De bronnen fluctueerden de afgelopen drie maanden. In september woei het meer dan het vergelijkbare kwartaal in 2024. Juli en augustus waren qua wind vergelijkbaar met vorig jaar.
Deze twee maanden waren weer zonniger dan vorig jaar. Er werd een kleine 15 procent meer stroom opgewekt in deze twee maanden, ondanks dat de hoeveelheid afgeschakelde stroom uit zonne-energie met 70 procent toenam.
(Lees verder onder afbeelding)
Aircopiek zorgt voor hoge prijzen
In deze zomer dook ook de aircopiek op. Tijdens de warme maanden draaiden de koelapparaten ‘s avonds op volle toeren. Op dat moment was er weinig zonnestroom en ook niet altijd genoeg windenergie. Daarom moesten de fossiele centrales bijspringen. Dat werd meteen goed zichtbaar in de prijs. Die spoot omhoog.
(Lees verder onder afbeelding)
Opslag noodzakelijk
Hiermee wordt ook de noodzaak van opslag weer duidelijk. Tegenover het bijspringen van de fossiele centrales staan namelijk andere momenten van een overaanbod van duurzame stroom. Dat leidde tot een groei in afschakelen van zonnepanelen en windmolens. De hoeveelheid duurzame energie die hierdoor niet werd opgewekt lag zo’n 70 procent hoger dan een jaar geleden. Het ging van 4 PJ naar 9.5 PJ.
(Lees verder onder afbeelding)
Hoeveelheid negatieve stroomprijzen blijft stijgen
Ondanks dat er in juli weinig uren met negatieve stroomprijzen bijkwamen, ligt de totale hoeveelheid uren met negatieve stroomprijzen dit jaar al op 538. Dit zijn ruim honderd uur meer dan op hetzelfde moment in 2024.
(Lees verder onder afbeelding)
Groei aandeel duurzame stroom stagneert
Hoewel in absoute aantallen er meer duurzame stroom werd geproduceerd, bleef de groei van het aandeel duurzaam in de opwekmix beperkt tot 58 procent tegenover 56 procent in hetzelfde kwartaal in 2024. Hiervoor zijn twee oorzaken. De fossiele centrales stonden vaak aan om de zomerse avondpiek op te vangen en om aan de vraag uit het buitenland te voldoen. Daarnaast waren er ook momenten dat er werd afgeschakeld omdat er meer aanbod van duurzame stroom was dan vraag. Zonder dat afschakelen zou het aandeel harder gegroeid zijn naar 61 procent tegen 56 procent het vergelijkbare kwartaal vorig jaar.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 70 procent van de stroom uit hernieuwbare bronnen komt. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verwacht nu in de laatste Klimaat en Energie Verkenning (KEV) dat het op 60 procent zal uitkomen. In de raming van 2022 was dit 85 procent.
LET OP: Energie en stroom verschillen
Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.
Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien. Het PBL berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik.
Nationaal enerEnergieopwek is onderdeel van ned.nl
Energieopwek.nl is sinds maart 2024 onderdeel van het Nationaal Energie Dashboard. (ned.nl). Ned.nl is ontwikkeld door Gasunie en Tennet. Energieopwek laat actueel zien wat er in Nederland aan duurzame energie wordt opgewekt. Dit gebeurt in samenwerking met EnTranCe van de Hanzehogeschool Groningen.
Op Energieopwek zijn alle erkende vormen van hernieuwbare opwekking te volgen. De site heeft tot doel een feitelijk beeld te geven van waar Nederland staat bij de verduurzaming.
Ned.nl gaat zich ontwikkelen tot de plek waar de relevante energiedata van het hele energiesysteem te vinden zijn.