Door Martijn Willems (Buurtkoraal.nl)
ZZP’ers, zelfstandigen zonder personeel. Een term die in mijn ogen geen recht doet aan het werk dat we doen. ZP’er, zelfstandig professional zou beter passen. Maar dit laat ik verder achterwege.
‘Zelfstandig’ is wat de ZZP’ers en de ZP’ers verbindt. Wij hebben gekozen voor zelfstandigheid. De een bewuster dan de ander. Momenteel werken 9,8 miljoen mensen in Nederland (2024; CBS), 1,8 miljoen daarvan zijn ZZP’ers. Daarmee vertegenwoordigen wij 18,3% van het totaal aan werkende mensen in Nederland.
Wij hebben gekozen voor zelfstandig zijn, maar we hebben hier niet allemaal met dezelfde beweegreden voor gekozen.
- Er is een grote groep die bewust voor deze vorm van ondernemerschap kiest. Die willen vrijheid en afwisseling in hun werk en zijn bereid hier risico’s voor te lopen.
- Er is ook een groep die min of meer ‘gedwongen’ zelfstandig is. Ooit door hun werkgever ontslagen en via de achterdeur uitgenodigd om als ZZP’er weer aan hetzelfde werk te gaan.
- Dit zag je veel gebeuren in de bouw toen die sector getroffen werd door de financiële crisis. Een timmerman werd ontslagen bij een bedrijf om een week later weer voor hetzelfde bedrijf aan de slag te gaan, als timmerman.
- Ik ken zorgmedewerkers die de werkdruk in de zorg zo absurd vonden en merkten dat ZZP’ers het veel relaxter hadden, minder regeldruk en vrijheid om te kiezen voor de diensten die ze willen draaien.
- Dan zie je bedrijven die vaak laagbetaald werk aanbieden en alleen maar met ZZP’ers willen werken uit kostenoverwegingen. Denk aan de postbezorging, maaltijdbezorgers en industrie.
Een breed palet aan ZZP’ers dus en daarmee zijn wij tegelijk niet één groep.
Wij regelen een hoop zelf omdat wij geen gebruik kunnen maken van vangnetten als ziektewet, werkloosheidswet en pensioenopbouw. Als onze opdrachtgevers niet meer met ons willen werken dan kunnen ze per direct van ons af. Andersom geldt dit gelukkig ook. Wij kunnen zelf allerlei verzekeringen afsluiten en geld sparen om onze zekerheid in de toekomst te regelen.
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en Broodfondsen vangen je op bij langdurige ziekte.
Een broodfonds start je met een groep zelfstandigen in je stad of dorp, die zijn betrokken bij elkaar en daar kan je, bij ziekte, voor twee jaar rekenen op een maandelijkse schenking van leefgeld om je vaste lasten te blijven betalen. Bij een verzekeraar van de AOV is dat maar afwachten. Ik hoor verhalen over verzekeraars die van alles uit de kast trekken om maar niet uit te hoeven keren bij langdurige ziekte.
Het opbouwen van een pensioen kan op vele manieren en ik durf wel aan dat maar zeer weinig ZZP’ers daar iets goeds voor geregeld hebben. Wij kunnen straks in ieder geval terugvallen op een AOW, verder is het hopen op het beste.
In ons dagelijks werk is het niet zeker dat je altijd betaald werk hebt. Door allerlei omstandigheden hebben wij de laatste vijftien jaar gezien dat het hebben van een opdracht helemaal niet vanzelfsprekend is. Periodes zonder werk zijn periodes zonder inkomen. Ook daarvoor moeten zij zelf zaken regelen. Een buffer van drie maanden zonder inkomen is een algemeen geldend advies aan ZZP’ers.
Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA)
Nu is er sinds 2016 een wet ingegaan die zaken beter wil regelen rondom ZZP’ers. Het ging er in essentie om dat je zelfstandigheid voorop moest staan en al het werk dat de schijn heeft van regulier werk heeft aangepakt moet worden. Deze wet is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA).
De naam geeft al aan waar de kern van het werk zit. Kort gezegd komt het erop neer dat de opdrachtgever moet beoordelen of het werk dat de ZZP’er in opdracht voor haar uitvoert geen werk is dat ook een reguliere werknemer voor haar had kunnen verrichten.
Vanaf het ingaan van deze wet is er een hoop onduidelijkheid over hoe je deze wet moet interpreteren. De belastingdienst heeft destijds een reeks modelovereenkomsten bedacht die zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer duidelijkheid moesten geven over het al dan niet verkapte werkgeverschap. Deze modelovereenkomsten leverden zoveel onduidelijkheid op dat besloten werd om deze niet te handhaven.
De wet leek een storm in een glas water en al vrij snel gingen we over tot de orde van de dag en heeft het weinig effect gehad op onze opdrachten.
Tot nu! Nu moet de belastingdienst vanaf 1 januari 2025 gaan handhaven op deze wet. Handhaven dus op de wet, die nog steeds voor veel onduidelijkheid en intussen zelfs paniek zorgt. Paniek bij de ZZP- ers maar zeker ook bij de opdrachtgevers. Zij lopen het risico dat bij controle door de belastingdienst geoordeeld wordt dat ze niet juist gehandeld hebben. Hun opdracht had ook uitgevoerd kunnen worden door een werknemer. Met terugwerkende kracht kan de opdrachtgever gesommeerd worden om alle niet afgedragen sociale premies (voor AOW, WW en ZW) over de periode van de opdracht terug te betalen.
Opdrachtgevers trekken bij voorbaat al massaal hun opdrachten terug of beleggen ze bij uitzendbureaus of andere constructies.
Schijnzelfstandigheid aanpakken
De motivatie van de overheid om deze wet in te zetten was om de schijnzelfstandigheid aan te pakken. Een heel goede zaak lijkt mij, zolang die erop gericht was om onderbetaling en uitbuiting tegen te gaan. Maar dat blijkt niet de motivatie te zijn. Het heeft er in mijn ogen alle schijn van dat deze regel bij moet dragen aan het op orde houden van alle potjes geld in de sociale zekerheid (AOW, WW en ZW).
Er wordt geredeneerd dat werk moet blijven zoals het altijd was. Werken voor een baas moet de norm zijn. Vakbonden lijken ook heftig mee te doen in dit debat. Maar in mijn ogen is er al lange tijd een grote verschuiving van de kijk op arbeid gaande, door zowel werkgevers als werkenden. Een groot deel wil een arbeidscontract met alle voor- en nadelen. Maar ook een niet te negeren deel van 18,3% van de werkenden kiest voor het ZZP’er zijn, met alle voor- en nadelen.
Hier wordt in mijn ogen met alle gemak aan voorbij gegaan. Het zou de overheid en de vakbonden sieren als zij een goede, toekomstbestendige visie op werk maken waarbij ook plaats is voor ZZP’ers.
Stel bijvoorbeeld een minimumtarief voor ZZp’ers in. Er wordt gesproken over een minimaal tarief van € 33,- per uur. Ik kan u verzekeren dat de ZZP’er die dit verdient, niet goed voorbereid de toekomst in kan. Maar het is in ieder geval iets. Ik denk dat het minimumtarief €45,- moet zijn om een beetje rond te kunnen komen. En dan heeft een ZZP er nog geen riant inkomen per maand. Zeker niet als je nadenkt over alles dat wij zelf regelen.
Waarom zou je ZZP’er worden
Nu hoor ik u denken: “Waarom zou je nog ZZP’er worden?” Nou, er zijn vele mooie kanten. De vrijheid is voor mij een heel belangrijke keuze geweest. Ik verricht vrij specifiek werk voor mijn opdrachtgevers. Ik werk voor heel verschillende opdrachtgevers en verbind bewoners van buurten in stad of dorp aan complexe projecten. Denk bijvoorbeeld aan alles dat geregeld moet worden met bewoners van een buurt waar alle woningen gesloopt en weer opgebouwd worden. Met mijn expertise kan je mij geen baan aanbieden binnen één organisatie. Mijn kennis verbreedt zich bij elke opdrachtgever. Deze kennis neem ik weer mee naar andere opdrachtgevers. Zo heeft het werk dat ik doe een extra meerwaarde voor de organisaties waar ik voor werk. Ik bestuif ze met kennis. En ik ben niet de enige die op deze manier werkt!
Ik zie ons ZZP’ers ook wel als een kolonie werkbijen. Wij verspreiden kennis en voorzien daarmee bedrijven en organisaties van vruchtbare opbrengsten. Ik doe dit werk graag op deze manier. Ik ben als ZZP’er loyaler naar mijn opdrachtgevers dan ik was als werknemer en ik weet dat dit voor meer mensen geldt. Ik neem alle risico’s die ik loop voor lief met deze vrijheid. Op dit moment heb ik al enkele maanden minder werk omdat een aantal opdrachten in afwachting van besluitvorming zijn. Hierdoor heb ik momenteel minder inkomsten. Dat vind ik geen probleem. Het is mijn ondernemersrisico.
Er zijn ook ZZP’ers die gebruik maken van allerlei mogelijkheden om zichzelf te verrijken.Dit is zeer kort geleden duidelijk geworden in de zorg. Dat is een hele kwalijke zaak. Dit moet zeker aan banden gelegd worden door regelgeving. Maar laten we niet vergeten dat niet alle 1,8 miljoen ZZP’ers op deze manier werken. Ik durf te stellen dat 99,5% van alle ZZP’ers zijn zaken netjes voor elkaar heeft, dat heel belangrijk vindt en dat ook graag zo wil houden. En juist dat is wat ons op dit moment bedreigt. Daar zouden de overheid en de vakbonden ons bij moeten helpen!