“Tijdens een frisse winterwandeling kwam ik op elke paal van het weiland aan de bosrand allemaal kleine lieveheersbeestje tegen. Waar zou dit op kunnen duiden?” Die vraag kregen we in de mailbox binnen. Inclusief foto.
Tja, waar zouden al die lieveheersbeestjes op kunnen duiden. Krijgen we veel luizen deze lente en zomer en parkeren die lieveheersbeestjes daar al op voor? We hebben die vraag voorgelegd aan het panel natuurdeskundigen.
Salland Zoemt heeft een appgroep met allemaal natuurdeskundigen. Als er weer wat in de natuur is, wordt daar kennis en kunde gedeeld. Als jij ook iets opmerkelijks ziet? Stuur het naar info@hierinsalland.nl
Hun antwoord: lieveheersbeestjes overwinteren met z’n allen bij elkaar. Ze eten zich in de herfst vol en gaan lekker bij elkaar zitten tot de winter voorbij is. En dat is nú zo ongeveer!
(tekst gaat verder onder foto)
Het ligt trouwens maar net aan het soort lieveheersbeestjes waar die overwintert. Buiten in de natuur is populair bij inheemse soorten. Op stengels van afstervende planten in de tuin, in spleten van de barst van bomen, ook op paaltjes langs het weiland dus. Komt het lieveheersbeestje uit Azië, dan overwinteren ze liever binnen. Buiten is het voor die arme drommeltjes natuurlijk veel te koud.
Als het buiten even weer wat warmer wordt, laten we hopen dat dat binnenkort gaat gebeuren, dan vliegen ze uit. Maar wil je er eerder van af: dan kun je ze opstofzuigen. MAAR doe dan wel eerst een sok in de stofzuigerslang, dan vang je ze daar in op en kun je ze buiten zetten.
De lieveheersbeestjes lijken dus niet voor te parkeren op een aankomend gevuld bordje vol luizen. Dat is eigenlijk ook altijd een achteraf-effect: dat er meer lieveheersbeestjes overleven omdat er zoveel te eten wás. Dat lijkt aan de hand: vorig jaar waren er veel luizen dus zijn er nu veel lieveheersbeestjes.
De naam
Tot slot nog even over de naamgeving. In de Germaanse Tijd werd het kevertje als de vogel van de godin van de liefde Freya gezien en dus Freyavogel genoemd. Maar toen de christeren kwamen huishouden en alle heidenen aan het geloof wilden krijgen, moest die naam ook verdwijnen. Het werd toen onze-lieve-vrouwe-beestje, onze-lieve-heers-beestje, het lieveheersbeestje. Duutsers zeggen Marienkäfer, Engelsen ladybird, Fransen bête à bon Dieu, Ieren verbasterden dat to bóín Dé, Gods koetje. Zo noemen de Russen hem ook: божьи коровки, bozji korovki. Als we Poetin nu ook eens onder de aandacht zouden kunnen brengen dat de bozji korovki via Freyda in feite het symbool van de liefde is.