Grote mensen kunnen een tuin vol met stenen bedenken, omdat je dan geen gras hoeft te maaien en omdat de bbq stabieler staat. Kinderen zouden – denk ik – zoiets nooit bedenken. Die vinden vlinders, kikkers en een egel in de tuin veel mooier!
‘Tuinieren voor wilde dieren’ is helemaal op kinderen gericht. ‘Kijk het hele jaar je ogen uit’ is de ondertitel, waarmee auteur Barbara Rijpkema ouders van kinderen nog eens extra aanspoort een tuin aan te leggen waar je als kind graag op ontdekkingstocht gaat.
Rijpkema is Adviseur Jeugd bij Staatsbosbeheer. Advies en jeugd. Dat zie je in alles terug in ‘Tuinieren voor wilde dieren’. Voor jeugd zijn vooral de prachtige foto’s een eyecatcher. Ik stel me zo voor dat ze hun ouders de kop gek zeuren dat ze ook zo’n tuin willen 😉
De overzichtelijke opzet van het boek, maakt het ouders heel makkelijk hun tuin zo in te richten dat die mooie scenes van de foto’s ook gewoon in het echt in je eigen achtertuin te bekijken zijn. Hoe dieren overwinteren bijvoorbeeld, hoe je ze beschut kunt laten voortplanten, hoe de natuur eet. Je krijgt tips over het planten van de vroegste en de laatste bloeiers, zodat insecten het jaar rond iets te eten hebben, over hoe je die insecten laat samenwerken met je groentetuin en dat je groentetuin ook een mooie siertuin kan zijn. Je leert over het nut van mieren, slakken en spinnen en hoe ‘dom’ het is die te bestrijden. En ook dat je tuin winterklaar is als je er juist níks aan doet!
‘Vergeet je eigen schuilplek niet’ schrijft Rijpkema. Want dan kun je ongezien al die prachtige natuur in je eigen achtertuin bespieden.
Toen ik het boek uit had, bedacht ik me dat je zo’n boek ook aan overheden moet geven. Of dat kinderen met het boek samen met hun ouders de overheid moeten bewegen ook alle openbare groen aan te passen. Je kunt na ‘tuinieren voor wilde dieren’ niet anders dan concluderen dat onze gemeentes ontzettend knullig omgaan met het gezamenlijke openbare groen. Dat kan beterrrr!!!