Ik zei tegen een taxichauffeur in Georgië dat het me opviel dat zo goed al alle bomen in de stad fruitbomen waren. Zijn antwoord: “Ja, waarom zou je anders een boom planten?” Toen ik even later foto’s maakte van koeien midden op de weg vroeg hij wat daar bijzonder aan was, waarop ik het concept van prikkeldraad om een weiland uitlegde. Hij was stomverbaasd. We raakten leuk in gesprek over cultuurverschillen, zo geanimeerd dat hij me meevroeg naar hem thuis voor een bakje koffie. In plaats van een koekje kreeg ik een eigen geplukte kers in chocola gedoopt. Melk bij de koffie zat er niet in. De koe was die dag niet langs geweest.
Ik moest aan die dag denken toen ik ‘Hoe maak ik een eetbare tuin’ las, een boek van Sally Nex, uitgegeven bij KNNV. ‘Handige tips voor tuinieren met groenten, fruit, kruiden en eetbare bloemen’. Ik bedacht me dat dat begint met het beeld dat we hebben van een tuin. Tegels, veel tegels vaak, stukje gras en met een beetje geluk tussen gras en schutting nog wat plantjes. Plantjes die mooi bloeien en waar je niet zo veel werk mee hebt.
Waarom zou je zo’n plantje in de tuin zetten, zou die taxichauffeur zeggen. Kun je er niet veel beter groente voor in de plaats kiezen? Gelijk dat ie heeft, maar het past niet in ons beeld van voor- of achtertuintje. Ik wandelde ooit eens door een Bulgaars dorpje waar alle voortuintjes groentetuin waren. Dat was daar hún concept.
Als je nu denkt: verrek, dat is zo’n gek idee nog niet het concept van een tuin te veranderen tot een eetbare tuin, dan zou ik je ‘Hoe maak ik een eetbare tuin’ adviseren. Nex neemt je stap voor stap mee in jouw veranderingsproces.
Als je een keer aan het idee gewend bent, ga je op weg naar een tuin die je niet meer hoeft te onderhouden vanuit een netheidsyndroom. Je gaat een tuin krijgen waarin je lekker steeds een beetje rommelt, maar vooral waarin je je boodschappen haalt voor de avondmaaltijd. Even een komkommer, paprika, wat worteltjes en een teentje knoflook, een paar aardappelen uit de opslag en klaar is Kees.