Emigreren is nog wel een dingetje, mógen emigreren is ook niet appeltje eitje. “Dat was eind jaren negentig nog wel wat anders dan nu. We besloten het helemaal zelf stap voor stap uit te zoeken en te regelen. Zonder behulp van een emigratie-consulent. Een heleboel formulieren. Maar bijvoorbeeld ook al onze diploma’s vertalen naar het Engels. Alles ging via de fax. En de emigratiedienst was nou niet de snelst werkende instelling. Ze zijn zelfs halverwege de procedure al onze papieren kwijtgeraakt. Canada heeft voor Europa één emigratiedienst en die dienst verhuisde van Den Haag naar Londen, daar zijn ze al onze dossiers bij kwijt geraakt…”
Of je naar Canada mag komen hangt af van hoeveel punten je scoort op zaken als of je voldoende Engels kunt schrijven en praten, hoe je kans van slagen in hun land ingeschat wordt, hoe het met je gezondheid gesteld is en of je voldoende financiële middelen hebt om daar goed van start te gaan.
Gerard: “Maar ze waren ook wel behulpzaam. Toen ik zei dat ik timmerman was, stelden ze voor keukenmonteur op de formulieren te zetten, want daar was een gebrek aan. En een nicht van Gerard was onze sponsor, dat was ook een verplichting. Toen was dat deel van de voorbereiding afgerond.”
En toen doorpakken
Ineens kwam er druk op de ketel te staan. Want Annelies was zwanger en als de baby nog in Nederland geboren werd, moest de hele emigratie-procedure weer over. Annelies: “Je weet ook nooit wat de geboorte van een baby met je emoties doet. We hadden a gezegd, dus zeiden we nu ook b. Met de wetenschap dat ik als hoogzwangere vrouw niet meer zou mogen vliegen. Dus hadden we nog vier maanden om alles te regelen.”
He is 26 jaar geleden, maar als ze er op terug kijken herinneren ze zich iedere stap nog: “Huis verkopen, alle apparatuur verkopen omdat we hier andere stroom hebben. Al onze dieren weg doen en een internationaal verhuisbedrijf zoeken zodat we onze meubelen mee konden nemen. Allemaal binnen vier maanden! En in Alberta een nieuw onderkomen zoeken. En afscheid nemen van alles en iedereen in Salland.”
Dat was alleen nog maar het weggaan. “Hier opnieuw beginnen… er zijn zo veel dingen anders. Een gigantische onderneming. We kwamen binnen als landed immigrants, maar zo geland waren we in het begin nog niet. In Nederland heb je je familie en vrienden als support system. Maar hier moesten we het met z’n tweetjes opknappen, alles opnieuw opbouwen ook, letterlijk en figuurlijk. In Nederland ben je gewend de dingen die je koopt gewoon te betalen. We kochten een wasmachine, of een koelkast en die wilden we in een keer betalen. Maar hier gaat alles met de creditcard en alles op afbetaling. Daar bouw je ook figuurlijk krediet mee op.”
“Voor de auto hadden we in Nederland no-claim opgebouwd, dat gold hier niet meer. En als we allebei in de auto wilden rijden, moesten we daar een aparte verzekering voor hebben. We betaalden geloof ik in het begin wel 1800 dollar voor die verzekering. Nadat we ons rijbewijs opnieuw gehaald hadden trouwens, want dat was hier niet geldig.”
“In Nederland gaan kinderen op de fiets naar school. Hier niet. Hier worden de kinderen opgehaald met de schoolbus. Die school staat hier 300 meter verderop! Maar ook onze kinderen moesten mee. Toen ze wat ouder waren liepen ze wel eens naar huis, maar dan moesten ze dat eerst melden.”
Helemaal opnieuw beginnen. In hun geheugen is dat nog maar zo kort geleden allemaal gebeurd. Maar vandaag de dag zijn Gerard en Annelies echte Canadezen, met een heel nieuwe kennissen- en vriendenkring.