Xentari is een biologisch product, zeggen de gemeenten Olst-Wijhe en Raalte, en daarom is het heel veilig dat we daar de eikenprocessierups mee doodspuiten. Maar als ze er mee in de weer zijn, wordt wel geadviseerd ramen en deuren te sluiten…
De spuitdeskundige van Olst-Wijhe: “We doen dit 1x per jaar, met name binnen de bebouwde kom. Wij stemmen het tijdstip van behandelen af op wat de natuur doet. Dat wil zeggen als de bomen in blad komen beginnen wij preventief te behandelen met het biologische middel. Niet eerder. Rupsen moeten ook eten hebben, dus kale bomen zijn niet interessant. Deze werkwijze hanteren wij al enkele jaren.”
Dat je ze al jaren allemaal doodspuit is volgens deskundigen precies de reden dat je ook inderdaad ieder jaar opnieuw ten strijde moet. Je gaat de overlast van de eikenprocessierups op termijn niet verkleinen als je de rups ieder jaar doodspuit, je houdt die overlast juist in stand. Omdat je de natuur niet de kans geeft zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, aan ons warmer wordende klimaat.
Langzaam maar zeker kruipt de eikenprocessierups op naar noordelijker gebieden. De aarde warmt op dus verplaatsen dieren met de temperatuur mee. Allerlei ziekmakende muggen zijn in opmars. Andersom leggen sparren en straks lijsterbessen het loodje. Dat zit ‘m soms in kleine dingen. Sparren maken bijvoorbeeld minder hars als het warmer is. Die hars beschermt de boom tegen de letterzetter, een insectje dat onder de bast kruipt en de opwaartse sapstroom tegengaat. Einde boom.
Die eikenprocessierups rukt ook op. Ineens was ie daar. Ineens hadden we er last van. Eigenlijk is het gewoon een rups die voortkomt uit eitjes van een vlinder. Eitjes, pop, rups, vlinder en dan weer eitje. Vlinders, die vinden we aaibaar. Maar de eikenprocessievlinder niet. ’t Is een nachtvlinder die je vanwege zijn bruingele schutkleur bijna niet ziet. Dat die niet groter is dan anderhalve centimeter helpt ook niet.
Omdat die blind is kruipen ze kont aan kop over de stam van de eikenboom, in processie op zoek naar voedsel. Hun brandharen schieten ze af als ie zich wil verdedigen. Die haartjes zijn maar 0,1 millimeter groot en ze zweven met een beetje wind zo maar 100 meter door de lucht.
(tekst gaat verder onder de foto)
Als je nou kijkt waar de rups vandaan komt, uit België en Noord Frankrijk bijvoorbeeld, dan kom je daar geen overlast tegen. Gemeenten spuiten zich daar geen slag in de rondte in een kansloze strijd tegen de natuur. Waarom niet? Omdat daar de eikenprocessierups onderdeel van een natuurlijk evenwicht is, eet en gegeten wordt, maar geen overlast veroorzaakt.
In het ecosysteem daar heeft de rups veel meer natuurlijke vijanden. We gunnen de natuur hier niet de kans daar naar toe te groeien. Omdat we de rups (en alle andere rupsen) ieder jaar doodspuiten zal er nooit een natuurlijk evenwicht ontstaat. Daarnaast werkt ons bermbeheer ook niet mee: we willen het gras kort houden en tussen bomen maaien we alle struiken ook nog eens weg. Dat levert vooral een monotone natuur op. Nestkastjes neerhangen om de koolmees te lokken is zinloos, want wat heeft die koolmees nu helemaal te zoeken in die niet-natuur. Die eet liever zijn maaltje bij elkaar op plekken waar de menukaart wat meer afwisselend is.
Een woordvoerder van Olst-Wijhe laat overigens weten na het voorjaar pas in het najaar weer te maaien “dus er is voldoende voedsel voor de natuurlijke vijand van de eikenprocessierups.”
Conclusie:
– gemeenten vinden dat biologische spuitgoedje zelf ook niet zo veilig.
– als je de eikenprocessierups doodspuit, spuit je andere aankomende vlinders ook dood.
– het doodspuiten van de rups in combinatie met ons bermbeheer zal de rups nooit op laten gaan in en natuurlijk ecosysteem