Vier dagen per week ga ik op de fiets vanuit mijn woonplaats Olst naar mijn werk in Wijhe. Dat doe ik al jaren en slechts in enkele uitzonderlijke gevallen kies ik voor een ander vervoermiddel. Bijvoorbeeld bij hevige storm, zoals die keer dat ik om 13.00u moest beginnen, precies op het hoogtepunt van een storm die destijds over ons land raasde. Of bij hevige sneeuwval, waarbij de parallelweg onderaan de N337 (nog) niet gestrooid is. Bij een beetje vorst, sneeuw of een flinke regenbui ga ik gewoon fietsen. Ik heb tenslotte een regenpak en kou, daar kun je je tegen kleden. De afgelopen periode bracht dit fietsen wel wat uitdagingen met zich mee.
Rivierwater
Door de hoge waterstand van de IJssel sijpelde het rivierwater door de dijk heen. Mijn partner heeft verschillende keren iemand van de dijkwacht gezien, want de dijk moet natuurlijk goed in de gaten worden gehouden. Maar dat rivierwater zoekt vanzelfsprekend het laagste punt op en dat is richting de weilanden. Daarbij komt het water over de parallelweg, wat tevens de doorgaande fietsroute tussen Deventer en Zwolle is. Met de vorst die we de afgelopen periode hadden, gaat dat water natuurlijk bevriezen.
Schaatsbaan
Gevolg: op onregelmatige plekken was het asfalt veranderd in een heuse schaatsbaan van enkele meters lengte en een breedte gelijk aan die van het asfalt. Ik heb daar telkens heel voorzichtig gefietst en bij sommige stukken liep ik naast mijn fiets. Gelukkig was de gemeente zo vriendelijk om na enkele dagen aan beide zijdes een bord met zwaailicht neer te zetten om ons te waarschuwen voor de gladheid.

Lees hier de andere reflecties van Liesbeth.
Bezoek ook haar website.






