Er ligt een stapel fotoboeken op tafel. Leuk om door te bladeren. Herinneringen krijgen een verbeelding. Samen genoeglijk op de bank, bladerend door de plakboeken. De staatsieportretten in klassieke poses, vroeger gemaakt door de lokale fotograaf. Foto’s van bruiloften en jubilea. Op een foto ben ik 6 jaar. Ik sta op een stoel. Ik zing een liedje voor mijn ouders, 25 jaar getrouwd. U moet weten dat ik toen nogal dik was. M’n zussen noemden me Bullie. Ik zing een liedje en beeldt het tegelijk met mijn armen uit: Ik ben een theepot rond van buik, hier zit mijn oor en daar zit mijn tuit. Als het water kookt, giet me dan maar vol en schenk me uit. Ik hoor nóg hoe iedereen heel erg moest lachen. Toen dacht ik, dat ze het een leuk liedje vonden. Later begreep ik wel dat het nogal koddig was, zo’n dik jongetje met juist dit liedje. Mijn naïviteit toen bespaarde me een klein trauma.
Verder kijken in de boeken met plaatjes uit het begin van onze relatie. Ik zonder buikje, zij mooi als altijd. Foto’s waardoor we onze prachtige reizen herbeleven. Vergelijk dit bladeren eens met de duizenden foto’s van nu op telefoon of tablet. Ik denk wel eens dat de meeste foto’s alleen worden bekeken vlak nadat die zijn gemaakt. Tenminste dat zie ik iedereen doen. En dan nog eentje maken en nog een keer. Kent u dit ook: Met een groepje heb je iets ondernomen. Onderweg zijn foto’s gemaakt. Komt er via de telefoon een diarree aan foto’s binnen. Ik wis ze meteen. Trouwens, als u al die ongebruikte foto’s die zogenaamd in de cloud zitten ook wist dan scheelt dat weer een energieslurpend datacentrum. Want de foto’s zweven niet in een cloud, niet in een wolk, maar staan op een server, die met enorme hoeveelheden energie gekoeld moet worden. Kies de mooiste foto’s uit, druk ze af of laat er een fotoboek van maken. Dan kijk je er nog eens naar.
Ik moet denken aan een wandeling, die ik in 1972 maakte in het Atlasgebergte in Marokko. Vóór mij loopt op het bergpad een Berbervrouw in een prachtige kleurige jurk. Op haar hoofd een groot bos takken. Naast haar een klein meisje. Ook al in een felgeel gebloemd jurkje. Zij heeft een klein takkenbosje op haar hoofd. Zo lopen ze elegant en kaarsrecht naast elkaar mijn beeld uit. Verdorie, denk ik, geen fototoestel bij me. Ik kan u zeggen dat dit beeld in mijn geheugen gegrift staat. Juist omdat ik geen foto heb.
Zoiets overkwam me afgelopen week weer. Geen fotocamera bij de hand. In de geitenwei zie ik iets opmerkelijks. Een gehoornde geit en de haan staan in vechthouding tegenover elkaar. De geit staat te bokken naar de haan en de haan op zijn beurt heeft z’n kraag rechtop staan en springt met de poten en sporen richting geit. Ik moet er erg om lachen. Hoe de geit daarnaar heeft geluisterd vraag ik me af.
Ze is namelijk nogal dik.