Daar zat ik dan, tussen de andere inwoners en ondernemers van de Langstraat in Wijhe op de publieke tribune. Een volle raadszaal, de geur van drie keer opgewarmde koffie, en een spanning die je kon snijden. Veel inwoners en ondernemers waren gekomen voor mevrouw Schulten van Gastvrij Wijhe. Een onderneemster die namens haar collega’s zou spreken over de toekomst van de Langstraat.
Wat we kregen was een lesje in politieke lafheid dat zijn weerga niet kent.
Het verhaal van mevrouw Schulten
Met vastberaden stem vertelde mevrouw Schulten wat we allemaal al wisten, maar wat blijkbaar nog niet tot het gemeentehuis was doorgedrongen. De ondernemers zijn het zat. Het eeuwige gepraat. De vage beloften. Het gebrek aan zekerheid.
“Tot onze grote verbazing, maar ook irritatie,” zei ze, “mocht InRetail – onze eigen brancheorganisatie – niet aanwezig zijn bij de informatieavond over onze eigen toekomst.”
Vanuit de tribune zag je de wenkbrauwen omhoog gaan. InRetail weren? De experts die verstand hebben van winkelgebieden? Wat heeft dit college te verbergen?
De stilte die alles zei
En toen ze klaar was met haar verhaal…..stilte?
Geen “dank u wel mevrouw Schulten.” Geen “we waarderen dat u de moeite nam.” Geen enkele vraag. Helemaal niets, behalve van de voorzitter. De raadszaal was zo stil dat je de zweetdruppels van wethouder Blind op de grond kon horen vallen.
Een vrouw neemt de moeite om na een lange werkdag naar het gemeentehuis te komen, staat daar haar verhaal te doen, en de raad kijkt haar aan alsof ze zojuist in het Swahili heeft gesproken.
Je zag mevrouw Schulten staan. Wachtend. Hopend op een reactie. Een teken van leven. Maar de raadsleden keken naar hun papieren, naar hun telefoons, naar het plafond. Overal naar behalve naar de vrouw die daar stond te vechten voor het dorpshart en de leefbaarheid voor Wijhe.
Zijn deze mensen zo ver van de werkelijkheid verwijderd dat ze denken dat insprekers een soort verplicht nummertje zijn waar je doorheen moet? Een formaliteit die je moet ondergaan voordat je naar het echte werk kunt? Het leek wel alsof ze collectief hadden besloten: als we haar negeren, gaat ze vanzelf weg.
Wat werd er beloofd vs. wat we zagen
Al jaren horen we dezelfde refreinen: “We zijn in gesprek met ondernemers.” “We werken aan een integrale visie.” “Het haltermodel blijft uitgangspunt.” Ondertussen willen ondernemers gewoon dat detailhandel in de Langstraat blijft, niet op bedrijventerreinen. Toch schuift het college aan die grens in de nieuwe Omgevingsvisie. Dat zaait onrust en wantrouwen — alsof de eigen gemeente langzaam het hart van het dorp uitholt.
Maar wat zagen we deze avond…..?
Een wethouder Olthof die zei dat ze “dicht bij elkaar zitten” maar geen enkele concrete toezegging wilde doen. Die wenste dat hij een “glazen bol” had als hem gevraagd werd naar de toekomst.
Een glazen bol? De ondernemers vragen niet om tovenarij, ze vragen om duidelijkheid! Ze vragen om een wethouder met twee ballen, niet met een glazen bol. Om iemand die durft te zeggen: dit gaan we doen, hier staan we voor, dit is de koers.
De parade der partijen
Progressief Olst-Wijhe: de enigen met een hartslag
Progressie Olst-Wijhe waren de enige die hun mond opendeden. “Bent u bereid naar de ondernemers te luisteren?” vroegen ze aan Olthof. Het antwoord was een woordenbrij over “complexiteit” waar geen touw aan vast te knopen was.
Tenminste, Progressief Olst-Wijhe probeerde nog wat. Dat is meer dan we van de rest kunnen zeggen.
VVD: de ondernemerspartij die het handboek kwijt is
De VVD. Je weet wel, die partij die altijd roept dat ze voor ondernemers is. Maglio mompelde wat over “veel is al voor mijn voeten weggemaaid” en dat was het. Geen steun voor mevrouw Schulten. Geen kritische vraag aan het college. Niks.
Vanuit de tribune hoorde je mensen fluisteren en gniffelen: “Is dit nou die ondernemerspartij?” Een retorische vraag. Want dit was geen VVD. Dit was een stelletje bange konijntjes die het college niet durven tegen te spreken.
Stel je voor dat een prominente VVD’er uit Den Haag naar Wijhe zou komen. Wat zou die zien? Een VVD-fractie die zwijgt als ondernemers smeken om duidelijkheid. Die geen poot uitsteekt als het college ondernemers hun zekerheid ontneemt. Die braaf mee knikt met wethouders die zeggen dat alles “flexibel” moet blijven.
Meneer Maglio moet nog maar eens het handboek liberalisme openslaan. Eerste hoofdstuk: ondernemers steunen. Tweede hoofdstuk: vrijheid en zekerheid voor ondernemers. Derde hoofdstuk: ruggengraat tonen. Maar dit? Dit is de VVD-light in zijn trieste vorm. Een uitgeklede versie van wat ooit een trotse liberale partij was.
Als je ondernemer bent en VVD stemt: kijk goed naar wat je lokale VVD Olst-Wijhe doet. Of beter gezegd: NIET doet. Want deze VVD is je stem niet waard. Dit is geen liberale partij meer. Dit is een stelletje jaknikkers die braaf doen wat het college zegt. Die belangrijker vinden dat ze in het college zitten dan dat ze opkomen voor hun achterban.
CDA: eeuwig ontroerd, nooit in actie
Het CDA – Onstee voorop – zoekt natuurlijk weer de “gulden middenweg.” Alsof je een middenweg kunt vinden tussen wel of geen zekerheid bieden. Je kunt niet een beetje zwanger zijn. Je kunt niet een beetje kernwinkelgebied zijn.
“Laten we in gesprek blijven,” zegt Onstee. IN GESPREK? Ze praten al sinds 2015! Er zijn rapporten geschreven. Adviezen gegeven. De BRDG heeft het allemaal opgeschreven. En nu staan de ondernemers daar te smeken om één ding: voer uit wat we samen hebben afgesproken.
Maar nee, het CDA wil weer praten. Nog een gesprekje. Nog een overlegje. Ze vinden het allemaal “vervelend” en “erg” en “verdrietig” voor de ondernemers. Net zoals ze het “ontroerd” waren over de gymzaal in Wesepe – weet u nog? Toen mevrouw Oldhoff “ontroerd” was dat een vrouw dertig jaar moest wachten op een sporthal.
Het CDA is altijd ontroerd. Over gemeenschapszin, over het verenigingsleven, over ondernemers die het moeilijk hebben. Ze kunnen er uren over preken. Maar daadwerkelijk iets doen? Een motie indienen? Een harde toezegging eisen? Ho maar, dat is te concreet. Straks moeten ze nog waarmaken wat ze beloven.
Zo zit het CDA Olst-Wijhe nu weer “bezorgd” te knikken over de ondernemers. Heel vervelend allemaal. Heel erg. Moeten we zeker over praten. Nog een keer. En nog een keer. Ondertussen gaat weer een jaar voorbij en staat de volgende ondernemer zijn zaak te sluiten.
Het CDA: beloof veel, lever weinig, en wees vooral heel ontroerd over het resultaat.
Gemeentebelangen: “het komt vanzelf”
Maar de absolute klapper kwam van dhr. Ter Beek. Deze man – zelf ondernemer, visboer op de markt geweest – had het lef om te zeggen dat “we vanzelf wel tot elkaar komen.”
VANZELF?
Ik keek om me heen op de tribune. Mensen schudden hun hoofd. Iemand mompelde: “Komt zijn vis ook vanzelf aanwaaien?”
Meneer Ter Beek, komt uw vis ook vanzelf aanwaaien op vrijdagochtend? Springen die haringen vanzelf in de kraam? Komen die klanten vanzelf? Of moet u daar elke week keihard voor werken, vroeg opstaan, inkopen, aanprijzen, concurreren?
U weet als geen ander hoe hard ondernemen is. Elke vrijdag om vier uur opstaan, naar de afslag rijden, de beste waar uitzoeken, op de markt staan, klanten lokken. Maar als het om uw collega-ondernemers in de Langstraat gaat, dan mag het allemaal “vanzelf” gaan?
U verkoopt niet alleen vis, u verkoopt ook gebakken lucht. En die lucht stinkt harder dan een emmer garnalen in de augustuszon.
Wethouder Blind: de rode konen van onmacht
En toen moest Blind antwoorden. Wat een vertoning! Zenuwachtig geschuifel. Rode konen als een stoplicht. Handen die niet wisten waar ze moesten blijven. De zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd.
Hij begon over een “regievraag” die hij had opgeschreven. Dan komt de klapper: “Ik begrijp dat er af en toe vanuit de bevolking de vraag gesteld wordt, is er wel regie?”
Af en toe? De hele tribune barstte bijna in lachen uit. Dit is de vraag die IEDEREEN stelt. Niet af en toe. Elke dag.
Maar wacht, het wordt nog mooier. Blind vervolgt met een verhaal over een “mooi participatie proces” dat tot “die erfconstructie” heeft geleid. Erfconstructie? We hebben nog wat “achter de hand” voor als het niet werkt, zegt hij. Dan kunnen we “opschalen.”
De man stond daar woorden aan elkaar te rijgen alsof hij punten kreeg voor vaagheid. Eerst hebben ze alles integraal bekeken, toen opgeknipt in verschillende beleidsterreinen, nu een erfconstructie met iets achter de hand. Niemand op de tribune begreep waar hij het over had.
En toen kwam de echte klapper: “Ik vind het wat jammer dat de regie wat gemist wordt door de inwoners.” Hij kan het ons niet kwalijk nemen dat we het niet snappen. Maar, zegt hij, de raad moet “dat aapje ook op hun schouder nemen” om het aan ons als inwoners uit te leggen.
Het aapje op de schouder? De enige die daar voor aap stond was Blind zelf. Die de schuld geeft aan inwoners dat ze zijn gebrabbel niet begrijpen. Die de raad vraagt om zijn huiswerk te maken.
Vanaf de tribune zag je mensen elkaar aankijken. Deze wethouder geeft toe dat er geen zichtbare regie is, kan zelf niet uitleggen wat ze doen, en schuift dan de schuld naar ons omdat we het niet begrijpen?
Je zag het aan alles: deze man wist dat hij geen antwoord had. Dat al dat geneuzel over “sectorale oplossingen” en “complexiteit” de waarheid niet kon verhullen: het college heeft geen visie, geen plan, geen ruggengraat. En nu stond hij daar voor aap te proberen de schuld bij anderen te leggen.
Wat we als inwoners hiervan merken
Dit zijn niet zomaar ondernemers die daar stonden te pleiten. Dit zijn de mensen die ons dorpshart levend houden. Die zorgen dat we niet naar Deventer hoeven voor onze inkopen. Die investeren, risico’s nemen, banen creëren.
En wat krijgen ze terug? Een gemeente die hun experts weert. Een college dat alleen in vaagheden spreekt. Een gemeenteraad die hen behandelt als lastige bijfiguren in plaats van de ruggengraat van onze economie.
Loop morgen maar eens door de Langstraat. Tel de lege panden. Zie de uitverkoopbordjes. Praat met de ondernemers die er nog zijn. “Investeren? Ben je gek? Straks mag het niet meer.”
De werkelijke schande
Het ergste moment van de avond was niet het gestuntel van Blind. Niet het zwijgen van de VVD. Niet het eeuwige doorpraten van het CDA.
Het ergste was die stilte na het verhaal van mevrouw Schulten. Een vrouw die de moed had om daar te staan. Die tijd vrijmaakte. Die haar nek uitstak voor collega’s.
En onze volksvertegenwoordigers? Die konden niet eens “dankjewel” zeggen. Ze zaten daar maar. Als een stel houten klazen. Alsof iemand de batterijen uit hun empathie had gehaald.
Het tassen dragen voor Den Haag
Wat we deze avond zagen waren geen wethouders met visie. Het waren uitvoerders van Haags beleid. Blind en Olthof zijn verworden tot wat ze zelf waarschijnlijk “verbinder” zouden noemen. Wij noemen het tassendragers.
Als Den Haag zegt “flexibiliteit”, dan papegaaien zij het na. Als het kabinet spring zegt, vragen zij hoe hoog. Eigen visie? Eigen ballen? Vergeet het maar.
En het trieste is: je zag aan Blind dat hij het wist. Dat het vuur gedoofd is. Dat het een baan is geworden. Klokje rond, vergaderen, naar huis. De passie voor de gemeente? Die is al lang vervlogen.
Blind, nota bene van Gemeentebelangen. Die partij met die mooie naam waarin het woord “gemeentebelangen” centraal staat. Maar waar was de passie voor die gemeentebelangen? Waar was het vuur om op te komen voor de belangen van onze gemeente? Hij heeft de betekenis van zijn eigen partijnaam verloren. Het enige wat hij nog belangrijk vindt is dat hij wethouder mag blijven spelen.
De les van deze avond
Deze avond toonde wat er fundamenteel mis is in Olst-Wijhe. Een gemeenteraad die vergeten is dat ze er voor ons zitten, niet voor het college. Wethouders die denken dat vaagheid een deugd is. Raadsleden die belangrijker vinden dat ze in de coalitie zitten dan dat ze hun werk doen.
Dit krijg je als politiek een baantje wordt in plaats van een roeping. Als het behouden van de coalitie belangrijker is dan het behouden van je ondernemers. Als “integraliteit” prevaleert boven gezond verstand.
Wat nu?
Vanuit de tribune liepen we naar buiten. Hoofdschuddend. Mopperend. Sommigen boos, anderen teleurgesteld. Maar allemaal met dezelfde vraag: is dit het beste wat Olst-Wijhe te bieden heeft?
Mevrouw Schulten zei het: voor de ondernemers is het vijf voor twaalf.
Maar na deze avond weet ik: voor het vertrouwen in onze lokale politiek is het al middernacht geweest. De klok is gestopt. En onze volksvertegenwoordigers? Die zitten nog steeds te vergaderen over welk merk batterijen ze moeten kopen om hun empathie weer te kunnen opladen.
Dit was de avond dat Wijhe zijn ondernemers liet stikken. De avond dat de VVD Olst-Wijhe bewees geen ruggengraat te hebben. De avond dat een wethouder toegaf geen regie te hebben maar gewoon doorging met praten.
De avond dat ik me schaamde voor onze democratie in Olst-Wijhe…..
De Sallandse Geus was erbij. Zag alles. Vergeet niks. En wat niet deugt? Dat schrijven we op. Want zwijgen is toestemmen. En toestemmen met dit falen? Nooit.






