Een Almelose verzetsgroep probeerde in 1944 de V1-lanceerbaan in het Nijreesbos (Tussen Almelo en Bornerbroek) te saboteren. Dat liep echter helemaal anders.
In Almelo krijgen enkele verzetsstrijders een pittige opdracht uit Londen. Piet Baart, Hein van Jolen, Henk Groeneveld, Harrie Steenbergen, Wim Keun en Jan Bonthuis moeten de V1-installatie in het Nijreesbos saboteren.
Deze ervaren verzetsgroep had de bezetter a;op grote schaal tegengewerkt door bruggen op te blazen, spoorwegen te vernielen en kerosinetanks lek te maken, waardoor de V1-raketten onbruikbaar werden.
Hoofdkwartier in vakantiehuis
De verzetsgroep Nijreesbos moest met spoed het V1-station onklaar maken. Dit moest voorkomen dat projectielen op geallieerde steunpunten in Antwerpen en Londen afgevuurd konden worden. De verzetsgroep Nijreesbos had als uitvalsbasis een vakantiehuisje aan de zuidrand van het bos.
De V1-installatie lag vlakbij restaurant Liedenbaum. In het holst van de nacht slopen de mannen er naartoe. Het lanceergebied werd echter streng bewaakt door Duitse soldaten, herdershonden en dubbel prikkeldraad met scheermesjes. Een geluidloze inbraak was daardoor ondenkbaar. Hoe dan?
Duitser op de stoep
De missie werd afgeblazen. De verzetsgroep trok zich terug in het huisje. Plotseling werd daar op het raam getikt. Het hart schoot ze in de keel. Wat nu? Tot hun grote schrik stond er een Duitse militair op de stoep. Zijn verhaal zorgde voor grote verwarring. „Help me alsjeblieft. Mijn naam is Richard Bauer. Ik ben gevlucht, gedeserteerd en hier al voor de oorlog getrouwd met een Almelose vrouw. We wonen in de Goossenmaat. Als de Duitsers me vinden schieten ze me dood.”
De paniek was groot bij de verzetsmannen. Deze ongenode gast kon hun leven in gevaar brengen. Konden ze hem geloven? Of was het beter hem te doden? Er werd geloot. Harrie Steenbergen zou hem moeten doodschieten en kreeg een pistool in zijn handen gedrukt. Maar wat moesten ze met een Duits lijk? Na koortsachtig beraad werd besloten hem onder te brengen bij de ouders van Piet Baart, woonachtig aan de Begoniastraat 12 in Almelo.
(Lees verder onder afbeelding)

Kalf slachten
Waarschijnlijk als tegenprestatie bood Richard Bauer aan om een kalf te slachten en het vlees mee te nemen. Het vee liep in het weiland naast het huisje. Voedsel was schaars. Richard had de kunst van het slachten geleerd in Rusland. Als een volleerd slager deed hij zijn werk. Het vlees werd in stukken over de schouders van de heren meegesjouwd. Het bloed droop er vanaf. Ze kozen een veilige route over het spoor.
Bebloede types op de stoep
“Opeens stonden er diep in die nacht bebloede mannen op de stoep bij mijn opa en oma”, vertelt Piets dochter Beppie ruim tachtig jaar later. „En een Duitse soldaat in uniform. Mijn grootouders wisten van niks, ook niet van het verzetswerk van hun Piet. Richard Bauer heeft enkele weken achter een linnen kast op zolder ondergedoken gezeten. Hij deed klusjes in huis, zoals aardappels schillen en schoenen poetsen.”
Beppie heeft het verhaal van de afgeblazen sabotage in het Nijreesbos en de in doodsangst verkerende Almelose Duitser opgetekend uit de dagboeken van haar moeder Gerry. Toen het levensverhaal van Richard Bauer opdook in Tubantia naar aanleiding van het boek ‘De vergeten Duitser’, dat Bert Hinnen over hem schreef, kreeg Beppie kippenvel. Ze las het artikel en wist het zeker: deze Richard Bauer kende zij uit de documentatie van haar moeder.
(Lees verder onder afbeelding)

Dagboeken zijn een goudmijn
Ze nam contact op met Bert Hinnen. Niet alleen auteur van het boek maar tevens naaste familie van Richard Bauer. Hinnen: „Hij was getrouwd met een zus van mijn vader. Richard was mijn oom. De fotomappen en dagboeken die Beppies moeder heeft achtergelaten zijn goud voor mij. Het is ongelofelijk dat wij met elkaar in contact zijn gekomen”, vertelt de historicus.
Beppie: „Ik las onlangs in de rubriek Ter Plekke van Tubantia een artikel over de V1-installatie in het Nijreesbos in relatie tot 80 jaar bevrijding. Dat triggerde mij enorm. Ik dacht: dit verhaal moet nu worden verteld.”
Leven in Almelo
Richard Bauer kwam in de crisisjaren na 1930 naar Nederland en vond als gediplomeerd meubelmaker werk bij Frans Hulsbeek in Wierden. De Duitse arbeidsmigrant woonde in een kosthuis van de familie Hinnen aan de Almelose Parallelweg. Daar ontmoette hij zijn latere vrouw Petronella. Ze kregen vijf kinderen. Het gezin ging aan de Elzenstraat wonen. Vlakbij de ouders van Bert Hinnen aan de Iepenstraat. In De Goossenmaat.
(Lees verder onder afbeelding)

De Tweede Wereldoorlog bracht Richard in de problemen. Hij werd als Duitser in Nederland opgeroepen voor de Duitse krijgsmacht, vocht aan het oostfront in Rusland en deserteerde na een verlof. Hij dook onder op diverse adressen in Almelo. Ook bij de ouders van Bert Hinnen, vlakbij de woning van zijn gezin.
Teruggetrokken man
Bauer werd na de oorlog gearresteerd en anderhalf jaar opgesloten in Kamp Erica. Bauer is er nooit in geslaagd zijn onschuld in allerlei procedures aan te tonen. Hij leefde tot zijn overlijden als stille, teruggetrokken man.
Beppies vader en verzetsman Piet kwam de oorlog ongeschonden door. Beppie: „Hij schakelde meteen door naar zijn volgende klus als KNIL-militair. Piet ging naar de oorlog in Indonesië”.
Bert Hinnen, wethouder van Heino, oud-burgemeester van Zweeloo, Wijhe en Olst/Wijhe, schrijft over het verhaal een aanvullend hoofdstuk voor zijn boek De Vergeten Duitser.
(Lees verder onder afbeelding)
Reacties of informatie graag mailen naar b_hinnen@hotmail.com