Ik ben Watapatja eerst eens gaan doorbladeren en zigzag gaan lezen om daarna wat verdiepender te kijken hoe de Groninger is volgens de Groninger, maar ook om te leren hoe een Groninger zichzelf analyseert, hoe een volk naar zich zelf en uitdagend anderen vraagt naar hen te kijken. Opdat je de ware volksaard leert kennen. Ik ben daar nieuwsgierig naar omdat we met een groep mensen voorbereidingen treffen te gaan ontdekken wat Salland is, wie de Sallander is en hoe de Sallander is.
Watapatja is daarvoor een prachtig voorbeeld.
Groningers nemen zichzelf niet zo serieus, lees ik in Watapatja. Ze beschrijven hun gebruiken met zelfspot, warmte en een scheut absurditeit. Humor is geen versiering, maar een manier om cultuur te bewaren zonder stijve folklore.
In het Groningse boek gaat het een flink deel over eten: streekgerechten, gewoontes, eigenaardige voorkeuren. Weet je dat eten heel veel over de mens zegt? Onze kruudmoes bijvoorbeeld. Dat is een gerecht dat je zowel warm als koud kunt eten. De boer nam dat vroeger mee naar het land zodat hij tussen de middag niet naar huis hoefde voor het eten. Groningers hebben ook tal van eigen soorten van eten. Dreuge bonen en dreuge worst, knieperties en pofferties, eierbal met Groningse mosterd.
Watapatja neemt het dialect – uiteraard – serieus, maar nooit plechtig. Taal vertelt namelijk meer dan woorden: het zegt iets over grondhouding. De titel zegt al genoeg: Watapatja. Met namen, bijnamen, schimpnamen. En hoe de Friezen de Groningers noemen.
Wadlopen, notenschieten, als je geselecteerd naar een gemeenschap kijkt, zie je streekeigen fenomenen beter. En als je ze er uitgefilterd hebt kun je er wat van gaan vinden. Je kunt FC Groningen er ook wel bij zetten, maar daar is het niet veel anders mee van bij NEC in Nijmegen. Maar wadlopen, dat zegt veel meer. Ja je woont en zee en ja hebt een wad. Maar dan hoef je nog niet te gaan wadlopen. De Grunningers doen dat wel. Wat apart ja…
En wij? Wij klootschieten, zitten paal, doen aan ploegwedstrijden, hebben autocross, trappen dauw en bouwen daar een groot festival omheen. Ooit waren we goed in trapkarracen en tegen een zeephelling oplopen (met de schoenen van de burgemeester aan). We hebben dorpen waar iedereen lid is van meer dan een sportvereniging. Interessant om eens te onderzoeken wat daar allemaal achter zit.
We moesten ook maar eens op zoek naar de Sallandse volksaard.






