Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, zeggen jullie toch? Wist je dat dat spreekwoord eigenlijk voor mensen bedoeld is? Als ik zo over Salland vlieg neem ik dat waar. Jullie op het Dalfser platteland steken best anders in elkaar dan een Zwollenaar.
Met die waarneming kwam Merel van de week binnen vliegen. We hebben toch eerst even gekeken hoe ze zelf gebekt is. Met die mooie grote gele snavel zingt ze het hoogste lied!
Merel, de Turdus merula, is familie van de lijster. Ze zíngt dus als een lijster. Maar dan op z’n merels. Vooral bij aanvang en aan het eind van de dag.
Onze Merel is een echte Sallander, want hij is een standvogel, blijft het jaar rond hier op het platteland. Merels in de stad hebben stadse fratsen. Die zijn veel minder schuw en maken meer lawaai. Dat moeten ze wel, om zich verstaanbaar te maken. Want merels zingen niet voor niets. ’t Is hun taal! De mooiste zangers hebben het eerst verkering. Het zijn net mensen.
Merels kunnen ook imiteren. Dan doen ze andere vogels na, of – echt waar – de ringtone van je telefoon! Of een scheidsrechterfluitje.
We vroegen cartoonist Leo Kemper een merel te tekenen voor deze serie. Een uurtje later hadden we zijn schetsen al in de mailbox! Leo wist dat mannetje en vrouwtje verschillen. Leo: “Merel, vliegend, oriënterend en spiedend naar nieuws, verrekijker/inzoomen/wil daar meer van weten… en doorrrrrr… En het vrouwtje erbij, want we moeten jongens niet voortrekken! En hoe een non binaire merel er uit ziet dat weet ik niet 😉”
(lees verder onder de totstandkom-tekeningen van Leo Kemper)
Die boven dit verhaaltje is dus het mannetje. Het vrouwtje, onder aan dit verhaal, heeft wat meer een schutkleur, zodat ze onbespied eitjes uit kan broeden. In jouw achtertuin bijvoorbeeld, als je daar tenminste een aardig plekje voor de merel organiseert met een paar struiken en een stukje gras. Ze leggen soms wel vier keer per jaar een nestje eitjes.
Dankzij die grote snavel met een scherpe punt kunnen ze wormen, insecten en slakken eten, maar ook bessen en zaden. Daarom heeft Dalfsen er aan de Jagtlusterallee werk van gemaakt tussen de grote bomen ook struiken en kruiden aan te planten. Merel is daar gek op, net als andere vogels en kleinere zoogdieren. Het beschermt goed en je vindt er donders veel te eten. Bij zo’n aanplant heeft de eikenprocessierups veel minder kans.
Was getekend