Uitgeteld
Utrecht kantorengebouw, waar kwamen we niet.. vloerenleggers (afwerkvloeren) die op tarief stonden en één van hen ’s morgens iedereen een portie (spaans?) schuim op zijn rug spoot, wat verlichtend werkte en 6 uur de rug soepel hield. Hij kwam als een oud mannetje binnen en ging vervolgens s middags weer as een oud mannetje noa huus. Ze streken er dagelijks een paar honderd vierkante meter afwerkvloer in en achter de vloerenpomp (dat is een molen voor de vloerenlegger die de vloerspecie naar boven spuit) stond een jongen van 17 jaar. Die moest zo hard spitten (2 vrachtwagens met zand + pallet cement per dag) dat hij met de middag pauze geen tijd had om brood te eten maar lag te slapen op de bult zand. Hij kon gin pap meer zeggen.
Kunst van ’t vak
Een oudere collega Hendrik (die helaas al in 1991 overleden is) was een prettige verschijning, geliefd bij iedereen (vooral bij ons) en ook aan zijn humor mankeerde niks. Samen met m’n beunhaasmaat hebben we jaren met hem gebeunhaast op de zaterdag. Toen we op een zaterdagmiddag onze collega uit Luttenberg (die ook af en toe hielp) van de bouw ophaalden, was hij (Hendrik) nog met de douchevloer bezig. De eigenaar van de woning mopperde omdat hij dacht dat de douchevloer niet afliep. Onze oudere collega zei tegen de eigenaar : Kiek det is noe net de kunst van oons vak. Een vloer af laten lopen zonder dat je het ziet. Vertel mij wat zei hij. Ik heb al wel 1000 van die vloeren gemaakt. Toen we de zaterdag erop onze collega weer ophaalden was hij (Hendrik) de douchevloer aan het slopen. Uiteindelijk liep het toch niet de goede kant op, maar tis uiteindelijk wel goed afgelopen……. (Wie werkt maakt fouten, wie niet werkt niet…)
Veurige wekke
In de jaren 80 werden er veel loopstallen gebouwd waar vaak veel tegelwerk in kwam. Door de week weleens, maar vooral op zaterdag. In de buurt van Den Ham waren we met ons drieën (mien beunhaasmoat, dezelfde Hendrik en ik zeg de gek) aan het tegelen geslagen in melkkamers en melkstallen. Heerlijk om op zaterdag zo tussen de boeren te werken, een mengeling van koeien, mest en graskuil. Tegen 11 uur zei onze Hendrik tegen ons waar de boer des huizes bij aanwezig was : “Heij jongens weet julle nog van veurige wekke zoaterdag. Bie die boer doar hadd’n wie t goed”. De boer werd nieuwsgierig en vroeg wat we gehad hadden bij de vorige boer. Hendrik zegt : “Een borrel” um 11 uur.. Nou de boer bedacht zich niet en rende naar huis en kwam terug met wat lekkers met alcohol erin. Het was weer gelukt zoals bij de meeste boeren die er meestal weer intrapten. Prachige man. Ode aan “Hendrik”.
Mooi’n kjal
Zo kom je van alles tegen in de bouw. En soms zitten daar uitschieters bij. In Luttenberg was er een installatiebedrijf wat later door een ander bedrijf is overgenomen en daar werkte een loodgieter, verwarmingsmonteur en was lang vrijgezel. Toen het bedrijf over genomen werd is hij verhuisd naar een installatiebedrijf in Ommen om later onderhoudsmonteur te worden op een camping hier dicht in de buurt en waar hij ook zijn liefde nog vond. Hij sloeg de plank net zoals iedereen wel eens mis. Toen hij de verwarming aanlegde bij ons in huis (1979) sloeg hij met een moker mis en deze kwam onderaan zijn duim in de handpalm terecht. Had er zo’n last van dat hij de rest van de dag vrijaf nam. Nu de anekdote : We kwamen we hem als vrijgezel nog tegen in Ommen. In een hotel werd een bovenverdieping verbouwd. (Wie komt volgend jaar nog een keer terug op deze bouw) Maar als je op vrijdagmiddag net voor we huiswaarts keerden en aan hem vroeg waar hij dat weekend naar toe ging was zijn standaard antwoord : naar “Schaamharen”.