Hoe lang zou mijn remweg zijn, vroeg ik me af. Sinds ik met schijfremmen wielren heb ik dat eigenlijk nog nooit bij de hand gehad. Als je dat soort gedachten krijgt, moet je handelen, had ik me zelf voorgenomen. Dus remde ik af tot 30. Voelt al eens tuk beter, maar ook dan: als je een smak maakt, hoe zou dat voelen?
Voorbij het bomvolle terras van de horeca aan de voet van de Haarleberg – natuur is mooi, maar er moet wel wat te eten en te drinken zijn – draaide ik Haarle in, stak de N48 over richting Luttenberg-Mariënheem en moest, toen ik de Hellendoornseweg opdraaide, vol in het anker omdat een brommer van links geen idee van verkeersregels had.
Anderhalve meter, wist ik toen. De remweg met mijn remschijven is anderhalve meter.
Hij scheurde met zijn brommert twee decimeter voor me langs. Keek niet op of om. Bromde gewoon verder.
Ik denk altijd dat er in het verkeer geen ongevallen hoeven gebeuren als iedereen gewoon netjes oplet. En dat is ook wel zo, hebben deskundigen van het verkeerstechnisch bureau Goudappel me verteld, maar iedereen let niet altijd netjes even goed op.
Mijn redenering klopt wel, maar die van de deskundige ook. Sindsdien betrap ik me er op, dat ook ik niet altijd even goed oplet. Dan tuur ik vanachter het stuur van mijn auto de omgeving af waar die nieuwe tunnel bij het Raalter station de grond uitkomt aan de andere kant van de N35, maar dan kan ik toch echt beter opletten hoe ik de rotonde aan de Zuidwijklaan neem.
Een klein moment van niet opletten kan je al achter in de auto van de voorganger verzeild doen raken. Vooral als je bumper kleeft. Daarom neem ik nu altijd gepaste afstand van mijn voorganger. Áls ik dan even wat minder oplet, heb ik iets meer herstelkans.
Gevolg is dat ik ook graag heb dat de chauffeur achter me afstand van mij houdt. Maar daar zijn ze meestal niet zo van. Ik schud ze af door de richtingwijzer aan te zetten, maar niet af te slaan. Sommigen worden dan boos en gaan nog dichter op de bumper chauffeuren. Dan laat ik ze maar passeren. Ik ga dan heel langzaam rijden.
Sommige klevers blijven dan toch gewoon achter me. Met personenauto’s is dat lastig, want als je weer vaart maakt, heb je ze zo weer op de trekhaak. Bij vrachtwagens werkt dat beter. Laatst op de N48 had ik met zo’n vrachtwagen een surplace ter hoogte van de afslag met Luttenberg. Toen ik weer gas had gegeven en dus vlot afstand nam, moest ik ter hoogte van Lemelerveld keihard op de rem omdat een kudde koeien uitgebroken was.
Dat was fout gegaan als ik die vrachtwagen nog in de nek had.
Maar ja, zei een kennis, ze bumper kleven om brandstof te besparen…
Voordat ik min of meer veroordeeld werd tot die elektrische rolstoel heb ik nog jarenlang een driewielligfiets gehad. Daar maakte ik samen met een vriendin – die beschikte over net zo’n rijwiel – Sallands dreven mee onveilig. Soms in de meest letterlijke zin van het woord. Wellicht op een van dezelfde Sallandse heuvelen lieten wij die fiets ook eens de vrije loop omlaag, maar dat ging ook dusdanig oerend hard, dat we op enig moment toch maar zachtjes de rem inknepen. Wij vonden op dat moment onze beperkingen al mooi genoeg en zaten niet te wachten op ook nog een dwarslaesie. Wij hebben dus nooit serieus uitgetest hoe lang de remweg is van een Sinner driewielligfiets van USVA. Hangt natuurlijk ook wel af van veel factoren, waaronder de jeugdige overmoed en bijpassende snelheid.