Bij de verzameling aan materialen had ik nog een ongebruikte lap schilderslinnen liggen. De structuur was te stug om zo te beschilderen, daarom kreeg ik het idee om het in delen van 10x15cm te snijden en er portretjes op te maken.
Door Jos van Westing
Veertig stuks kreeg ik uit de lap linnen. Toen ze allemaal beschilderd waren, heb ik er één groot geheel van gemaakt van enkele meters in het vierkant door ze aan elkaar te verbinden met satéstokjes en stukjes koord. Het project vond ik wel geslaagd maar omdat het mij in de weg hing heb ik het weer afgebroken zonder dat iemand het nog maar gezien had.
Later heb ik 24 van de mooiste portretjes weer verwerkt op een paneel van 120x120cm door ze op te plakken en er ronde kopjes van te maken. Weer later, ook op dit paneel iets anders gemaakt en de 24 inmiddels onbruikbaar geworden portretjes weggegooid. De zestien overige lagen al een tijd op een stapeltje, zij niet, maar ik ook niet wetend wat ik er nog mee kon doen.
Op een gegeven moment heb ik ze maar aangeboden op de kunstveiling. Niet dat ik er veel van verwachtte, maar ze werden gepubliceerd op hun site met vermelding van de datum van de veiling. Het is altijd wel spannend als jouw kavel aan de beurt is, of er wel iemand geïnteresseerd is en op dat item gaat bieden. Er werd inderdaad door de eerste bieder een bod gedaan. De tweede volgde al snel. In het begin gingen de biedingen met vijf euro omhoog. Maar goed, ik had toen al vast het gevoel dat ik het toch niet helemaal voor niks had gedaan. De twee bieders gingen echter door en op een gegeven moment gingen de biedingen met tien euro omhoog.
Verbouwereerd zag ik dat het geboden bedrag al over de honderd euro ging. Tegen mijn vrouw zei ik “wat moeten ze nou met die zestien kleine portretjes”. De twee bieders hadden duidelijk hun zinnen gezet op deze kavel, of ze gunden het elkaar niet, en bleven tegen elkaar opbieden. Op het moment dat ik dacht dat het eindbod was gedaan, kwam de ander op het einde van de tijd om te kunnen bieden weer met een hoger bod. Ik zat handenwrijvend achter mijn computer en zag het bedrag van 100 naar 150 en 200 euro oplopen. Het ging door tot 300 euro, een vorstelijk bedrag voor die zestien minieme werkjes. De bieder was een vrouw uit Rotterdam en vast en zeker een groot kunstkenner.
Later realiseerde ik mij dat ik de mooiste 24 portretjes in de prullenbak had gedeponeerd. Daar ging het grote geld. Blijkbaar kan ik de waarde van mijn eigen werk niet goed inschatten. Dat ik geen man in business ben heb ik al vaak gehoord, maar voorlopig heb ik er wel drie keer plezier van gehad. Bij het maken, bij het opnieuw verwerken en bij de verkoop. Dat is voor mij al winst genoeg.