De weersverwachting was: heldere nacht waarin de temperatuur daalt richting het vriespunt met kans op nevels en mist aan de grond. Overdag droog weer en veel zon.
Inderdaad voelt het nog flink koud aan maar als we het dorp uitfietsen en de grondmist zien die als een witte deken over de velden ligt, voldoet dat al helemaal aan onze verwachting! Om 07.41 gaat de zon op en dan moeten we ter plekke zijn om dat te fotograferen.
Oei, oei, op de Schoonhetenseweg zien we in de verte in de ochtendschemering bij de afslag van het weggetje naar het Boetelerveld een drukte van belang. Hoge landbouwvoertuigen met groot licht op zijn op het pad aan het rondrijden. Als we dichterbij komen blijkt dat ze daar bezig zijn met de maisoogst en kunnen we er gelukkig gewoon langs.
Toch schrikken we wanneer we bij de ingang van het Boetelerveld onze fietsen parkeren: wat een puinzooi: over de paden liggen stalen oprijplaten met een dikke laag zwarte natte blubber. Voor de schuur ligt een metershoge bult afgegraven aarde. Het pad naar links is er niet meer. Hoe komen we op dat Boetelerveld…
We besluiten rechtsom te gaan en glibberen met dik aangekoekte schoenen over de platen een eind langs het veld totdat een diep geronk een zware machine aankondigt en we onze weg verder proberen te zoeken tussen de bomen en de prikkende braamstruiken door. Het is geen doen zo.
Langs het veld met de pijpenstrootjes lukt ook niet want dat is afgezet met schrikdraad omdat er koeien schijnen te lopen die we echter niet zien. Terug dan maar en met moeite klauteren we langs de hoge zandbult zodat we op een smal paadje achter de schuur het bos in kunnen lopen.
Tussen de bomen door zien we dat de lucht al wat begint te kleuren, de zon is in aantocht. We verlaten het pad en lopen nu maar dwars door het bos richting het veld zodat we vrij zicht hebben op de nevels daar en links de zon kunnen zien opkomen vanachter de bomen.
Het is prachtig: zoveel spinnenwebben hangen in de pollen pijpenstrootjes, de witte mistflarden drijven vlak boven het veld terwijl de lucht kleurt van grijs en violet, naar blauw en oranje. De zonnestralen kleuren de grassen goudgeel en toveren een warm licht door de takken van de bomen en op alles om ons heen. De morgenstond heeft goud in de mond!
We kijken elkaar aan en beamen: het was de moeite van dit moeizame tochtje meer dan waard!