De geur van vers gesneden koriander en een vleugje limoen hangt boven de tafel. “Salade Mexicaans,” zegt ze, terwijl ze de schaal naar het midden schuift. “Iets wat de kinderen heel lekker vinden. Maar ik maakte het voor het eerst acht jaar geleden.” Ze pauzeert even, zoekt naar de juiste woorden. “Ik was net zwanger. Het hartje klopte nog maar heel zachtjes. De volgende dag… het was een miskraam.” Een paar mensen kijken op, even stil. “Ik had behoefte aan troosteten. En dat werd dit. En nu… nu heb ik twee gezonde kinderen.” Ze glimlacht. “Een fris gerecht.”
Aan tafel blijft het even stil, maar niet ongemakkelijk. Eten verbindt, en verhalen doen dat ook.
“Bij ons is dat linzensoep,” zegt iemand anders, een man met donkere krullen en een zachte stem. “Toen we moesten vluchten, aten we onderweg bijna niets. Maar op een nacht, in een klein dorpje, gaf een vrouw ons een pan linzensoep. Het was warm. Het voelde als thuiskomen, al waren we ver van huis.” Hij lacht. “Mijn kinderen noemen het nu ‘papa’s soep’. Ze weten niet eens echt waarom, maar het is onze smaak van troost.”
Aan de overkant van de tafel knikt een oudere vrouw. “Bij mij is het stamppot.” Ze lepelt wat jus over haar bord. “Toen mijn man overleed, had ik wekenlang geen zin om te eten. Mijn buurvrouw zette gewoon een bord stamppot voor me neer. ‘Eet nou maar, dat moet je gewoon doen,’ zei ze. Ik at, ik huilde, ik at verder. Het hielp. Nog steeds is dat het eten waar ik naar grijp als alles me even te veel wordt.”
Een jong meisje prikt met haar vork in een stukje rijsttaart. “Mijn oma maakte dit altijd als ik ziek was,” vertelt ze. “Ze is er niet meer, maar ik bak ‘m nog steeds. Dan lijkt het net alsof ze er toch nog even bij is.”
De verhalen vloeien, net als het eten. Iedereen heeft wel iets wat troost biedt. Een gerecht dat meer is dan de ingrediënten, meer dan de smaak. Het is herinnering, verbondenheid, een klein stukje houvast als het leven even schuurt.
Buiten wordt het donker, binnen wordt er gelachen. “Troosteten,” zegt iemand, “is eigenlijk gewoon liefde op een bord.”
Iedereen knikt. En schept nog een keer op.