Discussies over duurzaamheid – en met name de eigen invulling daarvan – zijn niet gespeend van risico’s. Pleiten voor meer duurzaamheid heeft immers consequenties voor het eigen gedrag. Dus wie als bestuurder iets op het gebied van duurzaamheid te melden heeft, wordt al snel langs de ‘duurzaamheidslat’ gelegd. Laat ik daarom dit stukje beginnen met een checklist: huis goed geïsoleerd (ramen driedubbel glas, vloer-, muur- en dakisolatie): check. Overal (ook buitenshuis) led-lampen geïnstalleerd: check. Minder vlees en zuivel: check. Thermostaat een graadje of wat lager: check. Voedsel via lokale corporatie en/of lokale aanbieders: check. Voorrang geven aan biologische producten: check.
Door Hans Olthof
De Volvo
Na het afvinken van deze, niet- uitputtende, lijst wil ik hierbij het onderwerp mobiliteit aansnijden. Mede als gevolg van de coronamaatregelen probeer ik mijn werk zo hybride mogelijk in te richten; afspraken en overleggen die thuis online kunnen doe ik op die manier, maar ik merk dat er steeds meer fysieke bijeenkomsten georganiseerd worden. De vraag is hoe daarnaar toe te gaan. Ik heb besloten zoveel mogelijk met dé Volvo te gaan (nooit Volvo zeggen); een vijftig jaar oude 244 die op LPG rijdt. Volgens de site van de ANWB stoot een benzinemotor gemiddeld 2.269 gram CO² uit voor elke liter benzine die de motor verbruikt. Voor een dieselauto is dat 2.606 gram per liter. De Volvo stoot 1.610 gram CO² per verbruikte liter LPG uit. Nog steeds niet fraai, maar minder schadelijk dus dan de andere fossiele slurpers. Een elektrische auto stoot weliswaar geen CO² uit tijdens het rijden, maar de indirecte uitstoot, elektriciteit die voornamelijk nog door kolen- en gascentrales wordt opgewekt, zorgt ervoor dat een elektrische auto niet CO²-neutraal is. En de uitstoot tijdens het produceren van het accupakket zorgt ervoor dat de duurzaamheidsimpact van een nieuwe elektrische auto in de showroom groter is dan die van de Volvo. Dat heeft zeker ook te maken met de levenscyclus van de elektrische auto. Volgens de ANWB gaat het accupakket van een elektrische auto gemiddeld zo’n 230.000 kilometer mee en moet dan vervangen worden. Bij die kilometerstand is de Volvo net ingereden….
Een soort trekschuit
De levenscyclus van een auto heeft daarmee grote impact op de duurzaamheidsfactor. Maar er zitten meer voordelen aan het rijden van een oude auto. De kleur bijvoorbeeld. Nieuwe auto’s zijn vaak zwart, grijs of wit. Saai! De Volvo was ooit rood, maar neemt door weersinvloeden en ouderdom steeds meer de kleur aan van iets te lang gekookte rode kool. Een ander bijkomend voordeel is het ontbreken van elektronische componenten en rijhulpmiddelen. Geen airbags, ESP of ABS, als chauffeur moet je zelf nog goed opletten. Dat leidt niet alleen tot een associatieve en rustige rijstijl, ook de -zeldzame- reparatiekosten blijven daardoor binnen de perken. Daarmee is de Volvo een soort van trekschuit; langzaam, ietwat oncomfortabel, maar prima geschikt voor het vervoeren van mens en goederen. Een tweezitsbank past er prima in.
Dus als ik in bedaagd tempo in de Volvo naar mijn afspraken rijd, ga ik bijna letterlijk terug in de tijd. De Volvo brengt mij overal in het tempo van vijftig jaar geleden. De Volvo is daarmee voor mij ook een plek om even tot rust te komen en te reflecteren op wat ik tijdens die bijeenkomsten heb opgedaan. Het is dus géén een mobiel kantoor. Wie mij belt tijdens het rijden heeft pech; een carkit komt er niet in. Onlangs heeft de autoradio het begeven, ik heb besloten geen nieuwe te installeren, maar te luisteren naar het vertrouwde rammelen van het chassis, het zen-achtige bandengeruis en het geruststellende stampen van de motor. Net zoals vroeger.