Beste Jan,
Zoals gebruikelijk ben ik het weer helemaal met je eens met de inhoud van je laatste column. “In een notendop” beschrijf je de oplossing van het probleem met het totaal ontspoorde industriële, puur commerciële systeem van voedselproductie, dat niets meer met gezond “boeren” van doen heeft. Op alle fronten ontspoord: Op het gebied van natuurbehoud, milieu, en waterkwaliteit, dierenwelzijn, duurzame voedselproductie, financieel/economisch en moreel/ethisch.
En hoe simpel kan die oplossing zijn? Dat beschrijf je ook hier weer.
Helaas Jan, ook nu weer kan ik mijn pessimisme niet onderdrukken. Die industriële grote boerenbedrijven, met hun grote, machtige trekkers, zwaar (financieel) gesteund door het nog machtiger industriële agrocomplex (jouw erfbetreders!), willen en/of kunnen die omslag in denken en werken niet maken. Bovendien kost dat omzet en dus geld.
Helaas houden wij burgers, via onze overheid dit zieke systeem in stand met onze eindeloze stroom subsidies (33 % van de Europese begroting gaat naar landbouw en veeteelt, die zelf voor nog geen 2 % bijdragen aan ons BBP en dat nog los van allerlei deelsubsidies en riante uitkoopregelingen). Als dank daarvoor stoken de mannen grote vuren met autobanden en ander afval en storten ze de strontkar leeg op de stoep van hun grootste financiële weldoener in Brussel.
De BBB (Caroline) komt telkens weer met de dooddoener: ” Het gaat hier wel om ons voedsel en als er straks geen boeren meer zijn, dan hebben de burgers geen voedsel meer en zal ook nog eens het prachtige (raaigras) landschap totaal verpauperen”. Een volkomen onzinnige stelling, want niemand zegt dat er in Nederland geen boeren meer moeten zijn.
Wij burgers verwachten alleen maar van die boeren dat ze op een fatsoenlijke manier produceren, met respect voor natuur, grond- water- en luchtkwaliteit en vooral ook voor hun medeburgers in dit land. Bovendien hebben wij niet gevraagd of de boeren 75 % van hun producten voor de export op onze gezamenlijke postzegel, Nederland wilden produceren, en de mest en het vergif op diezelfde postzegel van grond en water achter te laten.
“No farmers no food” is dus net zo onzinnig als “No farmers no shit”, al lijkt de laatste stelling sinds de laatste “protestacties” nog een waarheid te worden.
De uitdrukking “Wie betaalt, bepaalt” is kennelijk niet van toepassing in de verhouding Boer – Burger bij de BBB. Want het lijkt toch heel redelijk om bij een dergelijk grote bijdrage van de burgers aan de bedrijfsvoering en het oplossen van de huidige problemen van de boeren, 24,5 miljard € !, te vragen rekening te houden met de gerechtvaardigde wensen van hun medeburgers ten aanzien van hun productiewijze en omgang met ons gezamenlijke landschap, ook al is 60 % van de grond in eigendom bij boeren. Immers bij de grens van hun percelen houdt de vervuiling van grond-, lucht-, en water niet op.
Helaas Jan, in plaats van in de richting van jouw oplossingen te bewegen, gaan de 4 mogelijk regeringspartijen straks stevige pogingen doen om zo goed als alle maatregelen t.a.v. klimaat- , stikstof en het terugdringen van het bestrijdingsmiddelengebruik terug te draaien om de boeren tevreden te stellen, uit angst voor snelwegblokkades, trekker en strontkar.
Daarbij is de BBB de partij van Dom Deur Doon (de DDD)
Er is dus helaas maar één oplossing en dat is een gedwongen sanering, vergelijkbaar met de mijnsluiting in de jaren ’60 en ’70, te beginnen met de waanzin van de kalvermesterij en de leliekwekerijen. Beide goed voor 90/95 % van de productie voor de export , waarbij de afvalproducten in Nederland achterblijven.
Ik zal daar binnenkort een stukkie over schrijven. Met perspectief voor alle boeren, ook diegene die moeten stoppen en uitgekocht gaan worden.
Een “bezorgde”groet, Cor Hopman