‘Geen knaken, geen taken’, zegt wethouder Hans Olthof van de gemeente Olst-Wijhe, als het gaat om geld van de rijksoverheid, gekoppeld aan taken die diezelfde rijksoverheid aan gemeenten geeft. Nu is het weer de nieuwe manier van inburgeren. Als je dat door gemeenten laat doen, gaat dat vermoedelijk een stuk beter, vindt ‘Den Haag’. Maar dan moeten ze wel met geld over de brug komen, zegt Olthof, in reactie op de gemeente in de provincie Utrecht, die geen extra taken meer oppakken als er niet meer geld komt.
Olthof sprong al eens in de IJssel en ging symbolisch bijna kopje onder om aan te geven dat het water de gemeenten tot aan de lippen staat, voor een belangrijk deel vanwege het rijksbeleid. Ook bijvoorbeeld zorgtaken en herintreden werden al van Rijk naar gemeente verschoven. Omdat gemeenten dichter bij hun inwoners staan, dus maatwerk kunnen leveren. Een eventueel financieel voordeel werd gelijk al in korting gebracht op het geld dat gemeenten van het rijk krijgen. En dat werd niet teruggedraaid toen later bleek dat het er helemaal niet goedkoper op werd.
Voeg daar aan toe dat het Rijk supergemeenten wilde en om dat af te dwingen een boete-regeling bedacht, waarna die supergemeenten niet doorgingen maar de boeteregeling wel, dan laat zich raden dat gemeenten in geldnood komen.
Adviesraad is het met gemeenten eens
De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft het nu ook gezegd: De herverdeling van het gemeentefonds moet beter en eerlijker. Ook om uitdagende taken als wonen, klimaat en zorg die gemeenten de komende jaren te verstouwen krijgen, verantwoord uit te voeren. “Om deze te realiseren moeten zij kunnen uitgaan van de aanwezigheid van voldoende middelen”, zegt de onafhankelijke adviesraad. “De kosten voor de noodzakelijke investeringen worden onderschat.”
Utrecht voert actie
In de provincie Utrecht stellen de gemeenten nu dat ze eerst méér geld willen, voordat ze met het Rijk praten over nieuwe ambities, zoals die inburgering. Die eis hebben ze op tafel gelegd daar waar ze proberen een nieuw kabinet te vormen.
Hans Olthof deelt de werkwijze van Utrechtse gemeenten, “maar wij voeren onze actie op Sallandse wijze. Niet heel hard roepen en media opzoeken. Wij hebben ons als gemeente aangesloten bij het protest van Twentse gemeenten en zijn een van de founding fathers van de K80, de club van kleine (plattelands)gemeenten.” Die gemeenten laten gezamenlijk ook weten dat ze eerst geld willen zien voordat ze extra taken op zich nemen. Onze lijn wat nieuwe opdrachten betreft is niet veel anders dan die van Utrecht, namelijk ‘Geen knaken, geen taken’.
Nieuwe gemeentelijke taken die er aankomen zijn naast inburgering ook ondermeer beschermd wonen en maatschappelijke opvang. ‘We doen het goed, of we doen het niet’, zeggen ze in Utrecht. En dat is afgestemd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het bestuur van die VNG komt binnenkort ook naar Olst-Wijhe om daar het standpunt van de gemeente te horen.
(We hadden ook de burgemeester van Raalte om reactie gevraagd, maar geen antwoord ontvangen.)
Natuurlijk kun je het niet oneens zijn met het standpunt van de wethouder.
Maar een blanco cheque afgeven dat kan de rijksoverheid nou ook weer niet.
En waarom gaat het bij de ene gemeente beter dan bij de andere ? Dat kan toch niet alleen een kwestie van geld zijn ?
Is een declaratiesysteem, op basis van geleverde prestaties ( ook rekening houdend met prijs/prestatieverhoudingen ) niet een idee ?
De spijker op de kop, Dick Mars! Het probleem is dat de gemeenten (en ook provincies) voor hun inkomsten vrijwel volledig afhankelijk zijn van wat Den Haag hen toebedeelt. Dit gebeurt kennelijk op basis van zeer ondoorzichtige criteria. Veel beter zou zijn wanneer gemeenten en provincies veel meer directe belastinginkomsten zouden hebben, zoals in Duitsland en België. Dan kan een veel zorgvuldiger besteding met lokale kennis plaatsvinden, uiteraard controleerbaar en te verantwoorden door de betreffende besturen.