Effecten van gewasbeschermingsmiddelen verderop in de voedselketen
In het onderzoek van Bruinenberg, Van Agtmaal, Hoekstra en Van Eekeren zijn voer en mest van acht melkveebedrijven geanalyseerd. De residuen van gewasbeschermingsmiddelen die zij in de mest aantroffen, waren grotendeels afkomstig uit het aangekochte voer dat de koeien gekregen hadden. “De middelen die in de verschillende voedermiddelen zaten, zijn indertijd in toegestane hoeveelheden toegediend tijdens de teelt van de gewassen, maar sommige middelen breken zo langzaam af dat ze uiteindelijk schade aanrichten verderop in de voedselketen, namelijk bij de mestkevers en in de bodem”, verklaart Martine Bruinenberg. “Bovendien kunnen die resten zich ophopen. Wat daarvan de precieze effecten zijn, is nog onduidelijk, maar het is wel zorgelijk.”
Mest van biologisch gehouden koeien
Opvallend was dat in de mest van twee biologische bedrijven fors meer mestkevers aanwezig waren dan in die van gangbaar werkende bedrijven: hier zaten dan ook minder residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en dus hebben mestkevers daar minder last van schadelijke resten. Dit is ook logisch: bij biologisch werkende bedrijven is het gebruik van chemisch synthetische gewasbeschermingsmiddelen niet toegestaan.
Wake-upcall
Het beleid voor gewasbeschermingsmiddelen in voer is gebaseerd op de gezondheid van de consument en niet op de gezondheid van insecten en het bodemleven. Of er schadelijke gezondheidseffecten zijn bij weidevogels die zich weer voeden met mestkevers, is nog niet onderzocht, maar de resultaten van dit onderzoek zouden wel een wake-upcall moeten zijn, stelt Bruinenberg in dagblad Trouw (26 januari 2023).
Publicaties
Het Engelstalige wetenschappelijke artikel van Bruinenberg, Van Agtmaal, Hoekstra en Van Eekeren is in januari 2023 gepubliceerd in Agriculture, Ecosystems and Environment. 344(108307) en is te raadplegen op deze website.
Bron: BioJournaal, Louis Bolk Instituut