Diss’n van Roerink kreeg as tegelzetter ok te maken met t fenomeen “Vorstverlet”. Warken met – 16 graden en thuus zitten als het al doo was……
Vorstverlet
‘ T kump (bijna) niet meer veur, maar vroeger had je als je geluk had langere tijd vorstverlet. Onze langste vorstverlet was begin 1979. Ik dacht dat we een week of 12 thuis zijn geweest. Kan me nog herinneren dat we na die 12 weken weer aan het werk moest. Conditie was gezakt naar beneden nul. Had al moeite om een speciemolen vol met zand en cement te spitten.
Tekenen
In die lange vorstverlet gingen we met de collega tegelzetters uut Luttenbarg op maandagmiddag vorstverlet tekenen van de afgelopen week bie de werkgever. De morgen was nodig om bij te komen van t weekend. En dan net na de middag met nog een duffe keiekop richting werkgever. Soms moest je ook voor een ander tekenen. Dat kon nog allemaal toen. Eenmaal getekend was het rennen naar de auto, want stel dat de werkgever nog ergens een (vorstvrij) klus(je) had. Daarna naar het parochiehuis (Elckerlyc) om te kaarten met een potje bier. En dan was er ook nog (ik dacht op de maandagavond) 7-kaartje leggen vanaf 24.00 uur bie de “Schoemaker”. Maakte toch niet uut. Je kon de volgende ochtend (dag) blijven ronken in bed…
Vaste telefoon
In de tijd was er alleen huistelefoon, ze waren nog bezig om de mobiele uit te vinden. Dus vroeg ik mijn Moeder in de beginjaren om bij vorstverlet de telefoon niet op te pakken. “Jongen, det kuij toch nie maak’n. Tis wel oe baas” was dan haar antwoord (Hond hef een baas).
Voorzorgsmaatregelen
Op sommige bouwplaatsen staken we ’s middags, bij het horen dat het ’s nachts flink ging vriezen, de waterslang in de bult zand. In die dagen werden de tegels nog gezet of gelegd in specie en je was afhankelijk van dooizand. En als de volgende morgen het zand keihard bevroren was had je meestal vorstverlet, ook al was soms binnen de verwarming aan.
Begin jaren 80 was de werkgelegenheid onder de streep gezakt. We hadden geluk dat we die winter op een langdurig project zaten. Ook die winter vroor het ’s nachts keihard. Of zoals oonze vrijgezellige vriegezel altijd zei : “ Tis tweepersoonsweer in een éénpersoons bed”. Midden op de middag kwam de temperatuur dichtbij 0 en zo was er een constructie bedacht in die dagen dat je door deze vorst s morgens iets later mocht beginnen en s middag iets eerder naar huis. De afspraak was dat we werkten vanaf 09.00 uur tot ongeveer 15.00 uur (zeg maar 5 uur). Maar onze voorman vond het nodig om s morgens om 08.00 uur te beginnen tot 16.00 uur. 4 uur vorstverlet schrijven , maar wel 7 uur werken. Ja zeiden ze dan “je moet blij zijn dat je nog werk hebt”.
‘T was ook wel eens andersom. In Emst waren we tijdens het betegelen van een woning ook in de vorstverlet gekomen en dachten: als we weer aan het werk moeten horen we het wel. Het was die dag tegen de middag al weer 5 graden boven nul toen de werkgever rond de middag belde waar we ergens waren. Ja bij huis natuurlijk (sssttt beunhazen). Of we G.V.D. zo snel mogelijk naar de bouw wilden gaan, want ze konden nu geen vorstverlet meer schrijven.
Midden jaren 80, in dit geval 1987 was er die winter in het oosten bijna geen werk te vinden. De werkgever kon nog wel tegelwerk krijgen in het westen, dus iedere dag naar Amsterdam. Als we s morgens tegen 06.30 langs Amersfoort reden gaven gevelklokken op grote gebouwen – 16 graden aan. Woar ben je dan in godsnaam mee bezig……..Nou ja, je kon op een verjaardag vertellen dat we kantoren in Amsterdam aan het betegelen waren waar ook o.a. Maurice de Hond zijn intrek nam. Deze bouw zou en moest klaar ondanks de strenge vorst. Er werd zelfs een slopersbedrijf ingehuurd dat met een kango (sloophamer) de sleuven in de grond hakte, zodat het kabelleggen gewoon door kon gaan. De stratenmaker liet ’s middags een vrachtwagen dooizand komen en maakten een stuk vlak voor het weer bevroren was en zo konden ze de volgende dag dit stuk weer dicht straten. En die middag kwam er weer een vrachtwagen met dooizand. Ja zo kun je wel bezig blijven,. Bij Maurice de Hond was dit geconstateerd niet voor in de peilingen.
Ontdekking tijdens vorstverlet
‘Tis al eens eerder verteld dat we in het Geertruiden ziekenhuis te Deventer lichtblauwe tegel in alle nisjes moesten zetten. Voor die jaren was dat best een gangbare tegel. Een collega nam wel eens onopvallend van die tegels mee in zijn gereedschapstas. Toen we een jaar later vorstverlet kregen op een andere bouw was zijn voorstel om even koffie te drinken bij zijn zus. Oké. Toen zijn zus mij de badkamer liet zien, kwamen me de lichtblauwe tegels heel bekend voor. En zo zei zijn zus : “Ze hoefden maar een tientje de vierkante meter te kosten.
Ant wark !
Toen we na de kerstvakantie 1984 naar Gieten (Drente) reden had het licht gevroren. Op de bouw eerst naar het bult zand en mien moat drukte heel zacht met zijn wijsvinger op het licht bevroren zand. Toen de uitvoerder er aan kwam lopen zeiden we dat het zand bevroren was. De uitvoerder bedenk zich niet, neemt een aanloop en springt midden op de bult zand. Het spat helemaal uiteen. “Wat bevroren “ zegt hij
“Ant wark en rap een bettie!
Impressie van de winter van ’79 op video klik hier