Ik moet eerlijk bekennen dat ik onderstaande relaas uit mijn herinnering heb opgegraven, het kan dus zijn dat de details anders waren, of dat iemand anders er andere herinneringen aan heeft. Het blijft mijn persoonlijk verhaal.
Plannen
Natuurinclusiviteit, Circulariteit, Ruimtelijke kwaliteit, Klimaatbestendig en Duurzaamheid, dat zijn inmiddels grote containerbegrippen die op allerlei wijzen ingevuld kunnen worden. Ieder doet dat op zijn eigen manier en dat is niet anders voor de toekomstige bewoners van Olstergaard. Misschien wel juist voor de toekomstige bewoners van Olstergaard, die hebben daar al bewust bij stil gestaan en veel over nagedacht, anders schrijf je je niet in voor een dergelijk project, toch?
Hoe hier nu handen en voeten aan te geven zonder in delicate discussies te belanden of elkaar in de haren te vliegen over de inhoud van bovengenoemde kernbegrippen? Daar hadden de beiden projectadviesbureaus en de projectmanager over nagedacht. Het werd een droomsessie bijeenkomst waar eenieder in kleine groepjes mocht aangeven wat voor hem of haar als toekomstige bewoner van Olstergaard belangrijk zo niet essentieel was. Het werd een gezellige creatieve bijeenkomst met leerzame discussies in kleine groepjes. Vervolgens werden alle droomplattegronden gepresenteerd aan de grote groep gepaard gaande met een boel gekakel als uiting van ons enthousiasme en kritische opmerkingen! De droomplattegronden werden door de adviesbureaus omgezet in een inventarisatielijst waarin iedereen thuis digitaal zijn of haar mate van belangrijkheid kon aangeven.
Eerste schets
Al deze informatie werd door de adviesbureaus verwerkt tot de eerste schets van Olstergaard. In deze schets is handig ingespeeld op de vele verschillende dromen en wensen van de deelnemende mensen door drie verschillende woonvelden te ontwerpen. Het cultuurhistorische veld aan de Jan Schamhart straat, de Tiny-houses in het natuurlijk Ecologische veld aan de Vink naast de Aardehuizen en tussen beiden velden in het Natuurlijk Voedselrijk veld. De oplettende wandelaar zal deze verschillende velden straks zeker gaan herkennen tijdens een wandeling door Olstergaard.
(tekst loopt door onder afbeelding)
Meer inbreng
Met de droomsessie en de inventarisatielijst is strategisch vormgegeven aan de invulling van de grote begrippen, toch bleek dit niet afdoende. Men had behoefte aan een meer specifiek invulling van de begrippen. Want wat is natuur inclusief, circulair en duurzaam? En als we deze begrippen dan ook nog in het kader van ruimtelijke kwaliteit en klimaatbestendigheid plaatsen? De een heeft hier meer kennis en ervaring mee dan de ander. Er ontstaat een idee om een zwarte lijst van bouwmaterialen te maken. En dan wordt duidelijk hoe ingewikkeld de discussie is. Een helder voorbeeld is schapenwol, dat wordt veel gebruikt in de ecologische bouw, als vulmiddel en isolatiemateriaal. Maar schapen schijten dat het een lieve lust is en produceren daarmee veel meststoffen en dus stikstof! Nog een voorbeeld is beton. Is beton circulair? Ja zegt men, immers je kunt het hergebruiken, toch? Alleen het hergebruiken van beton kost erg veel groot materieel (brandstof) en een productieproces dat weer veel CO2 uitstoot. De “men” in dit geval zijn veelal de producenten die eraan verdienen. Een derde illustratief voorbeeld komt uit onze persoonlijk ervaringen. Wij willen met de bouw van ons huis onszelf maximaal uitdagen als het gaat om de vijf kernbegrippen en daarom de houten afwerking van ons huis beschermen met een schimmel op basis van lijnolie. Meer ecologisch dan deze bewerking bestaat er op dit moment niet. Deze schimmel heeft echter als gevolg dat het hout donker, bijna zwart uitslaat. Tja en dat is, heel verdrietig, in strijd met de afspraken die we gemaakt hebben met elkaar als het gaat om de ruimtelijke kwaliteit, die licht en natuurlijk behoeft te zijn. Helaas pindakaas!
