Democratie betekent dat burgers samen beslissen over de koers van hun samenleving. Toch eindigt dat democratische principe vaak bij de stembus. In ons werk, in de economie en zelfs in de publieke ruimte overheerst nog vaak ongelijkheid en hiërarchie. De Duitse filosofe Lisa Herzog pleit er daarom in haar boek The Democratic Marketplace voor om democratische waarden veel verder door te trekken: tot in de economie zelf.
‘Economie’ is, gezien de samenstelling van zijn woord (ecos en nomie), ‘de ordening van het huishoudboekje’. Ecologie (ecos en logie) is ‘de leer over hoe je je huishoudboekje op orde kunt houden’. Ecologie gaat dus vóór de economie uit en vanuit de ecologie ontstaat een visie op economie. In onze westerse wereld is dat fout gelopen. Kapitalistische marktwerking wordt gezien als dé economie. Mensen die daar garen bij spinnen hebben dat kapitalisme tot een samenzweringstheorie verheven, waarin we bijna allemaal geloven. Maar die samenzwering is uit elkaar aan het klappen. Economische modellen, gebaseerd op ecologische kennis en inzichten die laten zien dat er grenzen aan de groei zijn, worden steeds serieuzer genomen. Lisa Herzog gaat met haar visie op economie zelfs richting democratie. Als de economie niet gebaseerd is op gelijkwaardig, gaat dat ten koste van de democratie.
Werken is geen dictatuur
De meeste mensen brengen een groot deel van hun leven door op de werkvloer. Maar bedrijven functioneren vaak als kleine dictaturen: van bovenaf worden beslissingen genomen en werknemers mogen hooguit advies geven. Herzog stelt dat dit niet past bij een samenleving die zich democratisch noemt.
Haar voorstel: werknemers meer zeggenschap geven, via ondernemingsraden met echte macht of coöperatieve bedrijfsmodellen. Dat leidt niet alleen tot meer gelijkwaardigheid, maar ook tot bedrijven die minder eenzijdig alleen op winst sturen.
Je kunt die lijn ook doortrekken naar zo goed als alle plekken in de samenleving buiten je werk om: regels die gelden op de peuterspeelzaal; hoe de voetbalclub bestuurd wordt; het regime op de school van je kinderen; wat het programma van Stöppelhaene en de Diekdagen wordt. Zelfs de werkvloer van ‘de democratie’ is dictatoriaal. Een gemeente en provincie zijn beiden twee organisaties in een:
– de democratische met politieke besluitvorming;
– het instituut als werkgever met een eigen gemeente- of provinciaal secretaris als directeur van het bedrijf.
Ongelijkheid maakt democratie ongelijk
Een tweede punt van Herzog: te grote vermogensverschillen zijn funest voor de democratie. Wie rijk is, heeft invloed en kansen; wie arm is, blijft achter. Daarom is herverdeling nodig, maar vooral ook ‘predistributie’: ongelijkheid voorkomen voordat die ontstaat.
Concrete maatregelen: een eerlijke erfbelasting, startkapitaal voor wie niets erft, betere toegang tot goed onderwijs en een fatsoenlijk minimumloon. Zo krijgt iedereen dezelfde uitgangspositie om echt als gelijke burger deel te nemen.
Publieke voorzieningen als ontmoetingsplek
Herzog ziet publieke voorzieningen niet alleen als vangnet, maar ook als plekken waar burgers elkaar ontmoeten als gelijken. Een bibliotheek, een buurthuis of het openbaar vervoer: ze zijn voorbeelden van democratische ruimtes.
Haar pleidooi: investeer meer in zulke voorzieningen. Dat vergroot niet alleen de sociale gelijkheid, maar ook de democratische ervaring in het dagelijks leven.
Markten zijn nooit neutraal
Vaak wordt gezegd dat markten vanzelf de beste uitkomst opleveren. Maar markten werken altijd binnen spelregels – en die spelregels zijn politieke keuzes. Herzog pleit er daarom voor markten bewust in te bedden in democratische waarden: duurzaamheid, solidariteit en rechtvaardigheid.
Dat kan via CO₂-heffingen, strenge consumentenrechten of transparantie-eisen voor bedrijven. Zo worden markten een middel om democratische doelen te bereiken, in plaats van een doel op zichzelf.
Tijd en ruimte om mee te doen
Echte democratie vraagt tijd en energie. Wie kampt met stress, armoede of lange werkweken, heeft daar geen ruimte voor.
Herzogs voorstel: kortere werkweken, verlofregelingen, een fatsoenlijk minimumloon of zelfs een basisinkomen. Burgers die de ruimte hebben, kunnen zich wél inzetten voor hun buurt, voor de politiek of voor gezamenlijke initiatieven.
Een cultuur van gelijkwaardigheid
Tot slot wijst Herzog op de noodzaak van een democratische cultuur. Niet alleen instituties maken democratie, maar ook de manier waarop we elkaar zien. Als we elkaar alleen benaderen als klant of concurrent, verliezen we het besef van gelijkwaardigheid.
Haar oproep: creëer plekken en praktijken waar mensen elkaar als burger ontmoeten. Denk aan burgerpanels, coöperaties of buurtvergaderingen. Zo groeit het wederzijds respect dat de democratie nodig heeft.
Meer dan stemmen alleen
Lisa Herzog’s centrale boodschap is dat democratie niet ophoudt bij verkiezingen. Ze moet ook gelden in de economie: op de werkvloer, in de verdeling van rijkdom, in publieke voorzieningen en zelfs in de manier waarop we markten inrichten. Alleen dan is er sprake van echte gelijkwaardigheid tussen burgers.