Deze keer een wat afwijkende column. Op 26 februari sprak ik in het forum van de gemeenteraad van Deventer. Lees hieronder het verhaal over de balans tussen ecologie en economie.
Fijn jullie hier allemaal te zien. Ik begreep dat het de keuze was tussen mijn bijdrage of het mobiliteitsplan voor de Welle. Ik wil het graag met jullie hebben over twee eco’s. De ecologie en economie. Ramsey Nasr noemde het een Januskop in zijn pamflet De Fundamenten.
Twee vragen:
- Sluit de ogen en zie de wereld voor je in 2050
- Sluit de ogen en zie de economie voor je in 2050
- Ik durf te wedden dat bij de eerste vraag jullie allemaal zeggen. Groen, meer bomen, vrijheid om te leven in een gezonde omgeving
Bij de tweede komen de antwoorden over Bruto Nationaal Product, kostenplaatjes, begroting, groei en gezonde economie.
Veel woorden voor een systeem, voor de wereld zoals die nu is. Het netwerk dat over de aarde ligt.
Het bijzondere is dat de wensen zo uitéén lopen.
Dan hoor ik jullie al denken: ja, maar we zitten vast. Vast in de afspraken. Vast in de realiteit van de economie. Vast in het najagen van eeuwige groei. Zonder die groei van de economie kunnen we de gemeente tenslotte niet laten functioneren, niet laten groeien en bloeien.
Wat hier gebeurt, is dat het begrip economie in de discussie wordt in gebracht als onbetwistbaar feit. Daarmee is de ruimte in het gesprek meteen weggenomen. Terwijl er juist in economische zin zoveel keuzes zijn te maken zijn.
De wereld zoals wij die nu kennen is een gevolg van heel veel keuzes, waarop weer nieuwe keuzes worden gemaakt, en weer nieuwe keuzes. Het is niet vanaf een nulpunt, een tabula rasa, maar vanaf alle voorafgaande keuzes.
In de ecologie wordt er gesproken over een shifting baseline. We zien de staat van de natuur vanaf het moment dat je als individu bewust wordt van de wereld om ons heen. De plant- en diersoorten die je gaat missen zijn voor ons de norm. Voor onze voorouders was dat een andere lijst, een lijst van plant- en diersoorten die wij niet eens gekend hebben.
Ook in de economie bestaat het fenomeen van shifting baseline. De baseline is de economie zoals we die nu kennen en daarop bouwen voort, op de economische systemen die we hebben opgetuigd. Waarom die systemen zo zijn, wordt niet intensief bevraagd. Dat geldt ook voor het openbaar bestuur. We schuren, en schaven aan een systeem, bouwen er een wetje bij en tuigen nog wat regels op die excessen moeten tegengaan.
Zouden we als we nu helemaal vanaf nul mogen beginnen, nog steeds dezelfde keuzes maken?
Één van de hardnekkige aannames van de economie is dat groei altijd als goed wordt ervaren. We zijn al zelfs zover dat we ons zien als homo economicus die persoonlijke groei als een plicht zien in ons leven. Die groei is abstract, en zeker niet voor elk individu hetzelfde. Het vormt wel de matrix van ons leven. Het netwerk waarin we functioneren.
Het netwerk is compleet gebouwd voor de mens. Dat complexe financiële systemen ons menselijk bevattingsvermogen te boven gaan laten we hier nu even buiten beschouwing.
Maar de aarde bestaat, maar voor een heel klein deel uit ons mensen. Er is nog zoveel meer. Dat valt nu buiten het economische frame of enkel gezien als grondstof of een service voor ons mensen. Hoe komen we tot een kwalificatie van het niet menselijke leven in die economische matrix.
Wat is de waarde van een boom, nou ja, die is misschien nog wel te berekenen. Uit onderzoek blijkt dat patiënten in een groene, boomrijke omgeving sneller herstellen. Het belang van groen voor het welzijn van de mens is als zodanig aangetoond door de wetenschap, ziekenhuizen en zorginstellingen worden getransformeerd tot healing environments met veel zichtbaar groen in en rond de gebouwen. Hier wordt door visuele aanwezigheid van groen de leefomgeving van de patiënten aangenamer gemaakt. . Dus dan heb je minder zorgkosten … dat is dus kassa.
De waarde van een rivier dan? Die geeft ons de mogelijkheid om met boten waren te vervoeren … daar komen we ook nog wel samen uit
De waarde van een groene bloemrijke berm? Die wordt al lastiger. Behoud van biodiversiteit. Automobilisten rijden rustiger door de schoonheid van de berm, daarmee zijn er minder aanrijdingen … nou ja, ik fantaseer maar wat. Maar het wordt al lastiger.
Dan de waarde van een pissebed? Kom maar op! We kunnen kijken naar de bijdrage van de pissebed binnen het ecosysteem en dan erachter komen dat hij essentieel is. Op die manier kunnen we tot een waarde komen. Wel met veel financiële aannames.
De waarde is daarbij ook niet statisch maar fluïde. Het is maar net welke bril je op hebt. Het is voor te stellen dat vernietiging van natuur, een vervanging door een datacentrum, binnen het economisch systeem te verantwoorden is. Het levert gewoon knaken op.
De Europese Unie heeft ons een handreiking gedaan met de term Natuurlijk Kapitaal. In de Atlas Natuurlijk Kapitaal wordt de ecologie het financiële systeem ingetrokken. De benadering van de Atlas is, zoals eigenlijk bij alle atlassen, mens centraal. De waarden worden verdeeld in bronnen, productie-, culturele- en regulerende diensten.
Allemaal ten diensten van de mens. De waarde van de ecologie als zichzelf komt niet aan bod.
Laten we het eens van een andere kant benaderen
Dinsdagavond 25 februari hadden we in Mimik het symposium over Rechten voor de Natuur met de lezing van Jessica den Outer. Rechten voor de Natuur lijkt nu voor ons nog op een theoretische verkenning.
Den Outer gaf daar al een aantal inspirerende voorbeelden van over de hele wereld waar het al werkelijkheid is. In Ecuador bijvoorbeeld zijn de rechten van de natuur in de grondwet opgenomen. En denk aan projecten als Maas in de wet en Ambassade voor de Noordzee.
Den Outer bepleit een ecocentrische benadering in het recht, waarbij het welzijn van het ecosysteem centraal staat. ‘Niet alleen de mens, maar het hele aardse ecosysteem moet het uitgangspunt van wet- en regelgeving zijn. Het is hoog tijd voor de juridische emancipatie van de natuur. Voor het strafbaar stellen van ecocide en de erkenning van Rechten voor de Natuur’
Denk er eens over na. Dit betekent dat de natuur een rechtspersoon moet worden. Dan kan het zich in het juridische speelveld begeven. Voor een rechtbank verschijnen. Het zou zeker een hele vooruitgang zijn. Wel is het gevaar dat het reactief wordt. Kortweg gezegd het moet eerst fout gaan om daarna via het recht te worden aangevochten.
Sprekende natuur
Een paar jaar gelden en een klein stukje verderop langs de IJssel in Zwolle sprak Wim Eijkelboom de raad toe vanuit het ik-perspectief van de IJssel. Hij begon met de woorden:
‘Ik stroom al heel wat eeuwen langs de grenzen van Gelderland en Overijssel. En ik heb veel zien veranderen.’
Hij eindigde als volgt ‘Ik zie de stad in de verte uitdijen, ik zie ambitieuze wethouders; ik zie groen boulevard waar koeien grazen, zwarte sterns dansen en otters en bevers hun plek vinden. En ik zie mensen uit de stad wandelend of per fiets mijn landschap genieten vanaf de dijk. Dat is het karakter van Zwolle en de IJssel.
Maar tart niet mijn grenzen van wetten die zijn bedacht om de charme en rijkdom van mijn rivier te beschermen en voor de toekomst te behouden. Ik wens u daarom wijsheid in uw beraadslagingen.’
(Lees verder onder afbeelding)
Het mooie van de het inspreken van Eijkelboom was dat hij de IJssel een stem gaf. Daarmee was de stem van de rivier als het ware in de raadszaal binnen gekomen. De IJssel zat aan tafel.
Een spannend experiment. Zou dat mogelijk zijn om de natuur of beter gezegd de ecologie altijd een stem te geven aan deze tafel. Kunnen we uit het door economie gedomineerde frame stappen. Kunnen we daaraan voorbij en de natuur een plaats geven in onze economische systemen.
Kunnen we de economie binnen de kaders van de ecologie krijgen. Als eerste moeten we dan de muur die staat tussen ons en de natuur afbreken. Ook wij zijn allemaal onderdeel van het ecosysteem. Al gedragen we ons vaak niet zo. Het is niet dat we ons hebben losgezongen van het andere leven.
Daarom kunnen wij ook een stem zijn voor alle wezens die geen stem hebben. In al onze almacht beslissen we ook over hun toekomst, hun 2050. Den Outer stelde voor om een voogd aan te stellen voor delen ban de natuur. Dus een voogd voor de IJssel bijvoorbeeld. Ik wil nog een stap verder gaan. De ecologie moet in zijn geheel aan tafel komen. En dit kan. Er wordt al op diverse plekken in Nederland op deze manier organisaties bestuurt. Een voorbeeld daarvan is het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Het Nieuwe Instituut heeft een ander model van besturen gekozen. Een model gebaseerd op ‘samenwerking tussen alle levensvormen’. Hoe werkt dat dan?
In alle lagen van de organisatie en bij alle bedrijfsprocessen wordt er rekening gehouden met de niet-menselijke levensvorm. In het allerhoogste bestuursorgaan is er een speciale gezant aangesteld; de spreker voor de levenden. Die kan worden ondersteund door een natuurraad, die gevraagd en ongevraagd advies geeft over het beleid. Dit model het een Zoöperatie. Het samengaan van het Griekse woord Zoë; leven en coöperatie. Kortweg Zoöp.
Het Zoöp Manifest
Wij zijn een Zoöp, een organisatie waarin mensen samenwerken met anders-dan-menselijk leven. Als een Zoöp dragen we bij aan ecologische regeneratie. In al ons handelen proberen we de gezondheid te bevorderen van gemeenschappen van leven in de grond, in het water, op het land en in de lucht.
Als een Zoöp verankeren we dit principe in onze praktijk door een Spreker voor de Levenden als leraar, adviseur en bestuurswaarnemer toe te voegen aan onze organisatie. De Spreker voor de Levenden treedt op als vertegenwoordiger voor het anders-dan-menselijk leven in de ruimtelijke en operationele sfeer van onze organisatie. Naar beste vermogen zal de Spreker helpen om de belangen van het anders-dan-menselijke leven te vertalen naar ons doen en ons laten.
Als een Zoöp volgen we de Zoönomische Jaarcyclus en plegen we interventies om de ecologische integriteit te bevorderen van de Zoöp en haar omgeving.
Zoöp is kort voor Zoöperatie. Samen met andere Zoöps werken we aan de transformatie van onze economie naar een regeneratief, mens-inclusief ecosysteem, een netwerk van uitwisseling van materie, energie en betekenis dat alle lichamen in hun bestaan voorziet.
Zie het in de reeks van emancipatie; we begonnen met de rechten van de mens, gevolgd door de rechten van het kind en dan nu de rechten van de natuur. En geef die twee dan ook het recht om te spreken, om mee te beslissen. Het is een logische stap. En een bitter noodzakelijke stap. Door de ecologie te beschermen, beschermen we onszelf tegen onszelf. Niet de economie, maar ecologie creëert de omstandigheden om te leven.
Als het ons lukt de economie binnen de kaders van de ecologie krijgen slaan we de janus kop plat. Als we dat durven kunnen we blijven dromen over een groen 2050.
Daarom roep ik u op om de eerste gemeente te worden in Nederland, in de wereld die zich organiseert als Zoöperatie. De toekomst wordt gevormd door degenen die geloven in de kracht van verandering.
Laten we eerlijk in de spiegel kijken, en duidelijk zijn. Zeggen we ‘ja’ tegen de wereld waar we wel in willen leven of zeggen we ‘ja’ tegen de wereld waar we niet in willen leven.
Dan moeten we de moed hebben om te durven stoppen met doorgaan. Dan moeten we de moed hebben om de wereld te omarmen waarvan we dromen.
Dank jullie wel voor de aandacht.
