Banden met vroegere burcht Ramelo in Raalte

In Raalte bestaan plannen de verdwenen burcht in de Raalter buurtschap Ramele weer zichtbaar te maken. Harry Luchtenberg is heel diep in de geschiedenis gedoken en vindt allerlei interessante connecties.

Interessant? Deel het artikel

Ramelo 230531 situatie met buren

Kasteel Ramelo – de Plaskerk – Kasteel Voorst – Kasteel Rechteren – Karel de Grote

Het venster op het Kasteel Ramelo verteld eerst iets over de buren wiens meeste ouders of grootouders ik nog heb gekend en gesproken, die nog een levende herinnering hebben gehad van de slotgrachten van Kasteel Ramelo en mogelijk heeft een ieder in zijn jeugd net als mijn oom Anton Westenenk, de broer van mijn moeder, op de slotgrachten geschaatst. Enige tragiek jaren later hierbij was nadat kanker was vastgesteld bij mijn vader en het er naar uitzag dat hij niet meer beter zou worden zijn laatste wens was dat hij nog een keer de “Klinkerhardeweg” wilde zien en rondrijden. Met de “Klinkerhardeweg” werd bij ons thuis bedoeld een wandeling op de voorste weg van de Panne – Westenenk naar de Drosteweg, dan vervolgens naar de Haansweg, die beiden van klinkers waren voorzien vandaar de naam “Klinkerhardeweg”, dan via de Ramelerdijk en vervolgens via de achterste weg weer naar het huis van “de Panne” terug. Met andere woorden een rondje Kasteel Ramelo, die ik ook vaak s’avonds liep om de hond uit te laten. Maar mijn vaders laatste wens mocht niet in vervulling. Een koor aan doktoren van het St. Jozefziekenhuis heeft op hem ingepraat dat dit toch echt zijn laatste rustplek was. Hij heeft geen afscheid mogen nemen. En voor wij afscheid nemen van Kasteel Ramelo wil ik me nog weer aan de opgave wijden welke relatie het beheer van Kasteel Ramelo had en de verbinding met Karel de Grote. Hierbij richten we het venster naar het jaar 1195 naar de naam Engelbert v1195, Hr van Ramelo – N. van Voorst – Rechteren. Dus kasteel Ramelo – kasteel Voorst in Zwolle en kasteel Rechteren in Dalfsen. Omdat Engelbert van Ramelo ook in verbinding te brengen is met de Plaskerk in Raalte wordt dit het beginpunt. Ook wordt nog eens de verbinding van Engelbert van Ramelo met kasteel Nijenhuis duidelijk.

Engelbert v 1195 > Hr van Ramelo >Van Voorst >Ramelo > Voorst > Rechteren

Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301 op het internet te vinden

We beginnen hier met Engelbert van Ramelo in relatie met Raalte en de Plaskerk. Voor ons is het interessant om de verschillende namen Engelbert die genoemd worden Engelbert van Ramele, ridder 414-415, 427 in het oog te houden. Vergelijk de oorkonden de nummers No. 1668, No. 1682 en No. 312

Met vermelding van Ramele, tusschen Wijhe en Raalte

 

 

Plaskerk Raalte

 

 

 

Voor het collectief onderbewustzijn van de naar het geestelijke bewustzijn strevende Raaltenaar is dit nu een belangrijke dag 2 augustus 1123: de triomf van de kerk over de staat die al in 1122 plaats had gevonden en de schenking van de Plaskerk aan de bewoners van Deventer. Keizer Hendrik V is in 1123 nog keizer van het Roomse Rijk en Keizer van Duitsland en op 02 augustus van het jaar 1123 wordt de Plaskerk van Raalte geschonken ter vergoeding voor het niet hoeven te betalen voor de doop, begrafenis en huisgeld aan het kapittel, de kanunniken te Deventer, als trouw voor hun hulp.

De scheiding van kerk en staat heeft plaats gevonden. De idealen van vrijheid in het geestesleven – democratische gelijkheid in het rechtsleven – en broederschap in het economische leven, krijgen daardoor de mogelijkheid om hun juiste plaats in de samenleving verwerkelijkt te kunnen worden. De bisschoppelijke machtsstructuur die in het rechtsleven was beland kan daardoor langzaamaan overgeheveld worden naar haar juiste plaats in het geestesleven. En de koninklijk feodale machtsstructuur die op de plaats was beland van het geestesleven kon nu ook zijn juiste plaats krijgen in de ontwikkeling van de democratische besluitvorming. Geld uit de broederschap van het economische leven kan daardoor vrij schenkgeld worden voor het geestesleven. We kunnen hierbij iedere dag waarnemen hoever dit proces zich in de loop van de tijd heeft kunnen ontwikkelen.

De Franse Revolutie moest nog eeuwen verderop plaats vinden. Pas toen was dit bewustzijn collectief aanwezig. Maar het begin van de vrijheid van het geestesleven om zelf de bisschoppen te kunnen benoemen, is uit de machtsstructuur van het rechtsleven gehaald door de scheiding van kerk en staat en in de schenking van de Plaskerk te Raalte als vergoeding aan het kapittel te Deventer, het vrije schenkgeld wat overgeheveld werd van het economische leven naar het geestesleven. Maar wie wind zaait zal storm oogsten is blijkbaar de leus van vrijheid – gelijkheid en broederschap en hoe hard deze wind in Raalte heeft gewaaid?

Zou daar de uitdrukking ‘Raalterwind’ vandaan komen?

In 1123 raakte het onbeduidende dorpje Raalte ongewild betrokken bij het grote wereldgebeuren: in een conflict tussen keizer Hendrik V van Duitsland en bisschop Godebald van Utrecht, die evenals de meeste bisschoppen van die tijd meer vorst dan herder waren. Deze Godebald heeft een steentje bijgedragen aan het Concordaat van Worms (1122), dat een einde maakte aan de invloed van de keizer op de investituur (bisschopsbenoeming). Deze triomf van de Kerk over de staat zat Hendrik V dwars. De keizer belegerde meteen het bisschoppelijk paleis bij Hardenberg en kreeg om onduidelijke redenen steun van de inwoners van Deventer. Lotharius van Saksen, gesteund door de bisschop van Munster, die ook meer het harnas droeg dan het misgewaad, belegerde daarop Deventer. Maar de keizer liet zich hierdoor niet weerhouden om het kasteel in te nemen. De situatie was intussen zo ingewikkeld en uitzichtloos geworden, dat partijen maar tot een verzoening besloten. Wel wist de keizer nog te regelen dat de Deventenaren als dank voor hun trouw werden vrijgesteld van het betalen van doop- en begraafgelden en zogenaamd huisgeld aan het Deventer kapittel. Om nu het kapittel hiervoor enigszins schadeloos te stellen, schonk de keizer ‒ en hier komt het ‒ de kerk van Raalte, die bij vonnis aan een zekere Lifgerus was ontnomen, aan het Deventer kapittel. Door dit wonderlijke toeval trad Raalte al zo vroeg in de geschreven geschiedenis. Want dit merkwaardige privilege werd vastgelegd in een charter, gedateerd 2 augustus 1123. Dit document ligt in het Deventer gemeentearchief.

No 1682: Bisschop Hendrik van Vianden bekrachtigd de schenking van de Plaskerk in Raalte met het patroonsrecht door Engelbrecht en Dirk van Ramele aan het klooster Mariënberg bij Hasselt. De patroon had uitgebreide rechten en privileges, die overeenkwamen met die van een landheer in het feodale systeem in de middeleeuwen. Een patroon kon binnen zijn gebied rechtspreken, plaatselijke beambten benoemen en het land voor onbeperkte tijd in bezit houden. Hier heb je Engelbert van Ramelo, (in verbinding met Karel de Grote) in relatie met de Plaskerk in Raalte van het jaar 1265.

 

No 1668: Hieronder volgt nog dat bisschop Hendrik van Vianden, bisschop van Utrecht van 1249 tot 1267, op 20 juni 1265 een tiend draagt (een tiende gedeelte overdraagt?) van Nieuwenhuis te Raalte, (kasteel Nijenhuis) die Engelbert van Ramelo en zijn zoon Dirk van hem in leen hielden, maar aan het klooster Marienberg bij Hasselt verkocht hadden, over aan dit klooster, waartegenover Engelbert en Dirk hun huis Furwalde aan bisschop Hendrik van Vianden opdragen om het van hem in leen te houden.

(Engelbert van Ramelo voor zover dit duidelijk is, een ministeriaal van de bisschop. Een ministeriaal was in de Middeleeuwen een persoon van onvrije afkomst aan wie een belangrijke post in bestuur en leger werd toevertrouwd, zoals het beheer van domeinen en het bewaken van burchten).

Zelfs voor Karel de Grote was Europese eenheid een uitdaging

7 december 2019 • Door Robert Flierman

Karel de Grote wordt dikwijls de ‘Vader van Europa’ genoemd.

De Frankische koning verdient deze titel omdat hij drie eeuwen na de ineenstorting van het Romeinse Rijk een groot deel van Europa weer onder één gezag wist te brengen. Hoe slaagde hij erin de vele veroverde gebieden en volkeren in zijn rijk te integreren?

In de 5de eeuw verloren de Romeinse keizers gaandeweg het gezag over West-Europa. Het West-Romeinse Rijk viel uiteen in verschillende koninkrijken, waarin ‘barbaarse’ groepen als Franken, Goten en Longobarden de dienst uitmaakten. Het Frankische territorium beperkte zich aanvankelijk tot het huidige Noord-Frankrijk en België. Maar onder koning Clovis (ca. 466-511) en zijn oorlogszuchtige nageslacht groeiden de Franken uit tot een van de dominante machten van West-Europa. Hun invloedsfeer strekte zich uit over Frankrijk, Zwitserland, Zuid-Duitsland en grote delen van de Benelux. Onder Clovis namen de Franken bovendien het christendom aan.

Karel’s wapenfeiten

Het gebied dat Karel de Grote bij zijn kroning in 768 erfde, was verre van bescheiden. Desondanks zou het Frankische rijk onder Karels bewind bijna verdubbelen in omvang. Al in zijn tweede regeringsjaar veroverde hij definitief Aquitanië (Zuid-Frankrijk), een gebied dat allang tot de Frankische invloedsfeer had behoord maar steeds een bron van onrust was gebleven.

In 773 trok Karel de Alpen over richting het koninkrijk der Longobarden (Noord- en Midden-Italië). Twee campagneseizoenen volstonden voor Karel om de Longobardische koning Desiderius tot aftreden te dwingen en diens IJzeren Kroon voor zichzelf op te eisen. Eenzelfde lot was het hertogdom Beieren (Oostenrijk) beschoren, dat Karel in 787-788 wist in te lijven.

Karel de Grote onderwerpt de Saksen. Schoolplaat uit 1935. Museum Catharijneconvent, Utrecht. Foto: Ruben de Heer.

Zijn zwaarst bevochten zege behaalde hij in het huidige Noord-Duitsland, tegen de politiek gefragmenteerde Saksen. Meer dan dertig jaar (772-804) en vijftien campagnes waren nodig om de Saksische gebieden tussen Rijn en Elbe voorgoed in te lijven. Karels biograaf Einhard (ca. 770-840) zou later spreken over ‘de langste, wreedste en zwaarste oorlog ooit door de Franken gevochten’.

Uitdaging

Karels veldtochten hadden verstrekkende geopolitieke gevolgen. Voor het eerst sinds het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk waren grote delen van West-Europa weer onder één heerser verenigd. De parallel met het oude Romeinse keizerrijk vond symbolische bevestiging in 800, toen Karel door paus Leo III tot keizer gekroond werd in de Sint-Pieter in Rome. Maar of hij nu koning of keizer was, de uitdaging bleef in zekere zin hetzelfde: Karel moest zien te regeren over Franken, Longobarden, Beieren, Aquitaniërs, Saksen, Friezen, Alemannen en Thuringiërs. Hoe deed hij dit? Waarop baseerde hij zijn gezag? En wat kunnen we eigenlijk zeggen over zijn motieven?

Dynastieke coups

Een terugkerende tactiek bij de overname van nieuwe gebieden was het exploiteren van bestaande gezagsstructuren. Beieren, Aquitanië en het Longobardenrijk kenden net als de Franken een lange traditie van ‘gecentraliseerd’ gezag. Zij werden geregeerd door hertogen of koningen, die zich konden beroepen op een uitgebreid netwerk van wereldlijke (graven) en kerkelijke (bisschoppen) gezagsdragers. Verovering had in deze gebieden vaak veel weg van een dynastieke coup: de heersende familie werd via een ‘vrijwillige’ kloosterintreding van het politieke toneel gedirigeerd, waarna Karel zichzelf of een familielid aan het hoofd stelde van de lokale hiërarchie.

Gekleurde geschiedschrijving

Karel ontleende zijn gezag dus in belangrijke mate aan het feit dat hij door de veroverde volken als vorst geaccepteerd en erkend werd. Geschiedschrijvers uit die tijd – veelal Frankisch en dus op Karels hand – doen het graag voorkomen alsof deze erkenning een vanzelfsprekendheid was. Direct na de val van hun koning Desiderius in 774 zouden de Longobarden van heinde en verre toegestroomd zijn om Karel hun loyaliteit te betuigen. De onderdanen van de Beierse hertog Tassilo zouden hun vorst in 788 zo’n beetje aan Karel hebben uitgeleverd. Ja, Karel zelf zou hen er nog van weerhouden hebben hun voormalige hertog ter dood te veroordelen.

Schildering door Georg Sturm van Karel de Grote en Einhard. Rijksmuseum Amsterdam

Realiteit: de koning moest hard werken voor erkenning

Door Karel uitgegeven oorkondes en wetsteksten in Beieren vertellen een minder triomfantelijk verhaal: Karel is in de jaren na 788 heel bewust bezig geweest de Beierse aristocratie aan zich te binden. Bestaande aristocratische rechten en bezittingen werden gewaarborgd of zelfs uitgebreid. De Lex Baiuwariorum – het Beierse recht – bleef gehandhaafd. Als prefect over Beieren werd Gerold aangesteld, die niet toevallig tot een zijtak van de voormalige hertogelijke familie behoorde en van wie dus een zekere continuïteit uitging.

 

Prentmaker: Willem van de Passe, ca. 1621. Collectie Rijksmuseum Amsterdam

In sommige gebieden waren politieke gezagsstructuren minder goed ontwikkeld en was integratie moeilijker. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de Saksen. Het gebied tussen Rijn en Elbe werd bewoond door meerdere, politiek autonome Saksische groepen zonder koning, hertog of graaf. Karel was dan ook genoodzaakt dergelijke structuren zelf op te bouwen.

Ook bij de Saksen was de sleutel hierbij het creëren van draagvlak onder lokale machthebbers. De meest weerbarstige elementen onder de bevolking ontdeed hij van hun bezittingen en liet hij afvoeren naar andere delen van het rijk. Het vrijgekomen land werd vervolgens overgedragen aan meer inschikkelijke Saksische families, die daarmee hun machtspositie konden versterken. Uit deze loyale families stelde Karel ten slotte Saksische graven aan.

Door God aangewezen

Hoewel het Karel zeker niet aan strategisch inzicht ontbroken heeft, zou het een misvatting zijn om zijn ‘integratiebeleid’ uitsluitend als machtspolitiek te duiden. Willen we Karel goed begrijpen, dan moeten we hem niet slechts als machtspoliticus, maar ook als christelijk vorst serieus nemen. Niet voor niets zien we Karel in beleidsstukken en hofpoëzie dikwijls gespiegeld worden aan oudtestamentische koningen als David en Josia.

Deze koningen waren door God aangewezen om te regeren over de Israëlieten, Gods uitverkoren volk. Het centrale aspect van hun koningschap was niet macht maar verantwoordelijkheid: zij moesten erop toezien dat de Israëlieten niet van Gods wetten afweken. Kweten de koningen zich onvoldoende van deze taak, dan volgden van Godswege niet mis te verstane represailles.

Populus Christianus

Karels koningschap was op eenzelfde leest geschoeid, met als essentieel verschil dat hij het door God gegeven gezag over een christelijk rijk voerde. Dit rijk was minder exclusief dan het oude Israël: het kon meerdere volkeren omvatten. En dit was ook precies wat Karel zijn nieuwe onderdanen voorhield: zij mochten dan Saksen, Longobarden of Beieren zijn, tezamen vormden zij een populus christianus, een christelijke gemeenschap, onder het gezag van één christelijke vorst.

Het christendom kon alleen sociale cohesie garanderen indien Karels onderdanen ook daadwerkelijk christelijk waren. Dit was niet bij alle veroverde volkeren het geval. Met name de Saksen waren in de 8ste eeuw nog sterk heidens. Karels Saksenoorlogen werden dan ook al snel aangegrepen voor grootschalige kerstening. Karel werkte hierbij nauw samen met missionarissen uit kloosters in het Rijngebied, die vaak al langer met de Saksische missie begaan waren.

Doodstraf voor heidense praktijken

De kerstening van de Saksen was pas in de 9de eeuw voltooid. Ook zij verliep dikwijls onder dreiging van geweld. Een extreem voorbeeld hiervan vinden we in een onder Karel opgestelde wet ‘voor de Saksische gebieden’, waarin naast verscheidene vormen van politieke ontrouw ook heidense praktijken met de dood bestraft worden.

Het is desondanks tekenend voor het uiteindelijke succes van de Saksische kerstening en integratie in het Frankische rijk, dat Karel door latere generaties Saksen uiterst positief herinnerend werd. De nadruk lag hierbij niet op het bloedvergieten, maar op zijn optreden als ‘Apostel der Saksen’, zoals hij door latere christelijke Saksische auteurs gedoopt werd. Dat Karel als apostel dikwijls met ‘ijzeren tong’ gepredikt had, wreven zij hem nauwelijks aan.

Eed van trouw

Niet alleen bij de Saksen, maar in het hele rijk stond het christendom aan de basis van Karels integratiepolitiek. In Frankische geschiedwerken en rechtsbronnen treffen we een haast obsessieve preoccupatie met het begrip fides (trouw) aan. Deze trouw was in de eerste plaats verschuldigd aan de koninklijke familie: iedere inwoner van het rijk werd verplicht tot het zweren van een eed van trouw aan Karel en diens zonen. Maar niet toevallig betekende fides naast ‘trouw’ ook ‘geloof’. In 802 werd een nieuwe, bredere eed ingevoerd, waarin naast loyaliteit aan Karel ook expliciet verwezen werd naar het dienen van God en het beschermen van de Kerk. De inwoners van het Frankische rijk werden zo dus getrouwen (fideles) in de dubbele zin van het woord: zij waren trouw verschuldigd aan Karel én aan God.

Niet alle onderdanen schikten zich even makkelijk in deze rol. Karel werd gedurende zijn regeerperiode meermaals geconfronteerd met opstanden, die hij in de regel meedogenloos neersloeg. Berucht is ‘het bloedbad van Verden’ in 782, waar Karel op één dag 4500 Saksische rebellen zou hebben laten onthoofden.

 

De kroning van Karel de Grote in 800 door paus Leo III. Prentmaker: Charles Rochussen, ca. 1878. Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Oorlog zorgt voor saamhorigheid

Naast hun gedeelde trouw aan koning en God werd onder de verschillende volkeren van Karels rijk ook op andere manieren samenhorigheid gecreëerd. Van prominente getrouwen werd verwacht dat zij op gezette tijden bijeenkwamen op rijksvergaderingen en synodes. Hier werd over de stand van zaken in het rijk gerapporteerd, beleid gemaakt en recht gesproken. Dikwijls vormde zo’n rijksvergadering tevens de opmaat voor een andere aristocratische plicht en bindende factor in het rijk: het gezamenlijk opnemen van de wapenen. Militaire campagnes waren bij uitstek geschikt voor het kweken van sociale cohesie, daar Karel nieuw ingelijfde volkeren uitdrukkelijk tot deelname verplichtte.

Bij de verovering van Beieren in 787 waren onder anderen Franken, Alemannen, Longobarden en Saksen betrokken. Op zijn veldtocht tegen de Avaren in 791 stonden Saksen, Friezen en Beieren Karel bij. Deze laatste veldtocht werd door Karel overigens bewust als een religieuze strijd van christenen tegen heidenen gepresenteerd. Drie dagen van gezamenlijk vasten en bidden op de Avaarse grens moesten het succes van zijn christelijke legerschare veilig stellen. Zelfs op het slagveld was Karel een christelijke vorst.

Symbool voor eenwording

In politiek opzicht hield het door Karel uitgekerfde rijk slechts twee generaties stand. Zijn zoon Lodewijk de Vrome erfde nog het volledige imperium, maar onder zijn kleinzonen werd het rijk in drie deelrijken opgesplitst. Als ideaal was Karels rijk een aanzienlijk langer leven beschoren. Karels verrichtingen werden een blijvend referentiekader voor de imperiale ambities van middeleeuwse en vroegmoderne vorsten. Ook vandaag de dag geldt Karel nog als een symbool voor Europese eenwording en integratie, een project waarvan de verwezenlijking twaalf eeuwen na Karels dood allerminst vanzelfsprekend is.

Dit artikel verscheen eerder in Geschiedenis Magazine, jaargang 49 (2014), nummer 1.

Parenteel van Engelbertus van Voorst

 

 

  1. Engelbert van Ramelo Hr van Voorst – N. van Voorst – Herman van Voorst +/- 1227Ramelo – Voorst – Rechteren
  2. Engelbert v1195, Hr van Ramelo – N. van Voorst – Rechteren

Engelbert van Ramelo v1195 wordt twee keer genoemd in verband met de heer van kasteel Voorst en Kasteel Rechteren en via Herman van Voorst +/- 1227 weer t.a.v. Ramelo – Voorst en Rechteren.  Herman van Voorst  +/- 1227 gehuwd met Agnes van Lohn en de nazaten:

1 [waarschijnlijk] Engelbert van Voorst [1.1.1.1.1]. Engelbert is overleden na 1195. Notitie bij Engelbert: Vermeld als getuige in een oorkonde van 1195. Andere getuigen: Engelbert van Ramele en Arnold van Epse.

1.1.1.2 Sweder van Voorst is geboren omstreeks 1200, zoon van Hermannus van Voorst (zie 1.1.1). Sweder is overleden na 1244, minstens 44 jaar oud.

Notitie bij Sweder: Vermeld tussen 1230 en 1245.
Was in 1244 ridder.

Kind van Sweder uit onbekende relatie:

[waarschijnlijk] Herman van Voorst, geboren in 1222. Volgt 1.1.1.2.1.

1.1.1.2.1 Herman van Voorst is geboren in 1222, zoon van [waarschijnlijk] Sweder van Voorst (zie 1.1.1.2). Herman is overleden na 1288, minstens 66 jaar oud.

Notitie bij Herman: Vermeld in de jaren 1252 t/m 1288.

Herman trouwde met Agnes van Lohn. Agnes is geboren omstreeks 1225, dochter van Hermannus I, Graaf van Lohn en Sophia.

Kinderen van Herman uit onbekende relatie:

1 Sweder van Voorst, geboren omstreeks 1250. Volgt 1.1.1.2.1.1. (overleden 1300)

2 Herman van Voorst, geboren omstreeks 1250. Volgt 1.1.1.2.1.2.

3 Roderick van Voorst [1.1.1.2.1.3], geboren omstreeks 1260. Roderick is overleden na 1329, minstens 69 jaar oud.

Notitie bij Roderick: Is medezegelaar van een akte dd 10 oktober 1329 van zijn schoonzuster Lutgard van Keppel.

Sweder van Voorst (waarschijnlijk een andere dan bovengenoemde) werd in 1326 beleend met het kasteel Rechteren en laat drie kinderen achter, een zoon die jong is gestorven en twee dochters Luitgarde en Johanna. Luitgarde die zichzelf Vrouwe van Rechteren noemt trouwt in 1345 met Frederik van Heeckeren, uit dit huwelijk stamt de huidige familie van Rechteren Limpurg.

1.1.1.2.1.1.2.2 Lutgardis van Voorst is geboren omstreeks 1325, dochter van Roderick I van Voorst (zie 1.1.1.2.1.1.2) en Beatrijs van Keppel. Lutgardis is overleden omstreeks 1385, ongeveer 60 jaar oud. Lutgardis trouwde, ongeveer 21 jaar oud, omstreeks 1346 met Frederik genaamd van Rechteren van Heeckeren van der Eze, ongeveer 26 jaar oud. Frederik is geboren omstreeks 1320, zoon van Frederik van Heeckeren van der Eze en Maria van Honnepel. Frederik is overleden op 02-11-1386, ongeveer 66 jaar oud.

Notitie bij Frederik: Ook vermeld als Frederik (IV) van Heeckeren van der Eze;
Frederik en Lutgardis kregen 9 kinderen, 5 meisjes en 4 jongens.
In mannelijke lijn stamt het huidige geslacht Van Rechteren af van de tussen 1231-1245 vermelde ridder Evert van Heeckeren. Diens nazaat Frederik van Heeckeren van der Eze (1320-ca. 1386), een van de machtigste edelen van zijn tijd, verwierf door zijn huwelijk met Lutgardis van Voorst het kasteel Rechteren in de gelijknamige buurtschap bij Dalfsen. De familie Van Voorst tot Voorst stamt eveneens in mannelijke lijn af van dit echtpaar. Het geslacht Van Heeckeren is nauw verwant met beide families.
Uit: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0214&minr=862425&miview=inv2
VI. Frederik van Heeckeren van der Eze (§B.1), later meestal genoemd Van Heeckeren genaamd van Rechteren, heer tot Rhaan, na zijn huwelijk tot Rechteren, drost van Salland 1353, ridder 1356, na de dood van zijn vader hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 2 nov 1386, huwt tussen 1345 en 1347 met Lutgard van Voorst, erfdochter van Rechteren, dochter van Sweder van Voorst en Margaretha N.N., overl. tussen 1380 en 1386.

Zodoende heb je een verbinding van Herman van Voorst +/- 1227 gehuwd met Agnes van Lohn  (die in verbinding te brengen is met het kasteel Voorst in Zwolle en met het kasteel Ramelo) via  Sweder van Voorst naar zijn dochter Lutgardis van Voorst (geb. 1325) die zichzelf Vrouwe van Rechteren noemt.

 

Kasteel Voorst bij Zwolle

Kasteel Voorst bij Zwolle

 

1 Engelbertus van Voorst is geboren omstreeks 1140.

Notitie bij Engelbertus: http://www.historien.nl/het-verdwenen-kasteel-voorst/

Al in het jaar 944 zou er een burcht gestaan hebben aan de rand van het moerasgebied boven Zwolle. Dit gebied was van de bisschop van Utrecht en stond bekend als ‘pagus forestensis’, ofwel onherbergzaam moerassig veengebied. Het was er nat, koud, vochtig en ongezond. De bisschop wilde er zelf niet wonen en stuurde een forestarius, een beheerder, om de boel in de gaten te houden. De oudste telgen van het geslacht Voorst waren beheerder van dit gebied. Oorspronkelijk waren zij niet van adel. De taalsprong forestarius, forest, vooreest, voorst is snel gemaakt.

Opmerking Anne Post: De Duitse keizers na Karel de Grote zullen hier een steunpunt hebben gehad, een eenvoudige burcht, een mottekasteel zoals gebleken is uit archeologisch onderzoek.. Na 1040 verkreeg de bisschop van Utrecht de wereldlijke macht van de Duitse keizer in het Oversticht. Niet bekend is wie op dat moment leenman van de burcht was met als leenheer de Duitse keizer. De grafelijke rechten in Salland waren van ouds in handen van nazaten van graaf Wichman van Hamaland. De leenmannen op de borgen waren in praktisch alle gevallen verwanten van die gravenfamilie.

Nadat de bisschop van Utrecht de wereldlijke macht over het Sticht en Oversticht had verkregen hebben de opvolgende bisschoppen steeds geprobeerd om familieleden op de voornaamste posten te krijgen. De functie van leenman op een leengoed was omstreeks het jaar 1000 verifieerbaar geworden, dus een leenman vervangen kon alleen wanneer die stierf zonder wettelijke erfgenamen na te laten, of wanneer een leenman zich “vermetel’ gedroeg, dus zich niet hield aan de voorwaarden.

“Engelbertus de Voerst” staat vermeld in een oorkonde van 1195 opgemaakt in Deventer. In die tijd was er ook een Engelbert van Ramele bij Raalte. (de vraag komt hierbij op of deze beiden individuen met de naam Engelbert, dezelfde individualiteit zijn kan hieronder beantwoord worden met ze zijn niet dezelfde individualiteit.

Het antwoord hierop is: Uit het Parentieel van Voorst

1 [waarschijnlijk] Engelbert van Voorst [1.1.1.1.1]. Engelbert is overleden na 1195. Notitie bij Engelbert: Vermeld als getuige in een oorkonde van 1195. Andere getuigen: Engelbert van Ramele en Arnold van Epse.

De naam Engelbert komt ook voor bij de familie van Buckhorst – van Gemen, maar van ouds zien we de naam bij de ridders van Horne.

Herman van Horne was bisschop van 1150 tot 1156 en was opvolger van Hartbert van Wierum, die zijn broers aanstelde tot prefect van Groningen en kastelein van Coevorden en zijn jongste broer Lambert beleende met een leengoed in Peize. De voorouders van Engelbertus van Voorst moeten gezocht worden in de ridderfamilies van Berg – van Gemen – van Horne.

En van de famillie van Horne (Engelbert van Horne circa 1195 – 1265) is weer de afstamming te vinden van Karel de Grote: Engelbert van Horne – Engelbert van Voorst van Kasteel Voorst in Zwolle en de verbinding met Engelbert van Ramelo.

 

Kasteel Rechteren

Engelbert v1195, Hr van Ramelo – N. van Voorst – Rechteren.

Eerste vermelding

Kasteel Rechteren is gebouwd aan de oever van de Vecht en wordt al vermeld in 1230 als bisschop Willebrand van Utrecht aan Zwolle de stadsrechten met de daar bijbehorende rechten om stadsmuren te bouwen verleent, teneinde met succes de plunderingen van de huizen Voorst, Rechteren en Rutenberg te kunnen tegengaan.

In 1320 dragen Herman van Voorst en zijn neef Roderick het huis op aan de Bisschop van Utrecht. Hierdoor werd het huis een leen van de Bisschop en hadden de Van Voorsten het recht om het kasteel te versterken. Dit recht werd in 1326 weer bevestigd toen de zoon van Herman, Sweder van Voorst, beleend werd met Rechteren. De oorkonde van belening is de oudste oorkonde in het archief van kasteel Rechteren. De toren van het huis werd niet lang hierna gebouwd, in eerste instantie tot de helft van de huidige hoogte.

Sweder laat drie kinderen achter, een zoon die jong is gestorven en twee dochters Luitgarde en Johanna. Luitgarde die zichzelf Vrouwe van Rechteren noemt trouwt in 1345 met Frederik van Heeckeren, uit dit huwelijk stamt de huidige familie van Rechteren Limpurg.

 

1.1.1.2.1.1.2.2 Lutgardis van Voorst is geboren omstreeks 1325, dochter van Roderick I van Voorst (zie 1.1.1.2.1.1.2) en Beatrijs van Keppel. Lutgardis is overleden omstreeks 1385, ongeveer 60 jaar oud. Lutgardis trouwde, ongeveer 21 jaar oud, omstreeks 1346 met Frederik genaamd van Rechteren van Heeckeren van der Eze, ongeveer 26 jaar oud. Frederik is geboren omstreeks 1320, zoon van Frederik van Heeckeren van der Eze en Maria van Honnepel. Frederik is overleden op 02-11-1386, ongeveer 66 jaar oud.

Notitie bij Frederik: Ook vermeld als Frederik (IV) van Heeckeren van der Eze;
Frederik en Lutgardis kregen 9 kinderen, 5 meisjes en 4 jongens.
In mannelijke lijn stamt het huidige geslacht Van Rechteren af van de tussen 1231-1245 vermelde ridder Evert van Heeckeren. Diens nazaat Frederik van Heeckeren van der Eze (1320-ca. 1386), een van de machtigste edelen van zijn tijd, verwierf door zijn huwelijk met Lutgardis van Voorst het kasteel Rechteren in de gelijknamige buurtschap bij Dalfsen. De familie Van Voorst tot Voorst stamt eveneens in mannelijke lijn af van dit echtpaar. Het geslacht Van Heeckeren is nauw verwant met beide families.

Uit: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=141&miaet=1&micode=0214&minr=862425&miview=inv2
VI. Frederik van Heeckeren van der Eze (§B.1), later meestal genoemd Van Heeckeren genaamd van Rechteren, heer tot Rhaan, na zijn huwelijk tot Rechteren, drost van Salland 1353, ridder 1356, na de dood van zijn vader hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 2 nov 1386, huwt tussen 1345 en 1347 met Lutgard van Voorst, erfdochter van Rechteren, dochter van Sweder van Voorst en Margaretha N.N., overl. tussen 1380 en 1386.

 

De voorouders van Engelbertus van Voorst moeten gezocht worden in de ridderfamilies van Berg – van Gemen – van Horne.

En van de famillie van Horne (Engelbert van Horne circa 1195 – 1265) is weer de afstamming te vinden van Karel de Grote: Engelbert van Horne – Engelbert van Voorst van Kasteel Voorst in Zwolle en de verbinding met Engelbert van Ramelo.

Het geslacht van Heekeren is verbonden met de familie van Voorst. Via Herman van Voorst +/- 1227 met kasteel Voorst bij Zwolle en Kasteel Rechteren en Ramelo. De huidige familie van Rechteren Limburg van kasteel Rechteren, is op deze manier weer te verbinden met Karel de Grote. Daarmee is met enige voorzichtig gezegd de verbinding gelegd tussen het kasteel Voorst – Kasteel Rechteren en Kasteel Ramelo met Karel de Grote. Maar je kunt dit vast nog anders uitwerken en er zijn vast nog meerdere lijnen te vinden. Rondom de individualiteit van Engelbert van Ramelo zou je de Plaskerk in Raalte en Kasteel Nijenhuis in Heino er ook aan toe kunnen voegen.

 

 

 

 

 

 

 

Word supporter van HierinSalland

HierinSalland is voor, maar ook van Salland. Word supporters en ondersteun ons. Door mee te doen of met een kleine bijdrage.

Interessant? Deel het artikel

Meer over

Blijf op de hoogte

Abonneer je op een of meerdere van onze nieuwsbrieven en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Om de twee weken verloten we onder de abonnees om en om een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch en de biologische Supermarkt in het Bos van Kleinlangevelsloo, beiden in Raalte. Bekijk de spelregels.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Salland. Iedere maand verloten we onder de abonnees een pakket uit de biologische boerderijwinkel Overesch in Raalte. Bekijk de spelregels.

Ook interessant

Sorry, geen nieuws gevonden