De les is onderdeel van een breder programma waarin duurzaamheid en wereldwijde rechtvaardigheid centraal staan. De leerlingen werden meegenomen in de vaak onzichtbare wereld achter hun kleding. Van katoenplantages in India tot fabrieken in Bangladesh: een simpel kledingstuk legt vaak een lange en schrijnende weg af.
Oogkleppen af: de echte prijs van kleding
Dat de kledingindustrie één van de meest vervuilende sectoren ter wereld is, kwam voor veel leerlingen als een verrassing. “Voor één spijkerbroek is maar liefst 10.000 liter water nodig,” hoorden verbaasde leerlingen tijdens de les. En dat kledingarbeiders gemiddeld slechts 18 cent per kledingstuk verdienen, vaak onder slechte en onveilige omstandigheden, maakte indruk.
Tijdens de interactieve gastlessen werd duidelijk hoeveel mensen betrokken zijn bij de productie van één kledingstuk, soms wel 86 paar handen. Leerlingen speelden een rollenspel waarin ze zelf in de huid kropen van bijvoorbeeld katoenboeren, fabriekseigenaren, kledingarbeiders en consumenten. Daarbij werd pijnlijk duidelijk hoe scheef de verdeling van de opbrengst vaak is.
(Lees verder onder afbeelding)
Met overtuiging voor de klas
Gastdocent Rob Noordink wist de leerlingen te boeien met zijn passie, overtuiging en enthousiasme. Zijn duidelijke uitleg, persoonlijke betrokkenheid en actuele voorbeelden maakten diepe indruk in de klas. Ook het gebruik van filmpjes, interactieve vragen en het rollenspel zorgden ervoor dat de les bleef hangen.
“Veel jongeren staan niet stil bij de weg die hun kleding aflegt,” bleek tijdens de gesprekken in de klas. Waar komt dat shirt vandaan? Wie heeft het gemaakt, onder welke omstandigheden en tegen welke prijs voor mens en milieu? De leerlingen ontdekten hoe hun kledingkast verbonden is met fabrieksarbeid in landen als Bangladesh, Egypte, India en Vietnam én hoe fast fashion een enorme ecologische voetafdruk achterlaat.
Wat kun je zelf doen?
De les bood ook hoopvolle perspectieven. Leerlingen leerden over apps als Good On You, waarmee je kunt checken hoe duurzaam een kledingmerk is, en over platforms als Project Cece, die duurzame kleding verzamelen op één plek. Ook tweedehands winkelen via Vinted of de kringloopwinkel werd genoemd als goed alternatief.
Minder kopen bleek een belangrijke les: als je elk kledingstuk minimaal dertig keer draagt, bespaar je al flink op milieu-impact. Ook werd besproken hoe je kapotte kleding kunt (laten) repareren in plaats van weggooien, en waarom biologisch katoen een betere keuze is.
Jaarlijks herhalen
Docente Dieuwertje Kuppens noemde de les waardevol en was blij met de betrokkenheid van de leerlingen. Zij ziet graag dat de gastlessen volgend jaar opnieuw worden aangeboden. “Er was veel aandacht in de klas. Het zet echt aan tot nadenken.”
Meer weten over eerlijke handel en de activiteiten in Raalte? Kijk op: https://fairtradegemeenten.nl/gemeente/