Je laat zien dat het je menens is als je als gemeente IPC Groene Ruimte vraagt een inleiding te geven op een avond waar je het met de inwoners wil hebben over het groener maken van je eigen erf en de openbare ruimte.
IPC Groene Ruimte is hét opleidingsinstituut voor mensen van nu die werken aan de leefomgeving van morgen. Onze visie is de wereld gezond en leefbaar te houden voor mens en dier door mensen, bedrijven en organisaties te stimuleren bewuster en zorgvuldiger met onze leefomgeving om te gaan.
Eddy Schabbink van IPC ging donderdag in zalencentrum De Overkant in het centrum van Dalfsen die uitdaging aan en noemde man en paard. “Dacht je nou echt dat de koolmees in vogelkastjes gaat zitten om de eikenprocessierups op te eten? Jij gaat toch ook niet ergens wonen waar je alleen maar boerenkool krijgt te eten en dan ook nog maar een kwart van het jaar?”
Schabbink stelt vier eisen aan een goede natuur: voedsel, vocht, voortplanten en veiligheid. Als het de natuur aan een van die voorwaarden ontbreekt, dan gaat het niet goed. En wij, de mens zijn als geen ander in staat minstens een van die voorwaarden weg te halen. Neem die eikenprocessierups We houden de berm tussen eikenbomen kaal, maaien het fluitenkruid nog voordat die gaat bloeien en hangen vervolgens nestkasjes op in de hoop dat de koolmees er zich gaat nestelen om de processierups op te eten.
Maar hoog gras en struiken tussen de eiken zorgen voor veilige schuilplekken. Fluitenkruid helpt zweefvliegjes aan eten, die vervolgens eitjes leggen in de larven van de eikenprocessierups. Koolmezen zijn weer gek op zweefvliegjes én op de eikenprocessierups. Voor de vijand van de processierups zijn de voorwaarden voor een goed bestaan weggehaald. Maar voor de processierups niet. Die vindt zijn door de mens geschapen omgeving heerlijk en gedijt als nooit tevoren. Dan gaan wij die rups weer doospuiten, waardoor de koolmees er nog minder zin in heeft.
“Wij willen het te netjes,” aldus Schabbink. “De natuur juist niet. Wij ruimen dode bomen op, maken de tuin winterklaar. Maar op dode natuur zit meestal meer leven dan op levende natuur! Denk er eens over na gras in zones te maaien. En snoei al die bomen niet gelijkmatig. Geef de meidoorn de kans: daar voelt een mus zich veilig, de kat waagt zich daar echt niet! ”
Vraag aan de zaal: heeft iemand nog iets moois meegemaakt in de natuur?
Ja, ik had een boommarter in de vensterbank zitten!
Maar ja, hoe gaan de we de samenleving vertellen dat we anders met de natuur om moeten gaan? “Ik word er al op aangesproken als ik het gras te lang laat groeien” zei iemand vanuit de zaal. Herkenbaar voor Schabbink: het netheidssyndroom, alles glad strijken, de slootkanten en de wadi’s tot op de vaste grond afmaaien en het blad via bladbakken afvoeren terwijl dat in de winter bescherming en in de lente voedsel is voor de natuur. Deze avond in Dalfsen was een paar dagen eerder ook in Ommen al gehouden. Daar benoemde iemand uit de zaal de verantwoordelijkheid van de samenleving zelf. Gewoon aan de gang gaan in je eigen tuin en niet eerst naar overheden wijzen.
Als we met ons allen onze eigen tuin tot klein natuurgebiedje omtoveren, is dat met elkaar het grootste natuurgebied van de regio!
Geen wanklank vanuit de zaal in de zin van ‘ja maar’ en ‘dat kan toch zo maar niet’. Nee, het tegenovergestelde: hoe gaan we dit verhaal aan de man brengen, hoe gaan we een omslag bereiken’. Kristianne van der Put legde in het tweede deel van de avond in haar lezing uit hoe je met heggen al een heel mooi begin kunt maken. Sneller dan met een heg krijg je het niet biodivers. De heg is windkering, voedsel, beschermplaats.
In dit filmpje legt Hoop Heggen het voordeel van heggen uit.