Exact dezelfde vraag hoor ik herhaaldelijk van mijn Nederlandse vrienden, maar met dezelfde intentie! “Hoe zie je de situatie in Syrië nu?”, en vaak bedoelen ze: “Hoe zie je de Syrische regering momenteel?”
Meestal heeft degene die deze vraag stelt al een vooraf gevormd antwoord in gedachten. Het is vaak moeilijk of bijna onmogelijk om hun beeld te veranderen met woorden of discussie. Daarom schud ik soms mijn hoofd en antwoord in één of drie woorden: de situatie is goed! Natuurlijk, als ik toevoeg dat de regering uitstekend functioneert, zie ik duidelijk verbazing, misschien zelfs verontwaardiging op het gezicht van de vriend!
Alle Nederlanders, inclusief Syrische vluchtelingen die in Nederland wonen, ontvangen nu al het nieuws via media en sociale netwerken. Maar hoe betrouwbaar is die informatie die ons bereikt via die kanalen?
Persoonlijk, en op basis van ervaring én sociale media, kan ik zeggen dat er twee totaal verschillende werelden zijn: de echte werkelijkheid daar in Syrië, en de virtuele werkelijkheid op sociale media – compleet gescheiden.
Sociale media tonen wat volgers en gebruikers willen zien, niet noodzakelijk wat er werkelijk gebeurt. Dat verschil is mogelijk de kern van discrepantie tussen beide werelden.
Ons gesprek richt zich nu op traditionele media, en dat opent talloze vragen.
Niet te ontkennen is de rol van media in het vormen van publieke opinie en collectieve perceptie rondom grote kwesties – waaronder het vluchtelingenprobleem. Maar in de Syrische kwestie rijzen urgente vragen over de mate van professionaliteit en evenwicht in de berichtgeving van sommige Nederlandse kranten en zenders als het gaat om het rapporteren van de situatie in Syrië.
Hoewel de Syrische crisis meer dan veertien jaar geleden begon, blijven sommige westerse media – waaronder Nederlandse – eenzijdige verhalen brengen, vaak met overdreven dramatiek of eenzijdige invalshoeken die oppositiegroepen of stromingen die zichzelf als vertegenwoordigers van vluchtelingen presenteren, versterken. Het verontrustende is dat sommige van deze items gebaseerd zijn op ongedocumenteerde getuigenissen of Facebookberichten van partijen met uitgesproken agenda’s gericht op oproer en vervorming van de waarheid.
Zo komen drie fundamentele kwesties aan bod die de gemeenschappelijke belangen van Syrië en Nederland raken:
- Draagt deze berichtgeving bij aan de terugkeer van vluchtelingen?
Een groeiend aantal Syrische vluchtelingen in Europa — waaronder Nederland — overweegt serieus terug te keren naar hun thuisland, nu de veiligheid herstelt in grote delen van het land en er relatieve stabiliteit is in bepaalde diensten en levensvoorzieningen.
Maar zodra er twijfelachtig nieuws verschijnt over vermeende “valse risico’s”, of onjuiste verhalen over detentie of schendingen zonder overtuigend bewijs, neemt het vertrouwen in terugkeer af. Met andere woorden: één enkele geruchtenstroom kan honderden families afschrikken en de terugkeerbeslissing grondig verstoren. Dat helpt noch Syriërs die daadwerkelijk willen terugkeren, noch de Europese overheden die duurzame oplossingen zoeken.
- Bevordert deze berichtgeving de beperking van nieuwe vluchtelingenstromen?
De onverantwoordelijke berichtgeving creëert niet alleen paniek bij vluchtelingen, maar versterkt ook het valse beeld dat heel Syrië een permanente brandhaard is. Dit kan mensen in buurlanden zoals Turkije of Libanon aanzetten tot een vlucht naar Europa op basis van die verkeerde inschatting. Daarbij komen ook Syriërs zelf die dromen van economische migratie naar Europa, denken dat er geen toekomst is thuis.
Zo worden media onderdeel van het probleem in plaats van deel van de oplossing. In een context waarin Europese landen onder grote druk staan door vluchtelingenstromen, is het noodzakelijk dat berichtgeving zorgvuldig wordt beschouwd, omdat overdrijving niet uitnodigt om te blijven, maar eerder aanzet tot verder vluchten.
- Draagt deze mediabenadering bij aan een voordeel voor zowel Syrië als Nederland?
De formule is eenvoudig: stabiliteit in Syrië betekent minder migratiedruk. Vrijwillige terugkeer vermindert de last op gastlanden. Een evenwichtig medialandschap versterkt de samenwerking tussen overheden en gemeenschappen.
Maar als media een platform worden voor provocatie, propaganda of vervormde beelden – soms ingegeven door Syrische activisten in Nederland – dan schaadt dit beide kanten. Het verzwakt mogelijkheden van samenwerking en ondermijnt humanitaire en diplomatieke inspanningen tegelijk.
Rol media
Teleurstellend is dat media zich doorgaans richten op speculaties en politieke vooroordelen, in plaats van erkenning van echte vooruitgang. Als uw zorg werkelijk draait om corruptie of economische wanbeheer, dan rijzen vragen: waar was die journalistieke kritische blik in de veertien jaar van diepgeworteld falen in Syrië? Waar was de insistente behoefte aan onderzoek toen?
Vandaag probeert Syrië zichzelf weer op te bouwen. Dat proces is complex en kent grote uitdagingen, maar pogingen om nieuw herstel te ondermijnen op basis van politiek gekleurde aannames, dragen niet bij aan transparantie of waarheid. Ze verlengen alleen verlamming en ontmoediging bij internationale bedrijven die constructieve samenwerking onderzoeken.
Objectieve journalistiek heeft de kracht om te informeren en dialoog te bevorderen. Dat is juist wat nodig is in Syrië’s situatie.
Conclusie
Wij vragen niet dat media propaganda voert, maar wel dat ze lessen trekken uit journalistenvraagstukken: verifieerbaar bewijs, wederhoor, en context.
Vluchtelingen zijn geen pionnen op een politiek bord en geen speeltuin voor lobby’s zonder intern begrip. Nederlandse lezers verdienen het volledige beeld — niet alleen wat activisten via sociale media of kranten publiceren onder het mom van “enige vertegenwoordiging van Syrië en haar volk”.
Als we werkelijk een antwoord willen op het vluchtelingenvraagstuk, moeten we bij het woord beginnen.







