Je moet opschieten als je dit jaar gebruik wil maken van subsidie op een stekker-auto: de subsidie gaat 3 januari om 09.00 uur (nu dus) open en de verwachting is dat de interesse zo groot is, dat de subsidiepot snel leeg is. Vorig jaar was de overheidsbijdrage al binnen enkele dagen op.
Voor 2022 heeft de overheid 90 miljoen in de pot gedaan, 70 is voor nieuwe auto’s, 20 voor tweede handsen. Vorig jaar ging het om 28 miljoen, de helft voor nieuw, de helft voor tweedehands. Naar verwachting is de pot ook dit jaar snel leeg. Dat komt omdat elektrisch rijden populair is. Het subsidiezetje in de rug doet mensen besluiten nog sneller over te stappen.
Het is wel logisch dat elektrisch rijden populair is. De ‘brandstof’ wek je met eigen zonnepanelen op, dus die is heel goedkoop en als je de panelen hebt afgeschreven zelfs gratis. De auto vergt veel minder onderhoud en gaat veel meer kilometers mee. En omdat de auto’s tegenwoordig met gemak 300 kilometer op een accu rijden, hoef je alleen op vakantie maar onderweg bij te laden, voor de rest doe je dat thuis of op je afspraak-locatie. Laadpalen zijn er inmiddels overal genoeg, daar hoef je niet vooraf eerst een zoektocht meer naar te doen en je navigatie zet je keurig bij een laadpaal af.
De subsidie-auto moet tussen de 12 en 45.000 euro kosten. Je krijgt dan 3350 euro subsidie. Dat moet je zien als een beloning voor jouw bijdrage het milieu en het klimaat te redden. Als je een tweedehandsje op de kop tikt krijg je 2000 euro subsidie. Maar de tweedehandsmarkt is nog niet zo royaal bezaaid. Deskundigen zeggen dat daarom het aanjagen van de nieuwe elektrische auto zo belangrijk is. Het duurt langer dan bij brandstofauto’s voordat je ze inruilt (ze gaan echt langer mee), maar als je elektrisch rijden mainstream wil krijgen, moet er wel eerst een goede tweedehands markt zijn.