Wat Vlaggetjesdag is voor Scheveningse haringliefhebbers en rokjesdag voor columnisten (pronoun ‘hij’), is het Bloemencorso qua algemene opwinding voor bewoners van de Bollenstreek.
De huisdichteres is er zo een. Geboren en deels getogen in Sassenheim. En als je als vierjarig meisje gedroomd hebt van een carrière als bloemenfee of tulpenprinses hoog op een praalwagen, schud je dat de rest van je leven niet zomaar af. Derhalve liet ik me in onze Haarlemse jaren enkele malen meetronen om bij de Turfmarkt of het Verwulft in de moordende hyacintenmeur tussen reikhalzende Fransen en Chinezen te staan; of anders ‘s zondags in de herkansing op de Nassaulaan te aanschouwen wat nijvere handen in Lisse of De Zilk dat jaar bij elkaar hadden gefröbeld.
Het toeval wilde dat we gisteren in Haarlem waren, maar het schema liet niet toe dat ze even ging kijken. Spijtig, voor haar (zelf kon ik er goed mee leven). Evenwel, na een geslaagd optreden bij Words&More in het Badhuis, in de Leidsebuurt, zaten we tegen een uur of zeven bij de bushalte voor de schouwburg. Bus 346 had vertraging, net als alle andere bussen en even later werd duidelijk waarom.
Er naderde een landbouwtrekker. Waren wij (plattelanders in transitie) ook eens een dagje in de stad! Ah… het waren heel veel trekkers… Aanvankelijk schoten we in de lach. Er zaten grimmig kijkende kerels op, verkleumd. Het was kil en het regende. Hillegom was nog ver, viel van de koppen af te lezen. De opzwepende muziek was uitgezet en de bijbehorende dansmariekes zaten weer warm thuis bij de radiator. Studio Sport was al begonnen. VIER DE LENTE?
Maar daarna werden we getrakteerd op een soort flitscorso. Hoog tempo, de karavaan trok lekker vlot langs – dat was langs het Spaarne wel anders – en we zaten eerste rang.
En kennelijk is er voor die praalwagens een betere laatste rust- / verlepplaats gevonden dan in 2010, toen ze nog roemloos werden ontmanteld ergens bij de Sporthal (zie het schokkende Reis door Europa).
Trouwens, ik kreeg een lief hieperdepiep-briefje van mijn immer attente schoonmoeder. Dagklad (ooit begonnen als Raarlems Dagklad / later RaDa) bestaat vandaag achttien jaar. Zestien jaar Haarlem, twee jaar Wijhe. En wees gerust, trouwe en ontrouwe lezers, de voltallige eenpersoons hoofdredactie wil van stoppen voorlopig nog niets horen.
Bron: Dagklad
Website Dagklad