Als we het Sallandse landschap niet ten prooi willen laten vallen aan versplintering, moeten we deelbelangen overstijgen. “Niet alleen de splinter in andermans oog zien, maar ook kijken of ze geen balk in het eigen oog hebben”, zegt Matthijs Nijboer, directeur van Natuur en Milieu Overijssel.
Door Matthijs Nijboer
Op 18 maart werden we volgens veel commentaren wakker in een versplinterd landschap. Ik zag meteen een rommelig landschap voor me, maar het bleek een duiding van de verkiezingsuitslag te zijn. In de Kamer zitten komende periode 17 partijen met sterk uiteenlopende belangen. Het zal nog heel wat stuurmanskunst vragen om hier een werkbare coalitie in te vinden, verwacht ik.
En met deze versplinterde Tweede Kamer lopen we in Nederland het risico op een daadwerkelijk versplinterd landschap. We staan voor enorm veel opgaves, die allemaal een strijd leveren om ruimte: woningbouw, energie, biodiversiteit en landbouw. Als we hier alle deelbelangen klakkeloos een plek willen geven, blijven we achter met een landschap dat uiteindelijk niemand heeft gewild. Kortom, ook hier is stuurmanskunst noodzakelijk. Dit wordt ook wel goede ruimtelijke ordening genoemd.
Maar het goede nieuws is: juist op regionaal niveau moet dit kunnen. Hoe voorkom je een versplinterd landschap? Door vanuit een brede analyse te kijken naar de verschillende opgaves en slimme combinaties te zoeken. Dit vraagt om mensen die niet alleen de splinter in andermans oog zien, maar ook kijken of ze geen balk in het eigen oog hebben. Het gaat om de gezamenlijke zoektocht hoe wij willen dat ons land, en specifiek Overijssel, er in de toekomst uitziet. Hierbij is het noodzakelijk dat we onze eigen deelbelangen kunnen overstijgen.