Ik zat in de Elzas voor mijn tentje wat te mijmeren toen de bus naar Deventer voorbij kwam. Of eigenlijk, het was een camper, zo groot als de bus naar Deventer. Op de aanhanger erachteraan stond een Fiat Panda. Het had net wat geregend dus het lemen pad over de camping liet wat los. Liet wat veel los toen de bus er over heen reed.
Pensionado’s. Ze hebben net een leven als loonslaaf achter zich gelaten en willen het er nog even van nemen voordat ze verplicht mee moeten doen aan koersbal in Stevenskamp of Swanewoerd. Dus kopen ze zich voor een paar tienduizendjes een camper die ze 45 weken per jaar ergens in een stalling moeten zien onder te brengen, maar dan hou je nog mooi wel anderhalve maand over om het verkeer tussen Nederland en pak ‘m beet Spanje te vertragen.
Ze rukken dusdanig op dat er al nieuwe verkeersborden zijn: verboden voor campers, für Camper verboten, interdit aux campeurs.
Vroeger stonden ze met Ribs en Blues wel eens illegaal geparkeerd langs de Westdorplaan die campers. Dat er dan ‘s morgens zo’n grijze blues-paardenstaart met leren hoed op langs de weg onder een luifeltje een kopje koffie deed. Later kwamen er speciale camper-campings. Aan de voet van de Holterberg zag ik er voor het eerst eentje. Oneerbiedig kleine plekjes, afgescheiden door dwerghoge hegjes, maar wel met water en stroom. En een septictank waar de gast ‘s morgens zijn chemisch toilet kan leegstorten dat ie ‘s nachts bij elkaar gebout had. ‘Gemakkelijk joh, hoef ik niet iedere keer de hele camping over. Ik moet namelijk vanwege prostaatk…’ Ja, ja, zo is het wel genoeg.
Maar naar dat soort camperplaatsen haalt de gemiddelde pensionado vandaag de dag zijn neus op. Als je loonslaaf-af bent, wil je het ook gewoon goed hebben voor de rest van je leven. Dus doe je een gezondheidscheck bij de dokter, laat je je een evenwichtig medicijnenpakketje van bloedverdunners en plastabletten voorschrijven en zet je iedere avond een fles wijn op tafel.
Al helemaal in de Elzas, daar maken ze dat spul immers. Nee, niet van die biologische, dat is niet pruimen. Een lekkere licht lambriserende (bestaat dat?) rozé van die gindse heuvel daar! Jammer dat de boer parkinson kreeg van het landbouwgif, Maar zijn wijn? Niet te versmaden!
Toen de bus naar Deventer voorbij kwam mijmerde ik nog even verder. Zou die vandaag op tijd zijn? Want reken maar dat zo’n pensionado en zijn vrouw er strakke rijtijden op na houden. Bij het autistische af is die camper ook perfect ingeladen. Alles past precies. Daar moet geen zandkorreltje tussenkomen. Anders loopt het niet meer op rolletjes.
En het lijkt wel of al die lui een chauffeursdiploma hebben. Je moet best kunnen passen en meten, wil je je slagschip op dat kleine campingplaatsje achteruit inparkeren. Dat komt heel secuur, want als je maximaal gebruik wil maken van het luifeloppervlak, zit je zo over je erfgrens op de plek van de buren.
Mijn vrouw schrok me terug uit mijn mijmeren met de opmerking: Wat is er gebeurd met de mensheid, dat ze zich dit laten welgevallen.
Met ergernis bovenstaande artikel gelezen. Alle camperaats hebben geen BUS. Die van ons was heel bescheiden 5.99 m. Ook zijn alle ouderen nog niet zoals je ons wegzet. We hebben er 20 jaar ontzettend veel plezier mee gehad. En altijd op camperplaatsen. Mijn man is helaas overleden. Ik zie elk jaar tegen de zomer op. Kan nog steeds niet naar voorbijrijdende campers kijken. Ik proef ook iets van jaloezie in jouw artikel. Ik hoop voor je dat je ooit ook plezier aan een camper kunt beleven.
Ha Minie.
Mijn eerste snelle reactie is dat als het je ergert, dat je dan natuurlijk ook kunt stoppen te lezen. Maar aan de andere kant schrijf ik natuurlijk stukkies waarvan ik hoop dat ze gelezen worden.
Tweede reactie: de verandering op de camping ten opzichte van 25 jaar geleden viel me op. Daar borrelde dit stukje uit op. Het is allemaal schertsend bedoeld. Ik ben namelijk zelf sinds een dag of 10 pensionado 😉 Ik kan niet anders zeggen dan dat ik de indruk had dat al die camperrijders het donders naar de zin hadden. Jaloers was ik bepaald niet. Ik heb andere manieren gevonden om vakantie te vieren, reizen te maken.
Maar de derde reactie is voor mij meest belangrijk: zin om jouw camper-ervaringen te delen? Graag!!!
Leuk geschreven voor iemand die beslist nooit langere tijd met een camper op stap is geweest, wat is er mooier dan ergens aan een strand te staan, met volop ruimte. Nederland is te bekrompen voor campers, in nagenoeg heel Europa mag je vrij overnachten.
Lekkerrrrrr M. Slingenberg. Hoe weet je nou dat ik beslist nooit langere tijd met een camper op vakantie ben geweest? En of dat nu wel of niet het geval is: ik kan je verzekeren dat ik weken lang ergens aan een strand heb gestaan, met volop ruimte. In Griekenland in een prachtig oud huisje van Cocomat, een bedrijf dat je eens moet opzoeken. Dankzij hun matrassen slaap ik iedere nacht zo lekker.
Dat strand was vooral zo rustig omdat je er niet met en camper kunt komen. Want daar vrees ik, wringt wel een beetje de schoen. De camper rukt op! En gaat overheersen. Neemt over. Staat in de weg.
Dat doet het toerisme in het algemeen, de camper in dit geval in het bijzonder. Daarom ga ik ook nooit terug naar dezelfde plek. Daar is het een paar jaar later overgenomen door ’toerisme’.
Kamperen in de natuur, hoe mooi!