“Ik ben op het voetbalveld ook wel eens gediscrimineerd” zegt Refik Köse, “in de tijd dat ik in het eerste van SV Raalte speelde. “In Slagharen, ook een keer in Heerde, wat ik me zo herinneren kan. Vieze Turk meestal. En dat ik stonk. Veel creativiteit hadden ze daarbij niet.”
Door Harrie Kiekebosch
Refik’s vader kwam naar Raalte voor werk. Later volgde de rest van de familie. Hij is in zijn leven geregeld tegen zijn afkomst aangelopen, maar tegelijk is hij ook verbaasd over de felle demonstraties tegen discriminatie en racisme. “Niet dat ik zeg dat er niks aan de hand is, en ik vind ook dat discriminatie uitgebannen moet worden, maar ik ben meer verbaasd omdat ik niet goed snap waar het nú, juist op dit moment ineens vandaan komt. Ja, van die moord in Amerika. En dat is heel erg en ernstig. Maar het is er mijn hele leven al. Grapjes over de profeet moet je kunnen maken, zeggen dan de cabaretiers terwijl ze me daarmee krenken tot op het bot. Waarom dat wel? Terwijl je nu ineens wel heel erg moet oppassen welke woorden je gebruikt als het om wit of zwart gaat? Dat snap ik niet. Dat christenen grappen maken over Jezus en God moeten ze zelf weten, maar dat is toch geen argument dat je dus ook grappen over de profeet kunt maken? Ik kan me niet herinneren dat er in onze kringen ooit iemand grappen maakte over God.”
“Ik heb er mijn hele leven al mee te maken.” Niet dat Refik daar onder lijdt overigens. “Discriminatie is overal. Een land dat zegt dat ze het daar niet doen, daar liegen ze. Waarom is er nog wel een reisverbod naar Turkije en niet meer naar Spanje of Italië? Corona is in Turkije goed onder controle gehouden. Direct alles op slot gedaan, weinig doden. Spanje en Italië waren hotspots. Maar die landen zijn weer open… Dat is een politiek besluit!”
“En in Turkije zelf wordt er ook gediscrimineerd. Richting Koerden, Soennieten, Sjiieten… Ik werd en word hier in Nederland gediscrimineerd omdat ik uit Turkije kom. Maar in Turkije werd ik gediscrimineerd omdat ik die Nederlander was. Dat is nu trouwens niet meer zo, omdat er zo verschrikkelijk veel toeristen in Turkije komen, dat ze daar wel aan gewend zijn. Maar als ik in Instanbul loop, spreken ze me in het Engels aan, ze vinden me daar geen Turk.”
Op de voetbalvelden beantwoordde Refik de discriminatie altijd met voetballen. “Dan speelde ik ze een paar keer door de benen. Of dat een van mijn teamgenoten het overnam en dan zo’n kerel een rottrap gaf. Als ze me schaap noemden, antwoordde ik dat ze niet zoveel varkensvlees moeten eten want dan ga je er steeds meer op lijken. Of dat ze eens een keer iets origineels moeten bedenken. Ik ben één keer op een feestje geweest waar iemand de racist uithing. Maar die hebben ze er gewoon uitgegooid. Dat is anders dan op een voetbalveld. Dan zijn mensen gewoon opgefokt. Mij schelden ze uit dat ik stink, maar de grens moet het net zo goed ontgelden. Van die veteraren van 50+ die zich als kinderen gedragen. Die zijn niet goed wijs. Maar discrimineren? Ik denk het niet.”
Bij SV Raalte heeft Refik de omgang met minderheden altijd heel goed gevonden. “Kwam er iemand van de KNVB om uit te leggen hoe een voetbalclub daar mee om moest mee gaan. Met een witte en een zwarte veter voor de voetbalschoenen. Maar die man vroeg zich al snel af wat hij kwam doen. Daar was ik zelf wel debet aan. Als een leider in een vergadering zei dat hij zo’n lastige Turk in zijn jeugdteam had, dan stond ik wel op met de vraag of die Turk misschien ook gewoon een voornaam had.”
Het gesprek aangaan en niet kwaad worden, dat is volgens Refik veel belangrijker dan denken dat je gediscrimineerd wordt. “Nu ook als badmeester bij de Tippe. Ik heb nog nooit iets over mijn afkomst gehoord. Maar ik heb ook nooit gelazer. Als een groep jongens troep achterlaat, vraag ik ze gewoon of ze dat op willen ruimen, omdat ze dan morgen weer een schoon grasveld hebben. En dat begrijpen ze dondersgoed. Nooit gezeur daarover gehad. Of ik neem een slipper in beslag, die krijgen ze terug als het weer netjes is 😉 ”
Refik weet ook dat hij in Raalte makkelijk praten heeft. “Het is hier geen stad. Als ik soms die beelden zie van die rotjochies, dan kan ik me donders goed voorstellen dat je daar dan kwaad op wordt, of bang voor bent. En ik kan ook wel begrijpen dat je dan even geen Marokkaan aanneemt bij de volgende vacature. Maar uiteindelijk moet wel iedereen een tweede kans hebben, of een derde. Of dat nu precies racisme is…” Hij voelt wel wat voor de uitleg dat je je afzet tegen de bevolkingsgroep onder je en dat je probeert te worden wat de laag boven je is. Vroeger toen er in Raalte nog geen ‘gastarbeiders’ waren, moesten de woonwagenbewoners het ontgelden en keek je op tegen een leraar. Dat zijn nu andere groepen geworden. “Vroeger was dat hier ook tussen katholieken en protestanten. Je moest niet met iemand van een ander geloof thuis komen. In onze kringen is het inmiddels best geaccepteerd als een van onze kinderen thuis komt met een Nederlander. Ik denk dat dat andersom nog wel wat anders ligt!”