De bijdrage van wind verdubbelde in vergelijking met juli vorig jaar. Dat heeft meerdere redenen. Er was in juli veel wind, er staan meer windturbines op land en het offshore park ‘Hollandse Kust Zuid’ gaat ook steeds meer meedoen. Dit park op zee komt naar verwachting dit jaar volledig in productie.
De productie met zon groeide zo’n 10 procent. Dat komt vooral omdat er veel meer panelen liggen dan vorig jaar. Juli 2023 was namelijk minder zonnig dan vorig jaar. Volgens het KNMI scheen de zon deze maand 213 uur waar dat juli vorig jaar 258 uur was. De zonhoeveelheid van 213 uur is ongeveer wat normaal is in Nederland, aldus het weerinstituut. De maand juli liet daarmee wel zien dat minder zon vaak gepaard gaat met meer wind en andersom. Een garantie voor een gelijkmatig energie aanbod is het echter niet. Een nieuw energiesysteem moet rekening houden met periodes dat zowel zon en wind niet genoeg leveren.
(tekst loopt door onder afbeelding)
Negatieve stroomprijzen
Juli telde 65 uur aan negatieve stroomprijzen. Het aanbod van wind en zon dekte het totale Nederlandse stroomgebruik plus de export. Vanuit commercieel oogpunt is er tijdens die uren ook duurzame productie afgeschakeld. Het aantal van deze uren groeit snel. De teller staat nu op 192 uur tegen 85 uur over heel vorig jaar. Opslag van dit schone aanbod wordt daarom steeds belangrijker.
(tekst loopt door onder afbeelding)
Aandeel duurzame stroom naar 60 procent
Het aandeel van duurzame stroom kende een forse groei. Deze maand kwam het uit op 60 procent tegen 46 procent juli vorig jaar. Het hoge percentage komt deels doordat de stroomvraag 6 procent lager uitkwam. Als gevolg van de hoge prijzen bezuinigden consumenten en bedrijven op hun stroomverbruik of de verminderden ze hun productie, soms zelfs door te stoppen. Zonder dit effect zou het aandeel op ongeveer 56 procent zijn uitgekomen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat ervan uit dat in 2030 85 procent van de stroom uit hernieuwbare bronnen komt. Een deel daarvan zal dan ook geëxporteerd worden.
(tekst loopt door onder afbeelding)
LET OP: Energie en stroom verschillen
Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.
Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien. Het PBL berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik.
Alle bronnen
Energieopwek.nl is ontstaan bij het Energieakkoord en is nu onderdeel van het Nationaal Klimaat Platform. Het is een samenwerking met EnTranCe/Hanzehogeschool Groningen, Tennet en Gasunie. De site laat actueel zien wat er in Nederland aan duurzame energie wordt opgewekt.
Op Energieopwek zijn alle erkende vormen van hernieuwbare opwekking te volgen. Onder andere de bijdrage van warmtepompen en biomassa waaronder houtstook thuis. Per bron is te zien wat de bijdrage is en ook hoe dit zich verhoudt tot het totaal van de hernieuwbare opwekking. De site heeft tot doel een feitelijk beeld te geven van waar Nederland staat bij de verduurzaming.