Als we doorgaan met de concurrentielandbouw weten we een ding zeker: of ik, of mijn buurman is over tien jaar geen boer meer…….. Willen we dit werkelijk? Rond 1950 waren we met 400.000 boeren. Sindsdien is er sprake van een vrije val, nu zijn er nog 50.000 boeren over. Zo verdwijnen er 25 tot 50 boeren per week
Door boer, bodem en dier “uit te melken” en “uit te persen” roepen we als samenleving vroeg of laat onheil over ons af. Ook als boer, is het de hoogste tijd ons af te vragen welke gezonde grenzen we al geruime tijd hebben overschreden.
Voedsel is een eerste levensbehoefte. Het is opmerkelijk dat we onze voedselvoorziening geheel afhankelijk hebben gemaakt van fossiele energie (brandstof, kunstmest, chemische pesticiden)
Om mensen gezond te houden en blijvend te voeden moeten we het bodemleven koesteren. Het gaat om het voeden van het bodemleven. Het bodemleven reageert vervolgens met het voeden van de plant, dier en mens. De zorg voor de bodem is dan ook een van de belangrijkste uitgangspunten. In de loop van de tijd hebben stromest/stalmest en vlinderbloemigen plaats moeten maken voor kunstmest, drijfmest en giftige bestrijdingsmiddelen.
Nederland is trots op z’n voedselproductie en export. Nemen we echter de werkelijke kosten en verliezen in ogenschouw dan is schaamte meer gepast. Het gevolg van dit “economisch” denken vertaalt zich in vervuilde bodem en drinkwater, het verdwijnen van bodemleven, akker- en weidevogels, zoogdieren, insecten, vlinders, planten, enz.
Onze beleidsmakers en LTO hebben al meer dan 40 jaar oogkleppen op. Als zij de problemen al zien, dan willen ze deze nog steeds oplossen met innovatie en schaalvergroting.
We moeten weer gaan boeren met ontzag en respect voor de natuur. Er wordt een beroep op ons gedaan om verantwoord te handelen, zowel van producent maar ook als consument. Er is een sterk verband tussen biodiversiteit en voedselproductie. De rol van het bodemleven is niet alleen het voeden van de planten; voldoende schoon grondwater ( en uiteindelijk drinkwater) is eveneens afhankelijk van een goed functionerend bodemvoedselweb.
De boer en bodem zullen weer centraal moeten staan. Van agrobusiness bedrijven hoef je geen medewerking in deze te verwachten. De overheid zal weer, net als voorheen, met onafhankelijke voorlichting moeten komen. Geen verkopers, maar voorlichters.
Waar ik in geloof is dit: een gebied, een land waar natuur en landbouw samenleven, waar het gonst van de bijen en vlinders, waar het kwettert van de vogels, en waar het kleurt en geurt van bloemen. Dit is het landschap waar ik van houd. Met welwillende boeren moet dat lukken. Als consument kunnen we ook ons steentje bijdragen door duurzaam te consumeren. Goed voor het milieu, bodem, lucht en water.
Daar zijn we als boer blij mee.
Website Overesch ecologische landbouw en winkel