Ik zie altijd die initiatieven voor eettafels in onze gemeenschap, en vraag me soms af of we, als we samen zouden werken, zouden kunnen bereiken dat onze grote gemeenschap van Salland een kleine familie wordt? De eettafel is het belangrijkste dat familieleden met elkaar verbindt tijdens hun intieme bijeenkomsten. Ik weet wat mijn broer graag eet, en wat mijn zus niet lekker vindt, en zij weten allemaal wat mijn favoriete maaltijd is, en zo praten we en maken we grappen terwijl we eten. Hoe graag zou ik dat willen zien in onze grote familie in onze gemeenschap.
Onze regio “Salland” kent veel initiatieven die met eten te maken hebben, en het doel is vaak hetzelfde: mensen uit de lokale gemeenschap en mensen van verschillende culturele achtergronden samenbrengen aan de eettafel om gesprekken te voeren en elkaar te leren kennen. De keuken kan worden gezien als de identiteit van een volk, en deze identiteit wijst je op het land waar de persoon woont, wat de gewassen zijn die daar geteeld worden en welke vee er gehouden wordt, en dus ook de aard van de mensen.
Persoonlijk heb ik veel van deze tafels meegemaakt en ik ben overtuigd van het doel waarvoor ze zijn gemaakt, maar tegelijkertijd bracht het mijn herinneringen terug naar een gezin van vijf kinderen en een moeder die altijd aanwezig was, terwijl de vader het grootste deel van zijn tijd aan het werk was en soms het land verliet.
Dit was in de jaren tachtig van de vorige eeuw, en het wordt door de generatie die het heeft meegemaakt beschouwd als de gouden periode wat betreft gezinswarmte en sociale relaties in vergelijking met de slechte politieke en economische situatie.
In Syrië leed het land toen ook onder Europese sancties en economische blokkades vanwege zijn standpunt ten opzichte van het socialistische blok, wat ervoor zorgde dat veel dingen verdwenen. We zagen bananen alleen op foto’s, en wanneer ze beschikbaar waren, waren de prijzen astronomisch, zodat de meeste gezinnen ze zich niet konden veroorloven. Daarom was er een gezegde bij de moeders, en ook bij mijn moeder: “O mijn kind, de banaan is geen voedsel, het is niet om je vol te maken”, wat betekende dat we met vier kinderen een enkele banaan deelden.
Zelfs nu komen die beelden terug en als ik sommige daarvan zie, voel ik meteen de warmte. Gezinnen waren altijd dicht bij elkaar, er was niets wat ons van elkaar afleidde. We praatten, speelden, maakten grappen voor het lachen. Er waren geen mobiele telefoons en geen sociale media. Zelfs het televisie kijken was beperkt tot een uur of twee per dag, het liefst tijdens de kinderprogramma’s.
We zaten in Syrië naast de haard in ons huis, daar was het fysieke warmtecentrum, en daarnaast zat mijn moeder, het emotionele en spirituele warmtecentrum. Ik herinner me nog goed hoe we vrijwel in een cirkel rond haar zaten.
Ik herinner me altijd dit leven wanneer we hier in “Salland” aan de eettafel zitten, of zelfs wanneer ik door de straten van “Olst” wandel en soms het geluid en de geur van de warmte ruik die uit familiebijeenkomsten komt.
Conclusie: Elke keer als ik hier eet, elke keer als ik met anderen zit in momenten die lijken op wat ik in mijn jeugd heb meegemaakt, herinner ik me hoe het leven warmer, eenvoudiger en oprechter was, en hoe deze momenten van menselijke communicatie deel uitmaken van ons erfgoed dat we nooit mogen verliezen.