Nederland is kampioen vee houden. Elke dag worden er zo’n 14 miljoen varkens geslacht, 1,7 miljoen kippen en moeten 3,5 miljoen runderen worden gevoerd. En dat allemaal grotendeels voor de export. Ondertussen ligt de helft van onze landbouwgrond vol met maïs en gras – voer voor diezelfde dieren.
Maar stel je eens voor dat we dat slimmer zouden aanpakken. Als we meer gewassen voor directe humane consumptie zouden telen, dan is er zeven keer minder grond nodig. Want je verliest geen energie meer door eerst een koe te voeren en daarna die koe op te eten. Zo ontstaat er ineens volop ruimte om biologisch te boeren, ook al levert dat per hectare iets minder op.
(lees verder on de foto’s)
En wat zie je dan gebeuren? Op Sallandse akkers duiken steeds vaker kleurrijke pompoenvelden op. Of velden vol zonnehoed (Echinacea) – een plant die al eeuwenlang bekendstaat om zijn heilzame werking. Het kruid ondersteunt de weerstand en het immuunsysteem, helpt bij verkoudheidsklachten, stimuleert de aanmaak van witte bloedcellen en heeft bovendien ontstekingsremmende eigenschappen. Soms wordt het zelfs toegepast bij huidaandoeningen of wondgenezing.
(doorlezen over de foto’s)
Hoe mooi is dat? Boeren die niet alleen voedsel produceren, maar ook bijdragen aan onze gezondheid. Het platteland als een soort apotheker – een plek waar akkers en kruidenvelden ons lichaam sterker maken en ons beter wapenen tegen ziektes.