Het begon onschuldig — of beter gezegd: alledaags. Vermoeidheid, dorst, gewichtsverlies. Signalen die je als vijftiger vaak afdoet als stress, ouderdom of “even wat minder weerstand”. Arjan Pronk liep er maanden mee rond. “Paracetamolletjes kreeg ik,” zei hij nuchter. Het bleek alvleesklierkanker. “Tering amateurs.”. ‘Het mirakel’ Arjan stierf in Spanje op 55 jarige leeftijd.
Pronk begon zijn carriere als bassist bij Damaged Brain en The Prodigal Sons. Schreef in de band Bökkers ‘Annie uut de Bochte’ en tekende in die band ook voor veel andere nummers. Maar wat mij betreft was zijn mooiste nummer ‘Maïs’ dat hij schreef toen hij zijn eigen band Pronk begon.
In de kelder van zijn woning in Luttenberg had hij een oefenruimte ingericht, waar zijn muziekvrienden graag kwamen om onder het genot van wat geestverruimende middelen nieuwe nummers te schrijven.
Pronk was columnist van HierinSalland. Zijn verhalen gaven stuk voor stuk weer hoe hij tegen de wereld aankeek. Onder deze link lees je een aantal van die verhalen. De columns zijn gebundeld in het boek Kil. Hij zette zijn kijk op leven niet alleen op papier. Hij leefde er ook naar. Wat te denken van het feit dat Arjan jaren achtereen overal in Luttenberg illegaal bomen plantte.
Hij had ook plannen een kinderboek te schrijven. Daar zou hij in Spanje – waar Arjan recent naar toe emigreerde – wellicht meer tijd voor hebben. Daar is hij niet mee overgekomen.
Pronk over zijn diagnose dat hij ongeneeslijk ziek was: “Godver, hachelijke bende. Hopen op een wonder. Ik ben er nog lang niet klaar voor.”
Maar het wonder is er niet gekomen.






