Met Miranda van Willingen had Jos van Westing het plan opgevat tijdens Stöppelhaene een gezamenlijke expositie te doen in de MOKwerf. Miranda zou een installatie maken die ‘De val van Icarus’ verbeelde. Jos van Westing ging voor ‘De dans van de zalige geesten’, inclusief de prachtige gelijknamige muziek van Christoph Willibald Gluck
Door Jos van Westing
Mijn bijdrage zou bestaan uit het ophangen van zwart/wit schilderijen die ik al had en het maken van zestig poppen van aluminiumfolie. Daarvoor heb ik veertig rollen folie gekocht bij de supermarkt die helaas gedeukt en daardoor onbruikbaar waren geworden omdat het bij het afrollen direct ging scheuren. Pechgevalletje, maar ik mocht ze inruilen voor betere. Om te beginnen een frame gemaakt waaromheen de folie gevouwen kon worden. Voor de armen en benen, koorden aan de romp bevestigd, waarbij de benen van extra lengte waren zodat deze konden meebewegen in de wind. Ze werden levensgroot en zouden in een sliert van zo’n 35 meter rond de MOKwerf geplaatst worden.
Stukje snoer verlengd met een kroonsteentje
Voor de sfeer in de avond had ik twee toneellampen in de kleur rood en blauw, in bruikleen gekregen die de geesten konden aanlichten. De muziek van Gluck moest het totaalplaatje afmaken. Daarvoor had ik een muziekinstallatie in de boom aan de waterkant geplaatst en verbonden met een verlengsnoer en nog een extra stuk snoer verlengd met een kroonsteentje. Niet professioneel maar met het omhulsel van een plastic zakje moest het lukken. Het was al met al veel werk geweest maar daardoor iets moois geworden. De journalist van de Stentor zou er aandacht aan besteden en de vaste fotograaf van hen kwam voor een bijpassende foto.
Het was in de week van Stöppelhaene dus was onze verwachting dat er best veel bezoekers op af zouden kunnen komen. We gingen daarom de hele week open van 10 tot 17 uur. Omdat we de toneellampen in bruikleen hadden moest ik deze wel voor alle veiligheid, om 22 uur binnen zetten.
Waardeloos weer
De weersverwachting was niet geweldig maar dat was uiteraard niet te plannen. Het begon al snel te regenen maar ja een buitje kan de pret niet drukken. Het werd echter een flinke bui met bijpassende wind en de zalige geesten wapperden vrolijk mee. Voor de tweede dag gaf buienradar ook niet veel goeds aan. ‘s Nachts werd ik wakker van het geloei om het huis en heb toen niet veel meer geslapen, bezorgd wat ik de volgende morgen nog van mijn geesten zou vinden.
Toen ik in de stromende regen bij de MOKwerf aankwam, gingen sommige armen en benen nog wild tekeer en ik zag hier en daar wat losse ledematen op de grond liggen. De geesten waren gemaakt om op de harmonische muziek van Gluck op een zachte wind mee te deinen. Maar die nacht was het meer rock and roll, afgewisseld met een ruige twist. In de regen met een dik jack aan, heb ik de schade weer hersteld.
Geen bezoekers
Een bijkomend probleem was dat door dit hondenweer geen bezoeker over de drempel kwam. We hadden samen interessante gesprekken maar dat was niet ons uitgangspunt geweest in het geheel. De derde dag waaide het zo hard dat ik bang was dat mijn geesten de geest zouden geven. Daarom besloot ik maar om ze weg te halen en in de schuur te beveiligen tegen deze ongebruikelijke weersinvloeden. De muziek bleef mooi doorspelen al was er geen geest meer te bekennen. Het waterpeil in het kanaal stond ondertussen al behoorlijk hoog. Toen het weer even droog werd heb ik de geesten maar weer op hun plek gezet.
Wethouder op bezoek
In de middag kregen we zowaar een bezoeker. Het was wethouder Roger de Groot die namens de gemeente een kijkje kwam nemen. Ik was zeer verrast omdat nog nooit een gemeentelijke functionaris ook maar een poot in de MOKwerf had gezet. De waardering voor deze wethouder ging bij mij, door het tonen van zijn belangstelling, met sprongen omhoog.
De gluck was echter niet met ons. De dag erop was het weer bar slecht. Het water in het kanaal kwam al over de rand heen. Plotseling zag ik dat mijn snoertje met kroonsteentje al helemaal onder water lag. Gelukkig dat er een plastic zakje omheen zat, anders had ik direct kortsluiting gehad. Ook dat maar weer hersteld en op het droge gelegd. Van grote drukte hadden we nog steeds geen last, dranghekken waren overbodig.
Bezoekers ronselen
Voor Miranda was het haar eerste expositie en die zag ze in duigen vallen. Ze ging zelfs de straat op om voorbijgangers te ronselen om een bezoek te brengen aan deze unieke tentoonstelling. Niemand gaf echter gehoor aan deze smeekbede. Misschien hadden we vooraf aan meneer Gluck toestemming moeten vragen voor het gebruik van zijn muziek en een kaarsje voor zijn zalige geest op moeten steken. Gluck werkte in ieder geval nu niet mee.
Ik begon zelfs een hekel aan die Gluck te krijgen omdat hij mijn liefde voor klassieke muziek met zijn zogenaamde zalige geesten behoorlijk aan het verpesten was. Ik werd het zelfs zo zat dat die hele Gluck me gestolen kon worden. Ik heb die heilige geesten van hem op een hoop onder het afdakje gekwakt. ’s Maandags alles afgebroken. Geen publiek, geen voldoening, maar hopelijk nog wel een leuke anekdote.