Na het lezen van de toespraak van de Koning waarin hij sprak over zijn dochters, over het belang dat kinderen al op jonge leeftijd maatschappelijke waarden meekrijgen, en over de gezonde relatie tussen ouders en kinderen ontstond er bij mij een stille innerlijke dialoog. Ik dacht aan mijn kind. Aan zijn toekomst. En aan zijn wortels.
Toen mijn zoon bijna vier jaar geleden werd geboren, aarzelde ik lang over zijn naam. Vanuit mijn rebelse aard wilde ik afstand nemen van traditie, maar tegelijk voelde ik het gewicht van de geschiedenis die onze familie draagt. Daar kwam de druk van familie bij, vooral van mijn moeder in Syrië. De oudste zoon wordt meestal vernoemd naar de vader of grootvader. In onze familie was dat een ononderbroken keten: mijn vader heet Mohammed, mijn grootvader Hassan, en diens vader opnieuw Mohammed. Ik wilde die lijn niet verbreken. Het compromis werd: Mohammed Aram een poging om traditie en vrijheid met elkaar te verzoenen.

Een moment van verlies en winst
De gedachte die alles in beweging zette, had echter niets met zijn naam te maken. Het gebeurde toen ik mijn driejarige zoon enkele Nederlandse woorden tegen zichzelf hoorde zeggen. Op dat moment voelde het alsof er iets werd doorgesneden tussen hem en mijn geschiedenis, tussen hem en de cultuur en waarden die ik van mijn voorouders heb meegekregen.
Het was een pijnlijk moment, maar tegelijk een vreugdevol moment. Pijnlijk omdat het verlies blootlegde, vreugdevol omdat mijn zoon zichtbaar zijn plek begint te vinden in deze samenleving. Verlies en winst, tegelijk. Mijn nieuwe leven biedt hem veiligheid, stabiliteit en kansen dingen die ik in mijn eigen jeugd niet had.
Hier openbaart zich de paradox die veel migranten herkennen: diepe dankbaarheid, gecombineerd met een gevoel van gemis. Het besef dat een deel van mijn geschiedenis door mijn zoon, en later door zijn kinderen, nooit volledig gekend zal worden. Het voelt als leven tussen twee tijden en twee landen: het vaderland dat we verloren en het land dat ons bescherming bood. Daartussen ontstaat een gefragmenteerde identiteit, waarin verbondenheid en dankbaarheid naast elkaar bestaan.
Ik sprak hierover met andere migranten uit Syrië, Libanon en Marokko. Opvallend genoeg herkenden we dit gevoel allemaal, zij het in korte, onverwachte momenten. Wie oorlog heeft meegemaakt, angst om zijn kinderen heeft gevoeld, machteloosheid tegenover dood en gevangenschap kent, herkent dit mengsel van angst, heimwee, berusting en hoop. Misschien ervaart ook een Nederlander die naar Canada of Australië emigreerde iets vergelijkbaars, maar in een andere context.
Leven onder twee blikken
De geschiedenis die ik met mij meedraag zal mijn zoon nooit volledig kennen. In mijn jeugd werd geschiedenis overgedragen binnen de familie: via verhalen, namen en rituelen. Opvoeding was een collectieve verantwoordelijkheid, en een kind werd gezien als de voortzetting van het leven van zijn ouders. Op dat moment voelde het alsof mijn zoon midden op de Noordpool stond kwetsbaar en alleen. Een hard beeld, maar treffend voor het gevoel van ontworteling.
Sociale media spelen hierin een dubbelzinnige rol. Ze verzachten het gemis niet altijd, maar kunnen het juist versterken. Je nieuwe leven opbouwen terwijl je oude wereld voortdurend met je meereist “ via beelden, stemmen en berichten” creëert een constante mentale spanning. Alsof je fysiek vertrokken bent, maar innerlijk deels bent gebleven.
Tradities en sociale normen blijven zo invloed uitoefenen op het dagelijks leven. Ik ken een vrouw in Nederland die weigert foto’s van zichzelf online te plaatsen, omdat haar familie in Syrië dat afkeurt. Ik ken ook iemand die een bescheiden baan afwijst, uit angst voor het oordeel van zijn omgeving in het land van herkomst. Leven tussen twee werelden betekent niet alleen leven met twee sets waarden, maar ook bekeken worden door twee samenlevingen tegelijk.
Soms klinkt dan de opmerking: “Ga dan terug naar je land en leef daar volgens je tradities.” Zo’n uitspraak mist de kern. Ze ondermijnt het idee van meervoudige identiteit en burgerschap. Een mens kan tegelijk Nederlander én Syriër zijn. Ze miskent ook de emotionele werkelijkheid. Mijn verbondenheid met Nederland ontstond niet plotseling, maar groeide met de jaren met elke boom die hoger werd in mijn dorp Olst, een dorp dat ik ken en dat mij kent.
Sociale media hebben de wereld kleiner gemaakt en veel grenzen vervaagd. Dat heeft grote gevolgen voor migranten. In je eenzaamste momenten ben je niet alleen. En in je vrijste momenten sta je onder observatie.
Voor wie deze ervaring niet kent, kan ze moeilijk te begrijpen zijn. Sommigen zien haar als overdreven of als een vorm van ouderlijke bemoeienis. Maar dit stuk gaat niet over regels of opvoeding. Het gaat over een innerlijk moment een emotionele flits die onverwacht opduikt.
Dit gevoel is geen permanente toestand. Het is een momentopname, een mentale foto die zich vastzet in het geheugen. Ik wilde die vastleggen voordat ze zou verdwijnen in de drukte van het dagelijks leven.
Het dagelijks leven in dit land rust in de eerste plaats op samenleving en gezin. Wanneer een samenleving vrij is van racisme, uitsluiting en superioriteitsdenken, hoeven we ons minder zorgen te maken over de toekomst van kinderen. Een perfecte samenleving bestaat niet, maar solidariteit en bewustzijn zijn onmisbaar.
Terugkomend op mijn kind: misschien willen we als ouders vooral dat onze kinderen slagen in het leven en uitblinken in hun studies. Tegelijk beseffen we dat we een nieuw hoofdstuk zijn binnen de geschiedenis van onze families. Aram, Mohammed, of welk kind dan ook, zal een eigen leven leiden, een eigen identiteit ontwikkelen. Niemand kan voorspellen hoe hun toekomst eruit zal zien, in een wereld van sociale media en razendsnelle technologische ontwikkelingen.
Juist daarom is het belangrijk voor mijn kinderen en voor alle kinderen in Nederland, of zij hier geboren zijn of nieuw zijn aangekomen om te focussen op de rol van de samenleving. Een samenleving die helpt een evenwicht te vinden tussen het behouden van eigen tradities en het omarmen van Nederlandse waarden.
Zoals de Koning zei: “De samenleving is de sleutel; het is belangrijk dat kinderen dit al op jonge leeftijd leren.” In die woorden klinkt de ervaring door van veel migranten: dat de samenleving waarin onze kinderen opgroeien een vorm van bescherming biedt. Want veiligheid gaat niet alleen over welvaart en stabiliteit, maar ook over het bewaren van herinneringen en het verbinden van nieuwe generaties met hun wortels zelfs wanneer hun leven zich in een nieuwe wereld ontvouwt.







