De groei van de groene stroom kreeg vooral een impuls door wind op zee. De molens van de parken Hollande Kust Zuid en Crosswind zijn bijna allemaal operationeel. Die forse productie drukte de prijzen. April telde 62 uur met een negatieve stroomprijs. Nog eens 27 uur lag de prijs tussen de 0 en 0,1 cent per kilowattuur (kWh). De gemiddelde stroomprijs in april lag rond de 6 cent per kWh. (groothandel, day-ahead, exclusief BTW en belastingen).
(lees verder onder afbeelding)
Een vijfde meer uit zon
De productie uit zonnepanelen lag zo’n 20 procent hoger. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de groei van het aantal geïnstalleerde panelen die ook ongeveer 20 procent bedroeg. Volgens het KNMI was er in april wat minder zon. Het instituut telde 168 zonuren waar dat er normaal 196 zijn. De panelen produceren ook bij licht bewolkt weer. De productie op zulke dagen lijkt de dagen met minder zonuren te compenseren.
Doel Klimaatakkoord meer in zicht
Met deze sprong in productie komen de doelen uit het Klimaatakkoord steeds meer in zicht. Daarin werd afgesproken dat in 2030 gemiddeld 70 procent van de stroom hernieuwbaar moet zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat er al vanuit dat 85 procent haalbaar is.
(lees verder onder afbeelding)
Warmtepompen dragen bij
Omdat april relatief koud was moesten ook een half miljoen warmtepompen aan de bak. Die leverden in april in totaal ruim 4 PJ warmte, waarmee 150 miljoen m3 aardgas werd bespaard, maar waarvoor wel circa 0,4 TWh elektriciteit nodig was. Het aantal warmtepompen groeit gestaag. Het warmtepomp trendrapport schat dat er nu bijna 570.000 zijn geplaatst en de groei doorzet.
Hernieuwbare productie 24 procent hoger
De totale productie van hernieuwbare energie groeide 24 procent. April staat hiermee dit jaar op nummer 2 qua groei. Februari voert met 27 procent groei de ranglijst voorlopig aan.
In de maandproductie leverde wind met 37 procent het grootste deel. Zon volgde met een aandeel van 27 procent. Biomassa was goed voor bijna een kwart van de productie.
(lees verder onder afbeelding)
LET OP: Energie en stroom verschillen
Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.
Door electrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel electriciteit groeien. Het PBL berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik.
Energieopwek wordt onderdeel van NED.NL
Energieopwek.nl is sinds maart onderdeel van het Nationaal Energie Dashboard. (NED.nl). NED is ontwikkeld door Gasunie en Tennet. Energieopwek laat actueel zien wat er in Nederland aan duurzame energie wordt opgewekt. Dit gebeurt in samenwerking met Entrance van de Hanzehogeschool Groningen.
Op Energieopwek zijn alle erkende vormen van hernieuwbare opwekking te volgen. De site heeft tot doel een feitelijk beeld te geven van waar Nederland staat bij de verduurzaming.
NED gaat zich ontwikkelen tot de plek waar de relevante energiedata van het hele energiesysteem te vinden zijn. In de loop van dit jaar wordt Energieopwek een integraal onderdeel van NED.