Op Damast in Salland schrijven Sallanders van allerlei komaf hoe ze tegen bepaalde zaken aankijken. Maar hoe kijkt Salland tegen Salland aan? Wat is volgens jou typisch Sallands? Voor meer artikelen over dit onderwerp klik hier. Saamhorigheid is in Salland noaberschap. We zijn er trots op. Maar hoe naburig is noaberschap eigenlijk? “Als je met de rest meedoet, hoor je er bij,” constateert Harrie Kiekebosch, maar anders…
Door Harrie Kiekebosch
“Bij Luto koopt iedereen in de pauze altijd een lootje voor de grote loterij na afloop,” legde ome Gerrit uit aan mijn vader, toen het over de saamhorigheid van het dorp ging.
Luttenberg is een dorp dat ik graag gebruik als voorbeeld van Sallandse gemeenschapszin. Met z’n allen de schouders eronder, lukt daar altijd alles. Als iemand wil beachvolleyballen, richt ie gewoon een vereniging op, daar sluiten mensen zich dan bij aan en klaar is Kees. Jeu de boules vereniging? Kom maar op.
En zo bestaat Luto dus ook al sinds jaar en dag. Luttenberg Toneel, op de planken brengen ze Hoekse en Kabeljouwse twisten, John Lanting met zijn Theater van de Lach was beter, maar in Elckerlyc lachten ze harder. Dat is gemeenschapszin.
“Maar”, zei mijn vader tegen ome Gerrit, “ik wil helemaal niet meedoen aan die loterij. Alleen heb ik die keus niet. Ik móet in Luttenberg saamhorig zijn.”
Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt. Hier in Salland bulkt het van de noaberschap. Je hoort er bij, je doet mee, je gedraagt zich als de ander, een voor allen, allen voor een.
Je hebt alleen een probleem als je anders bent, anders denkt en anders doet.
Vroeger op het Rameler platteland was ik nagenoeg de enige op de lagere school met een vriendje die niet van de boerderij kwam. Jongens uit het dorp moesten zich er tussen knokken. Ik zelf trouwens ook, toen we van Heino naar Raalte verhuisden. Ik moest met de sterkste jongen van de klas vechten voor een plekkie.
Mijn moeder stapte op als voorzitter van de KPO omdat mijn broer ging samenwonen: dat was tegen het geloof.
Ik stapte op uit de kerk omdat de kerk tegen homo’s is. Toen was ík de lul, niet de pastoor.
Noaberschap is schone schijn. Immanuel Kant zegt daar iets zinnigs over. Iets in de richting van de vrijheid die je ervaart binnen de gestelde regels. Heerlijke vrijheid, totdat je aan regels gaat knagen.
Ik ervaar in Salland beide: die fantastische vrijheid als je binnen de kleurtjes kleurt; maar weet ook dat de pek en veren altijd in de schuur staat.