Ik moest iedere vijf jaar bewijzen dat ik les kon geven. Of mijn baas ging er dus vanuit dat ik een geheugen heb dat niet verder terug gaat dan vijf jaar, of die opleiding is zo slecht dat je hem steeds opnieuw moet doen. Toen ik daar vragen over stelde, hoefde ik ineens niet meer op herhaling.
Nog zoiets: Ineens moest je in het onderwijs een level hoger afgestudeerd zijn dan waar je les gaf. Dat was een stoere uitspraak van een domme minister (iets wat tegenwoordig een pleonasme is), want onderwijs is zo divers dat je daar niet één regel van kunt maken. In het praktijkonderwijs moet je iemand hebben die verstand van de praktijk heeft én die verstand van onderwijs heeft. Liever heb je daar geen hoog opgeleid universitair type die de praktijk alleen vanuit de boeken kent.
Omdat ik HBO-les gaf moest ik dus universiteit raken. Nou, daar heb je niks aan, kan ik je vertellen, als je studenten stage lopen op het mediapark. Daar moet je streetwise zijn.
Die universiteit, dat was voor mij en veel collega’s nog wel een dingetje, dus bedachten ze een HBO-master. Was je eigenlijk niet universitair, maar mocht je je wel master noemen. Dat líjkt universitair, dus was die stoere minister er tevreden mee.
Horden collega’s kregen twee jaar lang twee dagen in de week afstudeertijd. Ik wil er maar mee zeggen dat er in het onderwijs op sommige punten nog wel wat te bezuinigen valt.
Denk ook aan de accreditaties, de overheidscontrole of het onderwijs wel goed is. Nieuwsuur heeft onderzocht dat basisscholen niet iedere vier jaar inspectie krijgen, zoals afgesproken. Maar Nieuwsuur onderzocht niet het effect van zo’n inspectie.
Al twee jaar van de voren bewaarden we voor zo’n accreditatie de beste studentopdrachten als bewijsmateriaal. Een jaar vooraf was er een interne audit om te kijken of ons onderwijs wel goed op papier stond. Bij zwaktes werden niet de colleges, maar de papieren aangepast. Een week van te voren werd personeel dat naar de accreditatiecommissie moest, nog eens goed geïnstrueerd. De rest werd ín de week eigenlijk het liefst niet gesignaleerd op school. De heel hoog opgeleide accreditatiecommissie mocht je eens in het wild aanspreken.
Maar ja: heel hoog opgeleid = niet streetwise. Dus we lulden ze de oren van de kop met mooie succesverhalen. Je zou er een tv-format van kunnen maken: waar of niet waar.
Na zo’n accreditatie gingen we als team uit eten op een heel dure locatie ergens in Zwolle. Ik zeg: “zo, nu mag ik weer zeggen hoe ik er écht over denkt!” De directeur – zijn bloeddruk was toch al wat hoog – knapte uit zijn vel en schold me voor rot. Dat kon toen nog.
Ik heb daarna nooit meer mee hoeven doen met dat toneelstukje.
Het zou andersom moeten zijn, de onderwijsinspecteurs moeten eerst verplicht lesgeven op een “slechte”school, en dan beoordeeld worden door de leerkrachten op die school. Daarna, bij een ruime voldoende, mogen ze pas iets zeggen over anderen.
Vinkjes zetten kan de eerste de beste ( vul maar in ) wel.