van landbouw bedrijven. Zo zal de stikstofreductie niet alleen moeten gaan over reductie in stikstofderogatie, maar juist ook over stikstof emissies op het boerenerf.
Maatwerk en duidelijkheid komt overigens niet alleen vanuit de overheid, maar juist ook van alle andere partijen die samenwerken met de boer, zoals adviseurs, accountants, financiers, toeleveranciers en afnemers.
De burger
De verandering van onze culturele eetgewoonten is een uitermate complex en een weerbarstige transitie. Maar toch zien we steeds meer burgers die hun dieet aanpassen, actief willen bijdragen aan korte ketens en hun geld op een andere manier willen laten werken. Als burgers kunnen we elkaar meer stimuleren en aanmoedigen om bewustere keuzes te maken over voedsel. Een voorwaarde hiervoor is dat er transparantie is over de ecologische voetafdruk van voedsel, over de voedingswaarden en de daadwerkelijke kosten van voedsel.
De keten
Bedrijven in de agrarische keten moeten vanzelfsprekend hun verantwoordelijkheid nemen om voedsel op een verantwoorde en duurzame manier te produceren. En om bij te dragen aan eerlijke prijzen waarin de kosten voor mens, dier en milieu in opgenomen zijn. De markt zal de verduurzaming van de sector niet uit zichzelf oplossen, daarvoor heeft zij grote belangen in het systeem zoals we dat nu kennen. De keten kan echter wel veel meer rapporteren en sturen op de ecologische impact van hun productie, net zoals dit steeds meer gebruikt wordt in de strijd tegen klimaatverandering. Wanneer dit niet toereikend is, zal daar ook vanuit de overheid strenge doelstellingen gezet moeten worden.
De financiële sector
De financiële sector heeft een bijzondere rol in de maatschappij, zij behoort ten dienste te staan van de reële economie en samenleving. Geld brengt verandering teweeg en elke vorm van financiering heeft impact. Daarom moeten financiële instellingen altijd de impact van een financiering beoordelen, naast het risico en rendement. Het uitgangspunt is dat elke financiering een positieve impact heeft op de samenleving. Door hun beleggingscriteria, prijsmodellen, beleggingshorizon en rapportages te vernieuwen kunnen financiële instellingen hun positieve impact verder vergroten. Hun selectiecriteria en investeringsbeslissingen zouden lange termijnen holistische strategieën moeten aanmoedigen, evenals duurzame innovatie, zowel door volwassen bedrijven als start-ups.
Inzichten in klimaat, natuur en biodiversiteit impact en risico’s zullen sturend moeten zijn in de keuzes van de financiële sector. Dit betekent dat nieuwe financiële risico’s, gelijk aan klimaatrisico’s, zichtbaar moeten worden op bankbalansen. Dat zou reden genoeg moeten zijn om financieringen te heroverwegen en bij te dragen aan transitie.
Kortekaas: “Bij Triodos Bank kijken we altijd naar de impact, de risico’s en het rendement van een financiering. Daarbij laat Triodos Bank, als waardegedreven bank, zich leiden door de biologische principes (gezondheid, ecologie, eerlijkheid en zorg), waarbij de gezondheid van de bodem vooropstaat. Dit betekent dat wij met name biologisch en biodynamische boeren financieren en kijken we continu/doorlopend naar manieren om andere bedrijfsmodellen en nieuwe vormen van regeneratief boeren te financieren. Dit doen we door de verschillende kwaliteiten van geld (leningen, investeringen, katalytisch geld en donaties) in te zetten voor brede systeemverandering. Ook biedt Triodos Bank een omschakelkrediet voor boeren die de overstap willen maken naar biologische landbouw. Met dit omschakelkrediet kan de boer de overgangsperiode van gemiddeld twee jaar financieel overbruggen.”