Speciaal voor statushouders is daar op verzoek van de gemeente Staphorst een textielsorteercentrum gecreëerd. Met succes. Mensen uit alle windstreken werken er gemoedelijk samen. ‘Eerder sprak ik nooit Nederlands met iemand, behalve op school. Nu durf ik het al steeds beter’, aldus Maliah. Drie jaar geleden kwam ze met man en zoon uit Pakistan naar Nederland.
‘Wij hebben een aantal mensen in de kaartenbak die wel een inburgeringscursus hebben gedaan, maar de Nederlandse taal nog niet genoeg machtig zijn om makkelijk aan een betaalde baan te komen. Kunnen jullie wat voor ons betekenen?’ Zo luidde de vraag van de gemeente Staphorst een half jaar geleden. De gemeente vormt samen met de gemeenten Zwartewaterland, Ommen, Dalfsen en Zwolle de WaardeRegio, die met behulp van circulair ambachtsnetwerk WaardeRing werkt aan een circulaire economie in de regio. De stichtingen Kringloop Zwolle en Noggus&Noggus, die onder een gezamenlijke directie en bestuur vallen, maken ook deel uit van WaardeRing, dus de lijntjes zijn kort. ‘Tuurlijk’, was dan ook het antwoord.
Mooi initiatief
‘We vonden het heel mooi dat de gemeente Staphorst zich zo actief voor deze doelgroep wil inzetten’, vertelt bedrijfsleider textielsorteercentrum Lian Meesters. ‘Dus we wilden graag gehoor geven aan het verzoek. Bij Kringloop Zwolle hebben we een goed lopend textielsorteercentrum, dus we keken eerst of we de mensen daar konden plaatsen. Maar dat was niet haalbaar. De busverbinding is slecht, het duurt anderhalf uur voor je op je werkplek bent. Bij Noggus&Noggus in Staphorst is veel ruimte dus we besloten hier ook een textielsorteercentrum op te zetten.’ Lian pendelt als bedrijfsleider van beide textielsorteercentra op en neer tussen Zwolle en Staphorst. ‘Het gaat goed in Staphorst. Vanuit de gemeente is één dag per week een taalcoach beschikbaar. Verder werkt iedereen samen en wordt er inmiddels flink wat afgekletst. Het leuke is dat er verschillende nationaliteiten aanwezig zijn, waardoor je grappige gesprekken krijgt.’
Gezellig
Maliah (32) bekijkt ondertussen één van de kledingstukken die voor haar op de tafel liggen. ‘Het gaat al steeds beter met de taal’, vertelt ze. ‘Voorheen praatte ik met niemand Nederlands, alleen op school. Het is moeilijk. Ook om het te durven.’ Thuis spreekt ze Urdu met haar man en zoon, dus dat werkt ook niet bevorderlijk. ‘Mijn zoon is negen. Hij zit op school en spreekt al veel beter Nederlands dan wij.’ Maliah’s man werkt ook in het textielsorteercentrum. Als ze de taal beter beheersen, is het makkelijker om een baan te vinden. Ze steken er veel van op, meer dan alleen de taal. Maliah heeft ook al nieuwe dingen over de Nederlandse cultuur ontdekt. ‘In Pakistan bleven de vrouwen thuis. Hier zijn man en vrouw gelijk. Ik vind het leuk dat ik nu ook werk! Mijn man moest er wel aan wennen.’ Ze is blij met deze kans. ‘Ik vind het fijn om hier te werken. Mijn buurvrouw uit Syrië werkt hier ook. We spreken allebei een andere taal en nu kunnen we al veel beter met elkaar praten. We oefenen samen. Het is gezellig, ik ga hier met plezier naar toe.’
Jezelf zijn
Lian is er blij mee. ‘Het is fijn dat mensen hier met plezier naar toe gaan. Dat is wat mijzelf ook altijd in het kringloopgebeuren heeft aangetrokken: mensen kunnen hier zichzelf zijn. Ze hebben elk hun eigen plekje van waaruit ze kunnen groeien. Ik wil met textielsorteercentrum een veilige, beschutte werkplek bieden. En dat lukt. Iedereen werkt gemoedelijk samen: de taalstagiairs, de leerlingen, de leerwerkstagiairs, de vrijwilligers, de mensen vanuit de kinderbescherming, de reclassering, de werkfittrajecten; ik vind dat geweldig.’ Als bedrijfsleider stuurt ze de zeven werkbegeleiders in Zwolle en Staphorst aan en organiseert ze projecten en activiteiten die gerelateerd zijn aan het textielsorteercentrum.
Sociaal en duurzaam
In totaal volgen zo’n dertig tot veertig mensen bij de textielsorteercentra in Staphorst en Zwolle. Het gaat om mensen die diverse trajecten volgen, en vrijwilligers. Het aantal neemt toe: binnenkort zijn er weer vijf intakegesprekken in Staphorst. Er zal altijd voldoende werk voor hen blijven. ‘Mensen weten de kringloop goed te vinden’, zegt Lian. ‘Vorig jaar kwam er zo’n 350.000 kilo textiel binnen. Zo’n 15 procent daarvan wordt verkocht in de winkels. De rest wordt gerecycled of krijgt elders een tweede leven.’ Ze is blij met de werkwijze van de kringloopbedrijven, waar het net als bij WaardeRing draait om kansen voor mensen en materialen. ‘Textiel is welkom, alle doelgroepen zijn welkom. We hechten waarde aan zowel het duurzame als het sociale aspect.’
Lian pakt een stapel kleding en helpt Maliah. ‘Soms spring ik zelf nog even in als dat nodig is, dat vind ik stiekem best heel leuk. Even kletsen. De progressie zien. Je merkt dat mensen als Maliah na een paar weken al veel makkelijker uit hun woorden komen en dat de angst om te spreken afneemt. Kijk, hier maakt het niet uit als je een woord even verkeerd uitspreekt of er even wat langer over doet om iets uit te leggen.
Bij Noggus&Noggus en Kringloop Zwolle kan dat.’