De beste blauwdruk voor een sociale, gezonde wijk? Kijk een zomer lang rond op een camping. Dáár gebeurt wat wij in nieuwbouwwijken zo vaak missen: vanzelfsprekende ontmoeting. Dennis Hijkoop is professional in gebiedsontwikkeling en zag tijdens zijn vakantie hoe een wijk er eigenlijk uit moet zien. Een prachtvoorbeeld voor de ecologische wijk die in Raalte zou kunnen komen.
Dennis Hijkoop is Mobiliteit expert bij Heijmans, met een studieachtergrond in planologie en sociale geografie. Professional dus. Maar in dit verhaal spreekt hij op persoonlijke titel. Deze zomer bracht hij acht weken door op een camping bij Zeist en zag hoe eenvoudig de sociale motor kan lopen als de fysieke inrichting en de sociale afspraken kloppen.
Zou jij in een ecologische wijk willen wonen?
Als je in zo’n wijk wil wonen, moet je natuurlijk van je laten horen. Bij grote interesse kan de gemeente een plan als dit niet links laten liggen. De werkgroep ‘Moi, buur(t) op Groen’ vraagt je dan ook bijgaande enquête in te vullen:
Klik hier voor de enquête: https://www.survio.com/survey/d/W1A2T1J3K5P5L4A8W
Een tent of caravan met een open voorkant, even een hamer lenen, elkaars kinderen opvangen als het misgaat. Niet omdat het moet, maar omdat je elkaar ziet. Dat ‘voor-leven’ aan de publieke ruimte – onder de luifel, op een bankje aan het pad – is precies het mechanisme dat in veel wijken is verdwenen. En het is cruciaal, juist nu zorg en welzijn piepen en kraken. Wat leert dat ons voor de ecologische wijk in Raalte?
1) Keer het huis om: de voorkant is de huiskamer
In de gemiddelde rijwoning zit de woonkamer achter, weg van de straat. De voorkant is technisch: auto’s, bakken, meterkast. Op de camping is het precies andersom: leven aan de rand van het pad, contact op ooghoogte.
Vertaling naar Raalte:
- Plaats woonkamer of woonkeuken aan de straatzijde, met openslaande deuren en kleine overstekken/luifels als “dagrand” waar je vanzelf even blijft hangen.
- Geef voortuinen écht gebruik (2,5–4 m diep), geen hoge erfafscheidingen aan de straat. Lage hagen, pergola’s, gevelbanken die uitnodigen om te zitten.
- Werk met halfverharde erfstroken en groene kavelranden; mooi én dempend voor snelheid/geluid.
Vraag om te stellen: Als ontmoeting het doel is, waarom verstoppen we de leefruimte dan nog achterin?
2) Sociale afspraken die werken (zonder betutteling)
Campings draaien op simpele, breed gedragen regels: je groet, je leent, je helpt; auto’s komen beperkt het terrein op. Niet omdat het moet, maar omdat iedereen snapt waarom.
Vertaling naar Raalte:
- Mobiliteitsafspraken light: parkeren aan kernen/randen, beperkte autotoegang (bijv. alleen laden/lossen of vensters voor mindermobiele bewoners), fietsen overal door.
- Buurtconvenant bij sleuteloverdracht: “Zo houden we het prettig.” Geen juridische dictaten, wél heldere gewoontes: elkaar groeten, bankjes gebruiken, hulpvraag laagdrempelig, stilte na X uur.
- Gastheerschap in het eerste jaar: buurtcoaches of ‘campinghosts’ helpen de rituelen landen (welkomstborrels, ruilkasten, gereedschapsbank, appgroep met spelregels). Daarna draait het systeem zelf.
3) Minder druk op zorg begint aan de stoep
Thuiszorg plant moeilijk (steunkousen om 8:00 óf 12:00?), mantelzorgers raken overbelast. In buurten waar mensen elkaar níet kennen, blijft een simpele hulpvraag te lang liggen.
Vertaling naar Raalte:
- Portiekjes en mini-hofjes met 6–10 voordeuren en een gedeelde zitplek: schaal waarop je elkaar snel kent.
- “Buurtlijstje” bij start: wie kan ’s avonds oppassen, wie rijdt af en toe naar de fysio, wie heeft een ehbo-diploma?
- Zachte infrastructuur: warme looproutes (droog, verlicht, logisch) tussen voordeuren, hof, zorgpunt, ov-halte en buurtsalon.
4) Het juiste groen maakt gelukkiger (en gezonder)
Wie het campinggevoel benoemt, begint vaak over vogels. Niet romantisch, maar bewezen: vogelzang en zicht op groen verbeteren mentaal welbevinden en nodigen uit tot buiten zijn – en dus ontmoeten.
Vertaling naar Raalte:
- Laag-naar-hoog beplanting (bloemen—struiken—bomen) met lange bloeiboog voor insecten en zangvogels; water en modderplekjes voor merels/mezen.
- Groene gevels/erafscheidingen i.p.v. houten schotten; borsthoogte zodat je elkaar ziet en toch privacy voelt.
- Verblijfgroen i.p.v. kijkgroen: elke 30–40 meter een plek waar je even kunt zitten of spelen, altijd ín zicht van woningen.
5) Mobiliteit: minder beweging, meer bereikbaarheid
Auto’s helemaal weren is in vergrijzend Nederland niet realistisch. Campinglogica helpt: minder ritten, slimmer gepland.
Vertaling naar Raalte:
- Parkeren aan de rand of geclusterd, met zorgpunten dichtbij (kiss & ride, deelauto’s, bolderkarren).
- Je moet mensen die dat nodig hebben een plek voor de deur gunnen.
- Twee-keer-regel light (zachte norm): beperk autobewegingen in woonstraten, stimuleer boodschappen lopend/fietsend met handige route en stalling.
- Erftypologie: woonpad = 15–20 km/h, geen doorstroom; hoofdontsluiting logisch, maar uit zicht.
6) Architectuur die gedrag uitnodigt
Gedrag is geen foldertekst; het is een gevolg van subtiele keuzes.
Vertaling naar Raalte:
- Drempeltjes en randen (luifel, gevelbank, lage trede) die ‘even blijven’ vanzelf maken.
- Zichtlijnen: zet ramen en voordeuren zo dat je ‘oogcontact op afstand’ krijgt zonder gluren.
- Programma aan de straat: werk/t-hoekje, hobbyruimte, deelatelier of buurtsalon met koffie – klein, maar zichtbaar.
- Natte voeten-logica: regenwater zichtbaar bergen (wadi’s) waar kinderen spelen en volwassenen praten.
7) Community by design: het eerste jaar is goud
Een wijk valt of staat met het eerste jaar. Dat is het moment waarop routines landen.
Vertaling naar Raalte:
- 12-maandenkalender bij oplevering: straatlunch, gereedschapsruil, lichtjesavond, plantdagen, ‘luifelavonden’ in de zomer.
- Beheer samen met bewoners: mini-budget voor stoepbankjes, gevelgroen, vogelhuisjes; bewoners beslissen.
- Meten is weten: start en na 12 maanden korte check op ontmoeting, ervaren veiligheid, hulp onder buren, gebruik van groen en fiets. Pas bij.
8) Kan dit zonder extra grond en kosten?
Ja. Het is anders verdelen: minder private meters achter, meer kwaliteit voor. Exploitatie blijft rond als je schrapt waar het niet helpt (overmaatse verharding, hoge schuttingen, “kijkgroen”) en investeert waar het rendeert (voordeurzones, zitplekken, slim groen). De maatschappelijke opbrengst (minder zorgdruk, meer veiligheid, hogere tevredenheid) weegt mee. Maar let wel: publieke ruimte kost ook geld, ook omdat het onderhouden moet worden.
9) Een mogelijke indeling voor Raalte (schets op 1 A4)
- Ringenmodel: parkeren/deelmobiliteit aan de ring; binnenin auto-arm woonweefsel.
- Hofclusters van 16–30 woningen, opgesplitst in poortjes van 6–10 voordeuren, elk met eigen zitplek.
- Voortuinband (2,5–4 m) + gevelbank standaard.
- Groenweefsel: elke 30–40 m een verblijfsplek, elke 80–120 m een buurtplek (speel/tafel), binnen 2–3 min lopen een buurtsalon.
- Water zichtbaar (wadi’s), paden halfverhard, bomenrijen voor ritme en schaduw.
- Buurtconvenant + hostprogramma in jaar 1; daarna draait de community zelf.
10) Waarom dit nú moet
Zorg wordt schaarser, de samenleving individualistischer, eenzaamheid groeit. De goedkoopste en meest humane buffer is de buurt zelf. Een wijk die ontmoeting vanzelf laat gebeuren, haalt druk van zorg en veiligheid, vergroot geluk én past bij een ecologische ambitie: meer lopen, meer groen, minder rijden, meer samen.
De camping leert: het is geen hogere wiskunde. Zet stoelen aan de voorkant, maak kijken en groeten makkelijk, spreek een paar dingen af – en laat de rest gebeuren.
Podcast