Gisteren schoot ik in de opa-modus: “Weet je, er komt een leeftijd dat gesloopte gebouwen blijven herrijzen – je weet dat ze er niet meer zijn, maar als je langs de plek komt waar ze stonden, ben je telkens weer teleurgesteld en verdrietig. Want in je herinnering zijn ze er gewoon nog. Of weer.”
Ik zei het tegen een jonge dorpsgenote die het zeker niet zou begrijpen en mij zonder mankeren het zelfklevende etiket ‘sentimentele kwijlebabbel’ zou opplakken. Ze had zich zojuist enigszins misprijzend uitgelaten over beruchte goeie-ouwe-tijd-aanbidders uit haar kennissenkring, die een traan wegpinken bij elk plaatje van een schimmelige stomerij uit 1934 of de wc-loze arbeiderswoningen van voor de Eerste Wereldoorlog.
We kwamen op het onderwerp doordat ik het boek ‘Wijhe, verdwenen gebouwen‘ had aangeschaft. Vanmiddag begon ik eraan. Dat ‘darmschraperij Godeschalk’ het loodje heeft gelegd, daar kon ik goed mee leven; idem de onwelriekende leerlooierij in de Kupe, hier 100m vandaan. En ga zo door: sigarenfabriek Horma ter ziele, de zuivelfabriek opgedoekt, enz.
De eerste schok kwam voor mij op p.84: Station Wijhe. Ik woon hier nog geen drie jaar, dus dan neem je het zoals het is. Eén wachtruimte, nul toiletten en geen loket. Het is wél (houdt het stil, svp) een IC-station. Maar daar, op p. 84 stond een foto van het stationsgebouw zoals het in 1969 was – drie jaar voor het werd gesloopt.
Foto Thom Letteboer op Stationsweb
De NS was destijds niet te vermurwen: ‘Door automatisering is de bezetting van het station niet meer nodig en is derhalve het leegstaande gebouw een prooi geworden van de gebruikelijke, anonieme vernielers.’
HEEEEEEEEEEEEEEE NS (Caps-lockte ik laaiend, 51 jaar te laat) WIE O WIE ZIJN HIER DE ECHTE VERNIELERS???????? Het antwoord begint met een hoofdletter N, eindigt met de S van Spoorwegen!!!!!!!!!!!!!!!!!! Met een beetje goede wil had daar nu een uitbater gezeten à la Overveen of Ommen – ideale plekken om af te spreken of te schuilen. Oh wacht, een Stationskoffiehuis was er ooit ook, zie ik in het volgende hoofdstuk, zij het maar tot 1914.
Ik hoop dat De Historische Vereniging snel door de eerste druk heen is, want het is een schitterend boek – en zeker niet alleen voor ongeneeslijke dwepers met de goeie-ouwe-tijd. Hulde aan samenstellers Freerk Kunst, Jan Heideman, Anne Marijke Lindeijer, Gerard Nanninga en Thom Letteboer!
P.S voor Haarlemmers: Wat een treurnis en verlatenheid langs perron 3 en 6! MAF is ‘m gesmeerd en die ruimte waar zo nodig gesalsadanst moest worden staat al tijden leeg. Met weemoed denk ik aan de tijd dat er nog een ordentelijke restauratie was en opa daar zelfs op Eerste kerstdag als alles dicht was nog koffie kon… Zie titelfoto.
Website Dagklad
