We denken dat we het hele jaar door roodborstjes hebben hier in Salland. Dat is ook wel zo, maar die van nu zijn anderen dan die van de zomer!
Wat doet de natuur nu dan? Vertel het ons via info@hierinsalland.nl
De roodborsten uit Scandinavië zijn gearriveerd en dat merk je omdat ze minder mensenschuw zijn. Hoe dat komt dat ze minder mensenschuw zijn, weten we eigenlijk niet precies, maar het kan te maken hebben met de warmte die we voor hen organiseren. Deze roodborstjes leven gemiddeld in koudere gebieden en zoeken daarom wellicht makkelijker menselijk georganiseerde warmte. Maar het kan ook zijn dat ze minder bang voor ons en ons gevolg zijn. In het noorden hebben mensen minder katten, naar het schijnt, dus hoeven ze niet zo bang voor de omgeving van mensen te zijn.
Hoe dan ook: we hebben het hele jaar door roodborstjes, maar die van nu zijn wel degelijk van een ander soort.
Oei, we hadden een verkeerde foto boven het artikel gezet. Dit hieronder is een roodborstje. Tekst gaat verder onder de foto.
Intussen verandert de herfst steeds meer richting winter. Wij zijn gewend daar een harde datum voor te hanteren, en dan voor meteorologen ook nog eens een andere datum dan voor de rest van de samenleving, die pas 21 dagen later van seizoen wisselt. Maar de natuur doet daar natuurlijk helemaal niet aan. Zo hebben wij nog zomer als het al lang herfstachtig is en denken we nog in de herfst te zijn terwijl de natuur al in winterslaap is. We hebben vier seizoenen, maar je kunt er ook wel acht van maken, of 365 en eens in de vier jaar 366.
Ganzen weten heel goed wanneer ze weg moeten zijn. Zwaluwen voelen dat het weer tijd wordt terug te komen en bijen en vleermuizen duiken in hun winterslaap, net als de gaasvliegen, de lieveheersbeestjes en het blad van de beuk, de berk en de eik, die er allemaal een eigen loslaatprincipe op nahouden. Ze hebben een seizoen lang zuurstof voor ons gemaakt en offeren zich tot slot op voor wat koolstof aan moeder aardbodem! Wel wat ondankbaar om ze dan in een bladbak te donderen…
Op de foto staat een goudvink, ook een prachtige vogel, maar geen roodborst.
Wat hebben die vogels uit het hoge noorden toch dat ze minder schuw zijn dan onze eigen zomervogels. Er zullen vast wel eens studies op losgelaten zijn waar dat precies aan ligt. Het tamme gedrag doet me denken aan de keren dat ik in Zweden was om de najaars- (roof)vogeltrek te aanschouwen vanwege de komende daling van het prooiaanbod. Vogelaars met verrekijkers, telescopen en camera’s gaan dan, nadat de thermiek-uren om de grote afstand over zee te overwinnen, de binnenlanden in. We hadden een Morinelplevier in het vizier. Deze zeer schaarse doortrekker liet zich in eerste instantie benaderen tot op wel vijftig meter. En al tijgerend door de heide wonnen we steeds meer terrein. Tot we op zo’n tien meter de fotorolletjes vol hadden zijn we maar gaan staan en weer huiswaarts gekeerd. In dit geval was de mens misschien wel schuwer dan onze wintergasten.